HC 13: Bewustzijnsstoornissen Flashcards

1
Q

Wat is coma?

A

Een toestand waarbij een patiënt de ogen niet opent, niet beweegt bij een opdracht en niet spreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is er nodig voor een normaal bewustzijn?

A
  • Ascenderend reticulair activerend systeem (ARAS)= het gebied tussen de hersenstam en de thalamus. ARAS speelt een belangrijke rol in de natuurlijke dagelijkse variatie in ons bewustzijn en het slaap-waakritme
  • Cerebrale cortex
  • Vezelverbinding – ARAS en cortex via thalamus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar bevindt zich de ARAS?

A

Aan de dorsale zijde van de hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is er sprake van een coma?

A

Als meer dan de helft van de 3 systemen die nodig zijn voor een normaal bewustzijn is aangedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Door welke soorten laesies kan een coma ontstaan?

A
  • infratentoriële laesie = als direct gevolg van bloeding, infarct, tumor, ontsteking etc. Als gevolg daarvan kan oedeem, massawerking en verplaatsing plaatsvinden dat zorgt voor INKLEMMING
  • supratentoriële laesie = zelfde soort als hierboven maar dan boven het tentotium
  • Metabole / diffuse laesie = kan plaatsvinden in cortex en ontstaan als gevolg van hypoxie, ischemie, trauma etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke schaal wordt een coma beoordeeld en hoe werkt deze? Bij welke score spreken we van een coma?

A

Glasgow Coma Scale:
E =ogen (1-4)
M = motoriek (1-6)
V = verbale gedrag (1-5)

Een coma is een score van 8 of lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke hersenstamreflexen worden getest bij neurologisch onderzoek van een comateuze patiënt?

A
  • pupilreflex = n.II en n. III
  • corneareflex = n. V en n.VII
  • Ademhaling = n. X
  • hoestreflex = n. IX en X
  • compensatoire oogbewegingen = n. III, V en VIII
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe verloopt het proces van inklemming bij bijv. een bloeding of tumor?

A
  • De schedel is in compartimenten verdeeld (falx cerebri en tentorium cerebelli)
  1. Bij volumetoename van de focale laesie wordt hersenweefsel binnen een compartiment samengedrukt en verplaatst het zich uiteindelijk naar een ander compartiment.
  2. Compressie van het hersenweefsel tegen de randen van de falx en het tentorium ontstaat secundaire hersenschade die de volumetoename nog verder in de hand werkt.
  3. De verplaatsing van hersenweefsel leidt uiteindelijk tot compressie van de rostrale hersenstam, waardoor bewustzijnsdaling optreedt.

= dit proces is inklemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de meest voorkomende inklemming?

A

Transtentoriële inklemming

  • hierbij wordt het mediale deel van de temporaalkwab door de incisura of hiaten tentorii geperst, waardoor compressie van de hersenstam optreedt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke ziektebeelden lijken op coma, maar zijn dit niet?

A
  • vegetatieve toestand
  • locked-in syndroom
  • akinetische mutisme
  • functioneel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is ‘vegetatieve toestand?’

A
  • ontstaat ongeveer 4 weken na hersenletsel waarbij de ARAS intact is gebleven, maar er diffuus witte stof of cortex letsel is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het locked-in syndroom?

A

Bij laesie in voorste deel van de pons ontstaat een toestand waarin voor de patiënt bijna alle commuicatiemogelijheden zijn weggevallen, waardoor pt comateus lijkt.

door een ventrale ponslaesie zijn alle motorische functies uitgevallen, behalve de verticale oogbeweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly