zenuwstelsel Flashcards

1
Q

geneesmiddelen ivm het zenuwstelsel

A
hypnotica, sedativa, anxiolytica
antpsychotica
antidepressiva
centrale stimulantia
antiparkinsonmiddelen 
ant-epileptica
anti-alzheimer middelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hypnotica, sedativa, anxiolytica soorten

A

benzodiazepines,
middelen verwant aan benzodiazepines (Z-producten)
melatinine
middelen op basis van planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

benzodiazepines werking

A

stimulatie van GABA receptor (gamma-amino-boterzuur) => versterken van het inhiberende effect van GABA in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

benzodiazepines GM

A

kortwerkende : triazolam (hypnotica)

halflangwerkende: bromazepam, brotizolam, clotiazepam, loprazolam, lorazepam, lormetazam, oxazepam, alprazolam (hypnotica, anxiolytica)
langwerkend: diazepam, clobazam clonazepam, clorazepaat, cloxazolam, ethylloflazepaat, flunitrazepam, flurazepam, nitrazepam, nordazepam, prazepam (sedativa, anxiolytica)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Z-producten GM

A

zolpidem, zoplicon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

metlatonine GM

A

circadin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

middelen op basis van planten

A

valeriana officinale voor hypnotisch effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

antipsychotica soorten

A

Fenothiazinen en thioxantheren
butyrofenonen en difenylpiperidinen
benziden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fenothiazinen

A

levomepromazine, prothipendyl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

thioxantheren

A

flupentixol, zuclopenthiol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

butyrofenonen

A

bromperidol, droperidol, haloperidol, pepamperon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

difenylpiperidinen

A

fluspirilus, pimoride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

benziden

A

amisulpiride, sulpiride, tiapiride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

antidepressiva soorten

A
selectieve heropnameremmers
niet-selectieve opnameremmers
monoamineoxidase inhibitoren 
antidepressiva werkend op neuroreceptoren 
sint-janskruid 
lithiumzouten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

selectieve heropnameremmers werking

A

remmen selectief de presynaptische heropname van serotonine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

selectieve heropnameremmers GM

A

citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxitine, sertraline, escitalopram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

niet selectieve heropnameremmers werking

A

remmen heropname van zowel norephedrine, serotonine of dopamine

18
Q

soorten niet selectieve heropnameremmers

A

SNRI’s serotonine-noradrenaline reuptake inhibitoren
TCA’s = tricyclische antidepressiva
NDRI’s = noradrenaline-dopamine heropnameremmers

19
Q

Serotonine-noradrenaline reuptake inhibitoren GM

A

duloxetine, venlafaxine

20
Q

tricyclische antidepressiva

A

amitryptiline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline, nortryptiline

21
Q

noradrenaline-dopamine reuptake inhibitoren

A

brepropion

22
Q

monoamineoxidase inhibitoren werking

A

inhibitie van monoamine oxidase => afbraak van neurotransmitters wordt verminderd

23
Q

monoamineoxidasen inhibitoren

A

fenelzine (irreversibele, niet selectieve inhibitor van uso-enzymen MAO-A en MAO-B)
moclobemide (reversibele, selectieve remmer van MAO-A)

24
Q

antidepressiva werkend op neuroreceptoren

A

miaserine (antagonist van presynaptische alfa2-receptoren)
mirtazapine (antagonist van presynaptische alfa2-receptoren en van postsynaptische serotonine en H1-histaminereceptoren)
trazodon (antagonist van serotoninereceptoren)

25
Q

sint jans kruid werking

A

inhibitie van heropname van serotonine en inhibitie van MAO

26
Q

lithiumzouten werking

A

stemmingsregulerend bij bipolaire stoornissen

27
Q

centrale stimulantia

A

methylfenidaat (RELATINE®)

28
Q

parkinson

A

neurodegeneratieve aandoening door tekort aan dopamine in de hersenen door afsterven van de neuronen in de substantie nigra

29
Q

antiparkinsonmiddelen GM

A
levodopa + dopadecarboxylase-inhibitor 
dopamine agonisten 
COMT-inhibitoren 
MAO-B-inhibitoren 
anticholinergica
30
Q

levodopa + dopadecarboxylase-inhibitoren GM

A

levodopa + benserazide

levodopa + carbidopa

31
Q

dopamine agonisten

A

ergotderivaten: bromocriptine

niet-ergotderivaten: pramipesol, ropinud, rotigotine

32
Q

COMT-inhibitoren werking

A

catechol-O-methyltransferase-inhibitoren verminderen de afbraak van levodopa waarbij de werking wordt verlengd (enkel in combinatie met levodopa)

33
Q

COMT-inhibitoren GM

A

entacapon, tolcapon

34
Q

MAO-B-inhibitoren werking

A

verminderen afbraak van dopamine van MAO-B enzyme

35
Q

MAO-B-ihibitoren GM

A

rasagline, selegline

36
Q

anticholinergica GM

A

biperideen, procyclidine, tritrexyfenidyl

37
Q

anti-epileptica mechanismen

A

1) rechtstreekse beïnvloeding van het elektrochemische transport door spanningsgevoelige ionkanalen (blokkeren van Na+ en Ca+ kanalen)
2) effect op neurotransmitters: versterking van het remmende effect van GABA, vermindering van het exciterende effect van glutamaat

38
Q

anti-epileptica soorten geneesmiddelen

A

anti-epileptica met breed spectrum

anti-epileptica met nauw spectrum

39
Q

anti-epileptica met breed spectrum GM

A

valproïnezuur, valproaat, lamotrigine, levetiracetam, topiramaat

40
Q

anti-epileptica met nauw spectrum GM

A

carbamazepine, oxcarbazepine, gabapentine, pregabaline, feneturide, fenobarbital, primidon

41
Q

anti-alzheimer middelen

A

cholesterase inhibitoren: droneprezil, galastassine, rivastigmine (inhiberen de afbraak van de neurotransmitter acetylcholine)