p9 Flashcards
latus
lata, latum
breed; uitgestrekt
causa
causae
oorzaak; reden; proces
gravis
gravis; grave; gravis
zwaar; ernstig
oppidum
oppidi
stad
umbra
umbrae
schaduw; schim
oculus
oculi
oog
recens
recens, recens; recentis
recent; fris
condicio
condicionis, v
voorwaarde toestand
filius
filii
zoon
patrius
patria; patrium
vaderlijk; voorvaderlijk
fuga
fugae
vlucht
libertus
liberti
vrijgelatene
rarus
rara; rarum
zeldzaam; verspreid
littera
litterae
letter
brevis
brevis; breve; brevis
kort
malus
mala malum
slecht
suus
sua; suum
zijn haar hun
supplicium
supplicii
foltering; doodstraf
locus
loci
plaats; gelegenheid
homo
hominis, m
mens
munus
muneris, o
taak; geschenk
turpis
turpis; turpe; turpis
lelijk; schandelijk
gloria
gloriae
roem
notus
nota notum
bekend
plerique
pleraeque; pleraque
de meeste
silentium
silentii
stilte
pecus
pecoris, o
vee
tergum
tergi
rug
somnus
somni
slaap
sedes
sedis, v
zitplaats; verblijfplaats
gens
gentis, v
geslacht volksstam
consilium
consilii
overleg; raad; plan
fatum
fati
lot
iniuria
iniuriae
onrecht
dulcis
dulcis; dulce; dulcis
zoet; lief
alter
altera; alterum; alterius
de andere