Woorden Tekst 16.B Flashcards
1
Q
alienus
A
vreemd, andermans
2
Q
violare
A
schenden, verkrachten
3
Q
iste, ista, istud
A
die, dat
4
Q
animus
A
- hart
2. geest
5
Q
abesse
A
afwezig zijn
6
Q
affirmare
A
met klem beweren, verzekeren
7
Q
peccare
A
verkeerd handelen, zondigen
8
Q
ille, illa, illud
A
die, dat; hij, zij, het
9
Q
hic, haec, hoc
A
deze, dit
10
Q
exemplum
A
voorbeeld
11
Q
cor, coda o
A
hart
12
Q
-que
A
en …
13
Q
extraxi
A
pf van extrahere
14
Q
extrahere
A
trekken uit
15
Q
sanguis, guinem acc. m
A
bloed