farmacokinetiek Flashcards
farmacokinetiek
beschrijft het tijdsverloop van de concentratie van het geneesmiddel in verschillende lichaamscompartimenten tijdens en na het toedienen ervan
concentratie ter hoogte van de receptoren is afhankelijk van
toegediende dosis, mate en snelheid van resorptie, verdeling, metallisatie en excretie
systematische toediening
via de bloedbaan
- enteraal = via GI stelsel
- parenteraal = via alle andere toedieningsvormen
enteraal
oraal, sublinguaal en rectaal
parenteraal
intraveneus, intramusculair, subcutaan, transdermaal
absorptie/resorpie
overbrengen van het GM vanuit de buitenwereld tot in het plasma
first-pass-effect
geneesmiddel die vanuit et maag-darmkanaal wordt opgenomen vervolgens direct wordt gemetaboliseerd voordat ze in bloedbaan komen
biologische beschikbaarheid
hoeveelheid van een geneesmiddel die de circulatie bereikt (na eerste passage door lever)
OF fractie van de toegediende dosis die in onveranderde vorm de algemene circulatie bereikt
latentietijd
tijd tussen inname farmacon en verschijnen in het plasma
halfwaardetijd
de tijd nodig om de plasma concentratie voor de helft te doen dalen
dosisresponscurve
ED50, TD50, LD50, MEC, MTC, TI
ED50
dosis nodig om bij 50% van de populatie effect te zien
TD50
dosis waarbij 50% van de personen last heeft van een toxisch effect
LD50
dosis waarbij 50% overlijdt (lethale dosis)
minimale effectieve concentratie (MEC)
laagste concentratie van geneesmiddel waarbij gewenste therapeutische effect wordt bereikt
maximale toelaatbare concentratie (MTC)
hoogste concentratie die verdragen kan wordt zonder toxische effect
TI = therapeutische index
MTC/MEC
hoger TI: veiliger farmacon
lager TI: gevaarlijker farmacon
intraveneuze toediening
voordelen: geen resorptie nodig, snel effect, geneesmiddel met slecht BB
nadelen: irritatie van de vaatwand, anafylactische reacties (AG/AL of immunoglobines E), emboolvorming (neerslag van slecht oplosbare GM)
intramusculair toediening
resoptie afhankelijk van doorbloeding van spierweefsel, volume, viscositeit, pH en buffercapaciteit van de ingespoten oplossing en van verdelingscoëfficient en MG van het farmacon
subcutane toediening
geneesmiddel wordt onder de huis ingespoten
minder doorbloeding dan spieren => lagere resorptie (versnellen door lokale massage + warmte. vertragen door vasoconstrictor)
pulmonaire toediening
resorptie via longen, groot oppervlak van alveolaire membranen
transdermale toediening
diffusie doorheen de huis => traag
voordelen: geen eerste passage effect, continue resorptie
nadelen: slechte voorspelbare resorptie
TTS = transdermale therapeutische systemen
pleister die per tijdseenheid een vaste hoeveelheid HM aanbied aan de huid
enterale geneesmiddelen
sublinguaal
orale toediening
rectale toediening