urogenitaal stelsel Flashcards

1
Q

overactieve blaas

A

urge-incontinentie of aandrangincontinentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

middelen bij overactieve blaas

A

darifenacine, fesoterodine, flavoxaat, mirabegron, oxybutinine, propiverine, solifenacine, tolterodine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

middelen bij inspanningsincontinentie

A

dulocetine (YENTREVE®)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

middelen bij blaasatonie (overloopsincontinentie)

A

bethanechol = parasympaticomimetica, zorgt voor cholinergische stimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

benigne prostaathypertrofie (BHP)

A

goedaardige vergroting van de prostaat en woekering van het weefsel. oorzaak= verhoging van DHT (dihydrotestosteron), gevormd uit testosteron door enzym 5-alfa-reductase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

BHP behandelinge (2)

A

alfa 1 blokkers: relaxatie van de gladde spiercellen urethra en blaashals,
5-alfa-reductase inhibitoren: vermindering prostaat volume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

alfa 1 blokkers

A

alfazosine, solodosine, tamsulosine, terazosine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

5 alfa reductase inhibitoren

A

dutasteride, finasteride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

impotentie

A

erectiestoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

soorten GM voor impotentie

A

alprostadil, yohimbine,

fosfodiesterase type 5 inhibitoren (avanafil, sildenafil, tadalafil, vardenafil)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly