HC 11: Focale uitval van het cerebrum Flashcards

1
Q

Wat is focale uitval?

A

Er wordt van focale uitval gesproken als er specifieke, neurologische uitvalsverschijnselen aanwezig zijn die tot een bepaalde plek in het zenuwstelsel herleid kunnen worden.

= uitval van een bepaald gebied in het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke gebieden zijn de hersenen te verdelen?

A
  • cerebellum (kleine hersenen) = voor coördinatie
  • hersenstam (pons + medulla) = lopen veel zenuwbanen doorheen
  • occipitaalkwab = verwerking visuele prikkels
  • temporaalkwab = groot deel taal
  • pariëtaalkwab
  • sulcus centralis (daarvoor ligt de precentrale gyrus voor de motoriek van het lichaam = primaire motorische cortex) en daarachter de postcentrale gyrus = primaire sensibele cortex)
  • frontaalkwab (bevat de premotorische cortex = van belang voor motorplanning, planningsvermogen en een belangrijk taalgebied)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar kruisen een deel van de oogzenuwen?

A

Chiasma opticum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk deel van het gezichtsveld valt weg bij een beschadiging van het chiasma opticum?

A

Buitenkant van beide ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke uitval ontstaat er bij beschadiging van de tractus opticus?

A

Homonieme hemianopsie: beide ogen uitval aan dezelfde kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke uitval is er bij beschadiging van de radiatio optica?

A

Een kwadrant van beide ogen zal uitvallen op dezelfde plek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke uitval is er bij beschadiging van de cortex?

A

homonieme hemianopsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In welke hemisfeer zit in de meeste gevallen de taalgebieden?

A

in de linker hemisfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen een dysfasie en een dysartrie?

A

dysfasie = taalstoornis
dysartrie = spraakstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschrijf klachten bij schade in het gebied van Wernicke en Broca

A

WERNICKE = sensorische dysfasie
- verstoring taalbegrip
- langare zinnen zonder eind
- begrip gestoord
- niet bewust van stoornis

BROCA = motorische dysfasie
- output verstoord
- woordvindstoornis
- niet vloeiend / telegramstijl
- begrip goed
- bewust van stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Benoem de uitvalsgebieden van de a. cerebri anterieur / media en posterieur als deze arteriën beschadigd raken

A

anterieur = been en voet
media = armen, Wernicke, broca, hemianopsie
posterieur = visuele problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een lacunair infarct?

A

Infarcten in kleine bloedvaatjes in de hersenen, meestal zijn dit aftakkingen van de a. cerebri media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaan lacunaire infarcten vaak? + kenmerken

A

Door een verhoogde bloeddruk

kenmerken:
- volledige uitval van de piramidebaan
- halfzijdig verlamming en afwezigheid van een taalstoornis
- visus blijft behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly