ww4 Flashcards
1
Q
deserere
A
-o
verlaten
2
Q
videre
A
-eo
zien
3
Q
facere
A
-io
maken; doen
4
Q
pertinere
A
-eo
zich uitstrekken; betreffen
5
Q
accedere
A
-o
naderen
6
Q
movere
A
-eo
bewegen; beïnvloeden
7
Q
munire
A
-io
bouwen; versterken; beschermen
8
Q
iuvare
A
-o
helpen
9
Q
ducere
A
-o
leiden
10
Q
amare
A
-o
beminnen; houden van
11
Q
licere
A
-et+dat
het is toegelaten
12
Q
laudare
A
-o
prijzen
13
Q
repetere
A
-o
teruggaan naar; terugvragen; herhalen
14
Q
reddere
A
-o
teruggeven; maken tot
15
Q
statuere
A
-o
plaatsen; vaststellen; beslissen
16
Q
experiri
A
-ior
op de proef stellen; ondervinden
17
Q
gaudere
A
-eo
blij zijn
18
Q
cognoscere
A
-o
leren kennen; vernemen
19
Q
conicere
A
-io
werpen
20
Q
premere
A
-o
drukken; neerdrukken
21
Q
currere
A
-o
lopen
22
Q
circumvenire
A
-io
omsingelen
23
Q
sequi
A
-or
volgen
24
Q
recipere
A
-io
ontvangen
25
Q
affere
A
-fero
brengen (naar)