Week 8 - Aftrek van voorbelasting I Flashcards

1
Q

Aan welke vereisten dient voldaan te worden wil de ondernemer recht hebben op aftrek van voorbelasting?

A

Art. 15 lid 1 sub a Wet OB 1968
1. Ondernemer die als zodanig handelt.
2. Op voorgeschreven wijze opgemaakte factuur.
3. Afnemerschap.
4. Goederen en diensten moeten gebruikt worden voor belaste handelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een ondernemer dient op grond van art. 12 lid 2, 3, 4 of 5 Wet OB 1968 btw af te dragen (verleggingsregeling). Geldt hiervoor recht op aftrek?

A

Art. 15 lid 1 sub c onderdeel 2 Wet OB 1968
Indien de ondernemer te maken krijgt met de verleggingsregeling, geldt hiervoor recht op aftrek. Let op dat de afgenomen goederen en diensten nog wel voor belastbare doeleinden gebruikt moeten worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is het mogelijk om btw in vooraftrek te brengen indien een ondernemer vrijgestelde prestaties verricht?

A

Art. 15 lid 2 onderdeel c Wet OB 1968
Indien de ondernemer goederen of diensten gebruikt voor vrijgestelde financiële diensten (art. 11 lid 1 sub i, j of k Wet OB 1968), en de afnemer van die dienst is buiten de Unie gevestigd, dan bestaat recht op aftrek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een vereiste voor het in aftrek mogen nemen van voorbelasting is dat prestaties aan de ondernemer moeten worden verricht (afnemerschap). Hoe wordt bepaald wie de afnemer van een dienst of goed is?

A

Primair wordt voor de bepaling van wie de afnemer is gekeken naar met wie de rechtsbetrekking (juridische band) is. Hiervoor kan gekeken worden naar de factuur, betaling en wie het recht heeft om als eigenaar over het goed te beschikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de essentie van het arrest HvJ Amper Metal?

A

Gebruik voor belaste handelingen
Een bedrijf wilde F1 auto’s sponsoren. Vast stonden dat de prijs voor de stickers op de auto’s buitensporig hoog was en dat de omzet niet gestegen was. Waren de advertentiekosten hier gebruikt voor belaste handelingen?

Het Hof oordeelde dat bij de beoordeling of prestaties gebruikt worden voor belaste handelingen gekeken dient te worden of er een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat tussen de belaste handelingen en de prestatie en of de prijs verdisconteerd is in de verkoopprijs. Het feit dat de verkoopprijs extreem hoog was en dat de omzet niet gestegen waren doen hier niet aan af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Binnen het criterium ‘gebruik voor belastbare handelingen’ dient een onderscheid gemaakt te worden tussen algemene en directe kosten. Wat houden deze begrippen in?

A

Directe kosten zijn kosten welke direct toegerekend kunnen worden aan de belastbare activiteit.
Algemene kosten kunnen toegerekend worden aan de economische activiteit (het bedrijf) als geheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de essentie van het arrest HvJ Iderbrola?

A

Gebruik voor belaste handelingen
Iberdrola had een vakantiepark. Hiervoor moest zij de riolering repareren. Aangezien niet alleen het park, maar de gehele gemeente hier voordeel van had, vond de inspecteur dat er geen recht op aftrek was.

Het Hof bouwt een noodzakelijkheidstoets in: indien de kosten noodzakelijk zijn voor de bedrijfsuitoefening, dan worden de prestaties gebruikt voor belaste handelingen. Als de kosten verder gaan dan noodzakelijk, dan zijn de kosten niet gebruikt voor belaste handelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De btw is een consumptiebelasting. Zij wil dus consumptief gebruik belasten. Wanneer er sprake is van een onttrekking door de ondernemer of een verstrekking aan personeel, zal er dus een correctie plaats moeten vinden. Welke correctiemechanismen voor de aftrek van voorbelasting kennen we?

A
  1. Via art. 16 Wet OB 1968 en het Besluit Uitsluiting Aftrek omzetbelasting 1968. Dit ziet met name op giften en diensten aan personeel.
  2. Via een fictieve prestatie (art. 3 lid 3 sub a en c Wet OB 1968, art. 4 lid 2 sub a en b Wet OB 1968). Deze zien op het onttrekken van goederen of diensten uit een onderneming aan de ondernemer.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welke gevallen speelt vermogensetikettering een rol voor de aftrek van btw?

A

Vermogensetikettering is enkel mogelijk indien een prestatie zowel zakelijk als privé gebruikt is. Indien de prestatie (1) zakelijk geëtiketteerd is en (2) voor belaste prestaties gebruikt wordt, dan is er 100% recht op vooraftrek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leg uit hoe de herzieningsregeling werkt en waar deze geregeld is.

A

Art. 15 lid 4 Wet OB 1968
De aftrek van belasting over goederen en diensten vindt plaats op het moment dat de belasting in rekening wordt gebracht. Wanneer op het moment van ingebruikname blijkt dat de ondernemer op grond van het werkelijke gebruik meer of minder btw in aftrek had mogen nemen, dan dient dit gecorrigeerd te worden.

Art. 12 lid 3 Uitv. Besch. OB 1968
Bij de aangifte over het laatste tijdvak van het boekjaar vindt nog een herziening plaats op basis van de voor het hele boekjaar geldende gegevens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Naast de herzieningsregels van art. 15 lid 4 Wet OB 1968 en art. 12 lid 3 Uitv. Besch. OB 1968, gelden voor onroerende zaken en roerende investeringsgoederen nog aanvullende regels inzake de herziening. Leg uit welke regels dit zijn en welke wettelijke grondslag hiervoor geldt.

A

Art. 15 lid 6 Wet OB 1968
Met betrekking tot onroerende zaken kunnen aanvullende regelingen getroffen worden.

Art. 13 lid 2 Uitv. Besch. OB 1968
Voor onroerende zaken geldt dat bij de aangifte van het laatste kwartaal in ieder van de negen boekjaren volgende op het jaar waarop de zaak in gebruik is genomen, een herziening plaatsvindt. Indien het gebruik is veranderd, dan dient de herziening plaats te vinden over 10% van de in aftrek genomen voorbelasting. Het gebruik wordt vergeleken met het gebruik zoals deze aan het einde van het eerste boekjaar is berekend.

Art. 13 lid 3 Uitv. Besch. OB 1968
Voor roerende investeringsgoederen geldt dat bij de aangifte van het laatste kwartaal in ieder van de vier boekjaren volgende op het jaar waarop de zaak in gebruik is genomen, een herziening plaatsvindt. Indien het gebruik is veranderd, dan dient de herziening plaats te vinden over 20% van de in aftrek genomen voorbelasting. Het gebruik wordt vergeleken met het gebruik zoals deze aan het einde van het eerste boekjaar is berekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stel dat een onroerende zaak of een roerend investeringsgoed tijdens de herzieningsperiode geleverd wordt. Welke effecten heeft dit voor de aftrek van voorbelasting?

A

Art. 13a lid 1 sub a Uitv. Besch. OB 1968
Indien de levering van de zaak een belaste levering betreft, dan wordt het goed geacht voor de rest van de herzieningstermijn volledig belast gebruikt te zijn. Op dat moment vindt één herziening plaats over alle resterende boekjaren in de herzieningsperiode (lid 2).

Art. 13a lid 1 sub b Uitv. Besch. OB 1968
Indien de levering van de zaak een onbelaste levering betreft, dan wordt het goed geacht voor de rest van de herzieningstermijn volledig onbelast gebruikt te zijn. Op dat moment vindt één herziening plaats over alle resterende boekjaren in de herzieningsperiode (lid 2).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly