HC 12: Hersenzenuwuitval Flashcards

1
Q

Waar treden de volgende hersenzenuwen uit?
- 3 en 4
- 5-8
- 9-12

A

3-4 = mesencephalon
5-8 = pons
9-12 = medulla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit ontspringen hersenzenuw 1 en 2?

A

Direct uit de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Omschrijf van hersenzenuw 1,2 en 3 of ze:
- efferent of afferent
- functie
- oorzaken van uitval

A
  1. olfactorius
    - afferent
    - reuk
    - verkoudheid, parkinson, schedeltrauma
  2. opticus
    - afferent
    - informatie uit gezichtsveld en scherp zien
    - ontsteking (MS), tumor op de nervus, intracraniele drukverhogingen, trauma
  3. oculomotorius
    - efferent
    - oogmotoriek (m. obliquus inferior, m. rectus superior, inferior en medialis) en m. constrictor pupillae (pupilconstrictie), m. levator palpebrae (heffen bovenooglid)
    - uitval door compressie door aneurysma bij a. communicans posterior of ink lemming bij epidurale of subdurale bloeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke zenuwen verzorgen de pupilreflex?

A

Hersenzenuw 2 en 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe komt het dat als er licht in 1 oog komt, beide pupillen verkleinen?

A

Omdat de 2e zenuwen in verbinding staat met beide nervus 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Omschrijf van hersenzenuw 4,5 en 6 of ze:
- efferent of afferent
- functie
- oorzaken van uitval

A
  1. trochlearis
    - efferent
    - beweging oog intorsie en adductie. Innerveert de m. obliquus superior
    -uitval door trauma of compressie
  2. trigeminus
    - afferent en beetje efferent
    - sensibiliteit van gelat, de ogen, tanden en hersenvliezen en motoriek van de kauwspieren (m. masseter) + betrokken bij corneareflex
    - 3 takken –> ramus: opthalamicus/maxillaris/mandibularis
  3. abducens
    - efferent
    - oogbolmotoriek spier: m. rectus lateralis (het oog kan hierdoor naar buiten draaien)
    - uitval door trauma of vasculaire aandoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Omschrijf van hersenzenuw 7,8 en 9 of ze:
- efferent of afferent
- functie
- oorzaken van uitval

A
  1. Facialis
    - efferent en afferent
    - motoriek van gelaat - m. frontalis, m. orbicularis oculi
    - geluid dempen door aansturing m. stapedius
    - smaak voorste gedeelte (2/3 deel tong)
  2. Vestibulocochlearis
    - afferent
    - gehoor en evenwicht (alleen sensibel)
  3. Glossopharyngeus
    - motoriek keel samen met vagus, aansturing spieren in larynx en pharynx. Slikken wordt daardoor mogelijk gemaakt
    - sensibiliteit achterste deel tong en keel. Achterste 1/3 deel tong smaak wordt waargenomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Omschrijf van hersenzenuw 10,11 en 12 of ze:
- efferent of afferent
- functie
- oorzaken van uitval

A
  1. vagus
    - innerveert tractus digestivus en hartspier.
    - Innervatie van stembanden door n. recurrent (aftakking van vagus)
  2. accessorius
    - efferent
    - innerveert m. sternocleidomastoideus en m. trapezius – wat het bewegen van nek en ophalen van de schouders mogelijk maakt
  3. hypoglossus
    - efferent
    - motoriek tong
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly