ww7 Flashcards
1
Q
docere
A
-eo
leren
2
Q
appellare
A
-o
aanspreken; noemen
3
Q
censere
A
-eo
menen
4
Q
convenire
A
-io
samenkomen; overeenkomen
5
Q
intellegere
A
-o
begrijpen
6
Q
solvere
A
-o
losmaken; bevrijden; betalen
7
Q
cupere
A
-io
verlangen
8
Q
tendere
A
-o
spannen; streven; gaan
9
Q
iudicare
A
-o
oordelen
10
Q
consulere
A
-o
beraadslagen; raadplegen; zorgen voor
11
Q
amittere
A
-o
verliezen
12
Q
demonstrare
A
-o
aantonen
13
Q
vereri
A
-eor
vrezen
14
Q
loqui
A
-or
spreken
15
Q
pellere
A
-o
verdrijven
16
Q
deligere
A
-o
uitkiezen
17
Q
inire
A
-eo
binnengaan; beginnen
18
Q
scire
A
-io
weten
19
Q
placere
A
-eo +dat
bevallen; aanstaan
20
Q
incipere
A
-io
beginnen
21
Q
fieri
A
fio
worden; gebeuren; gemaakt worden
22
Q
parare
A
-o
klaarmaken; verwerven
23
Q
educere
A
-o
naar buiten brengen; opvoeden
24
Q
tollere
A
-o
opheffen; wegnemen
25
Q
orare
A
-o
smeken