ww6 Flashcards
1
Q
referre
A
-fero
terugbrengen; rapporteren
2
Q
invenire
A
-io
vinden; ontdekken
3
Q
nolle
A
nolo
niet willen
4
Q
quaerere
A
-o
zoeken; vragen
5
Q
perferre
A
-fero
overbrengen; verdragen
6
Q
contingere
A
-it+dat
het overkomt (iemand)
7
Q
componere
A
-o
samenplaatsen; opstellen
8
Q
nuntiare
A
-o
melden
9
Q
manere
A
-eo
blijven
10
Q
concedere
A
-o
wijken; toegeven; toestaan
11
Q
ponere
A
-o
plaatsen; neerleggen
12
Q
obinere
A
-eo
behouden; verkrijgen; bezitten
13
Q
conari
A
-or
proberen
14
Q
coepisse
A
begonnen zijn
15
Q
mirari
A
-or
zich verwonderen over; bewonderen
16
Q
instituere
A
-o
oprichten; beginnen; onderrichten
17
Q
impedire
A
-io
hinderen; verhinderen
18
Q
rogare
A
-o
vragen
19
Q
occupare
A
-o
bezetten
20
Q
confirmare
A
-o
versterken; bevestigen
21
Q
trahere
A
-o
trekken; rekken
22
Q
imponere
A
-o +dat
plaatsen op; opleggen
23
Q
pati
A
-ior
verdragen
24
Q
eripere
A
-io
wegrukken
25
cedere
-o
gaan; wijken