Week 10 - Onroerend goed: leveringen Flashcards
Hoe dient het begrip ‘onroerende zaak’ uitgelegd te worden?
Dit is een uniebegrip. De betekenis hiervan dient hierom gevonden te worden in de Btw-richtlijn en niet in het Nederlandse civiele recht. De betekenis vinden we in art. 13ter Btw-uitvoeringsverordening.
Hoe worden onroerende zaken welke gesplitst zijn in aanmerking genomen voor de btw?
HR 16 juni 2017 (Kozuba Premium Selection)
Onroerende zaken welke fysiek gescheiden zijn, dan wel, indien verbonden, juridisch of fysiek te onderscheiden zijn moeten afzonderlijk in aanmerking genomen worden wanneer zij afzonderlijk kunnen worden gebruikt.
Wat is de hoofdregel met betrekking tot de levering van een onroerende zaak?
Art. 11 lid 1 sub a Wet OB 1968
De levering van onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen zijn vrijgesteld voor de omzetbelasting.
In welke situatie is de levering van een onroerende zaak niet vrijgesteld voor de omzetbelasting?
- Wanneer een gebouw en het erbij behorende terrein geleverd wordt vóór, op, of uiterlijk twee jaren na het tijdstip van de eerste ingebruikneming (art. 11 lid 1 sub a onderdeel 1 Wet OB 1968)
- Bij de levering van een bouwterrein (art. 11 lid 1 sub a onderdeel 1 Wet OB 1968)
- Wanneer partijen opteren voor belaste levering van een onbebouwd niet-bouwterrein of een ‘oud’ gebouw, mits aan de voorwaarden van art. 11 lid 1 sub a onderdeel 2 Wet OB 1968 voldaan wordt.
Uit art. 11 lid 1 sub a onderdeel 1 Wet OB 1968 volgt dat de levering van een (gedeelte van een) gebouw vóór, op, of uiterlijk twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikname vrijgesteld is. Wanneer is er sprake van een gebouw?
Art. 11 lid 5 Wet OB 1968
Er is sprake van een gebouw in de zin van art. 11 lid 1 sub a onderdeel 1 Wet OB 1968 wanneer er een bouwwerk is welke vast met de grond is verbonden.
Wanneer is een bouwwerk vast met de grond verbonden?
HvJ Maierhofer
Een bouwwerk is vast met de grond verbonden wanneer het niet gemakkelijk te demonteren of te verplaatsen is.
Uit art. 11 lid 1 sub a onderdeel 1 Wet OB 1968 volgt dat ook de levering van het bij het gebouw behorende terrein belast is met de btw. Wanneer is er sprake van een bij het gebouw behorend terrein?
Art. 11 lid 5 sub c Wet OB 1968
Ieder terrein dat naar maatschappelijke opvattingen behoort bij dan wel dienstbaar is aan het gebouw is een bij het gebouw behorend terrein.
Hoe wordt beoordeeld wanneer het moment van eerste ingebruikname van een gebouw is?
Dit is een zeer feitelijke toets. Het moment van eerste ingebruikname is wanneer er voor het eerst iets of iemand ‘in’ het gebouw zit.
Het moment dat iets of iemand ‘in’ het gebouw zit leidt enkel tot een eerste ingebruikname wanneer dit conform de bestemming van de onroerende zaak is.
Stel dat iemand een gebouw neemt en deze dusdanig verbouwt dat er sprake is van een nieuw gebouw. Welke gevolgen heeft dit voor de btw?
Art. 11 lid 5 sub b Wet OB 1968
Ná de verbouwing van een gebouw wordt de ingebruikneming als eerste ingebruikneming aangemerkt, indien door de verbouwing een vervaardigd goed is voortgebracht. Dit kan er toe leiden dat de levering belast is.
Wanneer is er sprake van een vervaardiging in de zin van art. 11 lid 5 sub c Wet OB 1968?
HvJ Van Dijk’s Boekhuis
Vervaardiging is de voortbrenging van een goed dat van te voren niet bestond. Hier is sprake van indien de functie van het ontstane goed naar maatschappelijke opvattingen verschilt met de functie die de verstrekte materialen hadden. Het herstellen van de oude functie is dus geen vervaardiging.
HR 19 november 2010
Aan het criterium van HvJ Van Dijk’s Boekhuis is voldaan wanneer sprake is van in wezen nieuwbouw.
Rb Zeeland-West-Brabant 7 februari 2022
Bij de beoordeling of er sprake is van in wezen nieuwbouw, dient in ieder geval gekeken te worden naar of er een wijziging heeft plaatsgevonden in de bouwkundige constructie.
Op grond van art. 11 lid 1 sub a onderdeel 1 Wet OB 1968 is de levering van een bouwterrein niet vrijgesteld voor de omzetbelasting. Wanneer is er sprake van een bouwterrein?
Art. 11 lid 6 Wet OB 1968
Er is sprake van een bouwterrein wanneer het gaat om onbebouwde grond die kennelijk bestemd is om te worden bebouwd.
In enkele gevallen is er ondanks bebouwing toch sprake van een onbebouwde grond. Welke gevallen zijn dit?
- Een vast verbonden bouwwerk dat naar zijn aard dienstbaar is aan de onbebouwde grond.
- Verwaarloosbare verbouwing.
- Bebouwing die geen functie meer vervult voor een eventueel nieuw te realiseren opstal.
Wanneer is een onbebouwde grond kennelijk bestemd om te worden bebouwd?
Wanneer hier objectieve gegevens aan ten grondslag liggen. Denk hierbij aan concrete plannen, een afgegeven omgevingsvergunning of voorzieningen die zijn getroffen met het oog op bebouwing van de grond.
Een koop-/aannemingsovereenkomst bestaat uit meerdere delen. Welke delen zijn dit?
- Een koopdeel. Er wordt een onroerende zaak geleverd.
- Een aannemingsdeel. De aannemer verricht werkzaamheden naast de levering, zoals een sloop van een oud gebouw, het bouwrijp maken van grond, de verbouwing van een gebouw of de bouw van een nieuw gebouw.
Een afnemer koopt een oud gebouw en laat dit gebouw door de verkoper ook volledig slopen. Hoe wordt dit behandeld voor de btw?
HvJ Don Bosco en HvJ Woningstichting Maasdriel
Het Hof oordeelt hier dat er sprake is van één economisch ondeelbare prestatie. Deze prestatie is de oplevering van wat uiteindelijk gecreëerd wordt (de onbebouwde grond). Hierdoor is de vrijstelling niet van toepassing.