bloed en stolling

Question 1

antitrombotica

Answer 1

geneesmiddel die de vorming van trombi (bloedklonters) tegengaan

Question 2

anti-aggregantia

Answer 2

plaatsjes aggregatieremmers

Question 3

anti-aggregantia soorten (2)

Answer 3

acetylsalicylzuur, thienpyridines

Question 4

thiënpyridines GM (3)

Answer 4

clopidogrel, prasugrel, ticlopidine

Question 5

anticoagulantia

Answer 5

stoffen die inwerken op stollingscascade en stollingsfactoren

Question 6

anticoagulantia soorten (3)

Answer 6

heparines
vitamine K antagonisten
directe orale anticoagulantia

Question 7

heparines GM (4)

Answer 7

dalteparine, enoxaparine, nadroparine, tinzaparine

Question 8

vitamine K antagonisten werking

Answer 8

inhibiteren in de lever de vorming can de stollingsfactoren II, VII, IX, X en stollingsinhibitoren proteine C en proteine S

Question 9

vitamine K antagonisten GM

Answer 9

acenocoumarol, fenproumon, warfarine

Question 10

directe orale anticoagulantia soorten (2)

Answer 10

trombine inhibitoren

factor Xa- inhibitoren

Question 11

trombine inhibitoren GM (1)

Answer 11

dabigartan

Question 12

factor Xa inhibitoren GM (2)

Answer 12

rivaroxaban, apixaban

Question 13

anemie GM

Answer 13

erytropoëtines (stimuleren de aanmaak van rode bloed cellen

Question 14

trombopenie GM

Answer 14

eltrombopag, romiplotim (antagonisten van de receptor voor trombopoëtine

Question 15

antihemorragica

Answer 15

stollingsfactoren