ww8 Flashcards
1
Q
dimittere
A
-o
wegzenden; laten gaan
2
Q
egredi
A
-ior
buitengaan
3
Q
tegere
A
-o
bedekken; beschermen
4
Q
decrenere
A
-o
beslissen
5
Q
offere
A
-fero
aanbieden
6
Q
tueri
A
-eor
bekijken; beschermen
7
Q
valere
A
-eo
gezond zijn; krachtig zijn; in staat zijn
8
Q
probare
A
-o
goedkeuren; bewijzen
9
Q
cadere
A
-o
vallen
10
Q
sustinere
A
-eo
omhooghouden; tegenhouden; uithouden
11
Q
dividere
A
-o
verdelen
12
Q
miscere
A
-eo
vermengen
13
Q
scribere
A
-o
schrijven
14
Q
contingere
A
-o
raken
15
Q
constare
A
-o
vaststaan; bestaan ui
16
Q
progredi
A
-ior
verdergaan
17
Q
exigere
A
-o
uitdrijven; eisen; voltooien
18
Q
credere
A
-o +dat
geloven; vertrouwen; toevertrouwen
19
Q
inquit
A
zegt hij/zij
20
Q
providere
A
-eo
voorzien; zorgen voor
21
Q
resistere
A
-o
stilstaan; zich verzetten tegen
22
Q
interficere
A
-io
doden
23
Q
turbare
A
-o
in verwarring brengen