ZHB1 - HC1: Bouw en algemene organisatie CZS, vaten en vliezen Flashcards

1
Q

Geef de Latijnse benaming voor ‘hersenen’ en ‘ruggenmerg’

A

Hersenen = encephalon
Ruggenmerg = myelum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel n. cranialis en n. spinalis heeft een mens?

A

n. cranialis = 12 paar
n. spinalis = 31 paar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke zenuwen vallen onder afferente zenuwen, en welke onder efferent?

A

Afferent:
- somatosensibele zenuwen
- viscerosensibele zenuwen
Efferent:
- somatomotorische zenuwen
- visceromotorische zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de volgende begrippen en welke nummers vormen samen de hersenstam:
1. telencephalon
2. diencephalon
3. mesencephalon
4. pons
5. cerebellum
6. medulla

A

Hersenstam = 3,4 en 6
1 = grote hersenen
2 = tussenhersenen
3 = middenhersenen
5 = kleine hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de 3 hersenvliezen aan, vanaf de schedel naar binnen

A
  1. Dura mater = harde, buitenste hersenvlies dat tegen de schedel aan ligt
  2. arachnoïdea = zacht hersenvlies, bevindt zich onder de dura mater
  3. pia mater = zacht hersenvlies, bevat een ligamentum denticulatum dat een verbinding met de dura vormt (ligt enkel in ruggenmerg)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar bevindt de bloeding zich bij een epidurale bloeding?

A

Tussen de dura en de schedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een veneuze sinus en wat is haar functie?

A

Een ruimte tussen de 2 bladen van de dura die met elkaar vergroeid zijn. In deze ruimte lopen grote (anker)venen.

functie = drainage van de hersenen en schedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar ligt de subarachnoïdale ruimte en wat bevindt zich in deze ruimte?

A

Het ligt tussen de arachnoïdea en de pia mater
In deze ruimte lopen oppervlakkige bloedvaten en zit liquor cerebrospinalis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doen ankervenen? Welke bloeding ontstaat als zo’n vene barst?

A

Oppervlakkige venen die bloed verzamelen vanuit e hersenen, vervolgens de dura in gaan en daarna uitmonden in een veneuze sinus.

Als ankervenen barsten ontstaat er een subdurale bloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem de 3 durale schotten (Dura mater)

A
  • Falx cerebri
  • Falx cerebelli
  • Tentorium cerebelli
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zijn een epidurale- en subdurale bloeding te herkennen op een CT-scan?

A

Epiduraal = citroenvorm
Subduraal = banaanvorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het Sella Turcica?

A

’ Het Turkse zadel’
Een botstructuur waar de hypofyse in ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem de 2 aanvoerende arteriën die de hersenen van bloed voorzien.

A
  1. a. Carotis interna (anterieur)
  2. a. vertebralis (posterieur)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In welke structuur komen de a. carotis interna en de a. vertebralis samen?

A

a. basilaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe heet de communicerende tak tussen de a. carotis interna en de a. cerebri posterior?

A

a. communicans anterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Benoem de 3 grote corticale takken waaruit de Cirkel van Willis bestaat.

A
  1. a. cerebri anterior
  2. a. cerebri media
  3. a. cerebri posterior
17
Q

Waar wordt liquor gemaakt?

A

In de plexus choroïdues

18
Q

Hoe staan het 1e en 2e ventrikel in contact met het 3e ventrikel?

A

Via de foramina van Monro / foramen interventriculare

19
Q

Waar bevindt zich het derde ventrikel?

A

In het lumen van het diencephalon

20
Q

Via welke structuur gaat het derde ventrikel naar het vierde ventrikel?

A

Via het foramen van Magendie (mediaal, één) en de foramina van Luschka (lateraal, beiderzijds)

21
Q

Waar of niet waar:
‘ De meeste liquor wordt geproduceerd in de laterale ventrikels’

A

Waar

22
Q

Wat is de bloed-hersenbarrière?

A

Gebied waar endotheelcellen niet middels tight-junctions verbonden zijn: vrije uitwisseling van moleculen tussen bloed en hersenen