Woordjes Tekst 10.A Flashcards
1
Q
dux, duces
A
leider, aanvoerder
2
Q
bellum
A
oorlog
3
Q
iussi
A
pf van iubere
4
Q
iubere
A
bevelen
5
Q
monere
A
waarschuwen
6
Q
nuntiare
A
berichten
7
Q
aura
A
lucht
8
Q
perveni
A
pf van pervenire
9
Q
pervenire
A
bereiken, aankomen in
10
Q
licet mihi
A
het staat mij vrij, ik mag
11
Q
fatum
A
lot, lotsbeschikking
12
Q
obstare
A
in de weg staan
13
Q
petere
A
- zoeken
- vragen
- trachten te bereiken, gaan naar
14
Q
iussum
A
bevel