woordenschat november Flashcards

1
Q

zeer gerespecteerd, bekend en gewaardeerd in prestaties of kwaliteit

A

gerenommeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

iets dat ooit in aanzien stond, maar nu zijn vroegere grootsheid en betekenis heeft verloren

A

vergane glorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

werelddeel

A

continent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

humeurige, onvriendelijke of chagrijnig

A

nors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een verhoogd platform, meestal aan de voorkant van een gebouw

A

bordes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zich aan de zijkanten of naast iets/iemand positioneren, vaak om te ondersteunen, beschermen of begeleiden

A

flankeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een soort boom die bekendstaat om zijn karakteristieke schilferige schors en handvormige bladeren

A

plataan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

1) een plan of doel dat iemand heeft om een specifiek doel te bereiken of een actie uit te voeren
2) het doel, de bedoeling of de motivatie achter een actie of beslissing

A

intentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een soort militaire of politiehoed met een platte bovenkant en een klep aan de voorkant

A

kepie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de studie van de oorsprong en geschiedenis van woorden, inclusief hun betekenis en hoe ze in de loop van de tijd zijn geëvalueerd

A

etymologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de mooie, heldere gekleurde bloemen van de Bougainvilla-plant, die vaak in warme klimaten groeit

A

Bougainville

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zich neerleggen bij een situatie zonder te klagen of te protesteren, of ermee instemmen zonder verder verzet

A

berusten in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

in figuurlijke zin wordt het gebruikt om de kwaliteit of capaciteiten van iets of iemand aan te duiden

A

kaliber

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

volledig verward of in verwarring gebracht zijn door iets onverwachts of onbegrijpelijks

A

verbijsterd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

(uitdrukking) op dezelfde hoogte als iemand willen staan, hetzelfde niveau willen bereiken

A

aan iemand willen tippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

iets wat er goed verzorgd en aantrekkelijk uitzien

A

pront

17
Q

verwijst naar iemand die opvallend en expressief is in gedrag, kleding of presentatie

A

flamboyant

18
Q

uit de toon vallen

A

detoneren

19
Q

een idee, voorstel of mening indirect of subtiel naar voren brengen

A

suggereren

20
Q

duidelijk en gedetailleerd, zonder ruimte voor verwarring of dubbelzinnigheid

A

expliciet

21
Q

een gevestigd bedrijf, vaak een restaurant of café

A

etablissement

22
Q

feestvieren of huldigen om een speciale gelegenheid te markeren

A

fêteren

23
Q

samen voorkomen of samengaan met iets anders

A

gepaard gaan met

24
Q

een smal straatje, meestal tussen gebouwen, dat vaak dient als doorgang voor voetgangers

A

steeg

25
Q

een persoon die toevallig voorbijgaat of langskomt, meestal op straat

A

passant

26
Q

rijk, luxueus, overvloedig

A

weelderig

27
Q

het proces waarbij economieën, culturen en samenlevingen wereldwijd met elkaar worden verbonden en steeds geïntegreerd raken

A

globalisering(

28
Q

(uitrdr.) zonder aarzeling of terighoudendheid; oprecht en openhartig

A

zonder reserve

29
Q

dringend, met de noodzaak om onmiddelijke aandacht of actie te vereisen

A

urgent

30
Q

belangrijk, met aanzienlijke betekenis of invloed

A

significant

31
Q

resultaat of effect dat voortvloeit uit een bepaalde actie of gebeurtenis

A

consequentie

32
Q

het proces van nadenken over of rekening houden met iets (vaak voordat je een beslissing neemt)

A

overweging

33
Q

(uitdr.) iets doordringen van of vullen met een bepaalde eigenschap of kwaliteit

A

doorspekken met

34
Q

de mate van complexiteit, intensiteit of gedetailleerdheid in iets

A

diepgang

35
Q

betekenen als een gevolg

A

impliceren

36
Q

een moeilijke keuze tussen twee of meer alternatieven waarbij elk alternatief ongewenste gevolgen heeft

A

dilemma

37
Q

met meerdere lagen of niveaus van compleciteit of betekenis

A

gelaagd

38
Q

tussenbeide komen op een manier die moeilijkheden of veranderingen kan meebrengen

A

interfereren