taalverwerving Flashcards

1
Q

de moeilijke letter word weggelaten
bal word ba en zoen wordt zoe

A

deletie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de volledige of gedeeltelijke herhaling van de eerste of beklemde lettergreep van een woord
bv. boterham wordt bobo

A

reduplicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een opeenvolging van 2 of 3 consonanten wordt gereduceerd tot 1 of 2 consonanten
onbeklemtoonde lettergrepen weglaten
strip wordt tip en tomaat wordt maat

A

reductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

medeklinkers k,s worden meer naar voor gearticuleert in de mond f,t
kapot word papot

A

fronting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de l en r worden vervangen door halfklinkers j en w
olifant wordt ojifant

A

gliding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

medeklinkers beïnvloeden elkaar in hetzelfde woord zodat ze elkaar benaderen of aan elkaar gelijk worden
bv iedereen wordt iedeneen

A

assimilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ze gaan geluiden na doen

A

klanknabootsing
in de prelinguale fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een kind oefent klanken als niemand er is

A

brabbelmonologen
in de prelinguale fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

1 woord wordt gebruikt voor een hele zin

A

eenwoordzin of holofrase
vroeglinguale fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een kind spreekt ‘s avonds tegen zichzelf in bed

A

bedmonologen
in de vroeglinguale fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

overeenkomst tussen woorden of woordvormen
volgens de gangbare regels kunnen gemakkelijk nieuwe woorden gevormd worden

A

analogieprincipe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een kind moet nog leren dat analogie niet altijd werkt en weet dus niet dat er uitzonderingen zijn. het past dus de regels te ruim toe

A

overregularisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ze gaan nieuwe woorden uitvinden

A

neologisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ze gaan een woord verkeerd horen en ze vervormen het dan naar een woord dat ze wel kennen
een olifant wordt olitand

A

volkseetymologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

taal wordt aangeleerd net zoals alle andere soorten van gedrag

A

imitatietheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het soort taal dat aangeboden wordt bepaalt de taal van het kind

A

nurture

17
Q
A
18
Q

alle kinderen hebben een aangeboren taalleeervermogen dat gelokaliseerd is in de hersenen

A

LAD of Language Acquisition Device

19
Q

funcnties verstoord door niet aangeboren hersenletsel

A

afasie

20
Q

troeven van een meertalige opvoeding 5

A

1 abstract denken
2 beter concentreren
3 sneller technisch lezen
4 een vreemde taal leren
5 de hersenen blijven flexibeler, dus ze worden op oudere leeftijd later dement

21
Q

ongespannen klinkers uitstoten om tevredenheid uit te drukken

A

vocaliseren

22
Q

een woord krijgt een grotere betekenis dan het in werkelijkheid heeft (alle 4voeters een hond )

A

overextensie

23
Q

grammaticaverwerving via analogie principe en overregularisatie

A

syntaxis