Week 4 - Belastbare handelingen

Question 1

Welke voorwaarden dient aan voldaan te zijn voordat er sprake is van een belastbare feit?

Answer 1

Art. 1 onderdeel a Wet OB 1968
1. Een als zodanig handelende ondernemer.
2. Levering of dienst.
3. Onder bezwarende titel.
4. In Nederland

Question 2

Wanneer is er sprake van een bezwarende titel?

Answer 2

Als jij presteert voor een ander, moet tegenover deze prestatie de verwachting staan dat je hier een vergoeding voor krijgt. Dit noemen we de rechtsbetrekking.

Question 3

Wat volgt uit het arrest HvJ Tolsma?

Answer 3

Tolsma stond met een muziek kraam op de markt. Hij kreeg geld in een bakje van voorbijgangers. De inspecteur wilde btw heffen over de inkomsten.

Het Hof oordeelde dat er enkel sprake kan zijn van een bezwarende titel wanneer er sprake is van een bedongen tegenprestatie. Omdat Tolsma geen aanspraak kon maken op een vergoeding, was er geen sprake van een rechtsbetrekking en dus geen sprake van een bezwarende titel.

Question 4

Wat is de essentie van het arrest HvJ Kennemer Golf en Country Club?

Answer 4

Kennemer Golf en Country Club had veel leden welke amper op kwamen dagen. Zij betaalden dus contributie zonder gebruik te maken van hun abonnement.

Volgens het Hof vormt de contributie van de leden een tegenprestatie voor de door de vereniging verrichtte diensten, ook al werd er geen of nauwelijk gebruik gemaak van de diensten.

Question 5

Hoe dienen subsidies beoordeeld te worden voor de btw?

Answer 5

De vraag is of er een bezwarende titel is. Om dit te beoordelen dient een onderscheid gemaakt te worden tussen subsidies welke verstrekt worden uit algemeen belang en uit individueel belang.

Indien de subsidie verstrekt wordt uit algemeen belang, is de prestatie onbelastbaar voor de btw.

Indien de subsidie verstrekt wordt uit individueel belang, dan is de prestatie belastbaar voor de btw.

Question 6

Wat is de essentie van het arrest HvJ Mohr?

Answer 6

Een boer ontving een subsidie voor het beëindigen van zijn bedrijfsactiviteiten. Is deze subsidie belastbaar?

Volgens het Hof is de tegenprestatie bij een subsidie slechts belast wanneer er een rechtstreeks verband is tussen de prestatie en de verstrekte subsidie en het gaat om individueel gebruik (de eindgebruiker is aan te wijzen).

Question 7

Wanneer is er sprake van een goed?

Answer 7

Art. 3 lid 7 Wet OB 1968
Goederen zijn alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, alsmede elektriciteit, gas, warmte of koude en dergelijke.

Question 8

Waarvoor is het onderscheid tussen roerende en onroerende goederen van belang?

Answer 8

Indien onroerende goederen worden geleverd of verhuurd, dan valt dit onder een vrijstelling. Indien het een roerende zaak is, dan is de opbrengst belast.

Question 9

Hoe wordt de vestiging of overdracht van een beperkt recht op een onroerende zaak behandeld voor de omzetbelasting?

Answer 9

Art. 3 lid 2 Wet OB 1968
De vestiging of overdracht van een absoluut recht op een onroerende zaak wordt voor de btw gelijkgesteld met een levering, tenzij het hypotheek of huur betreft.

Question 10

Wat heeft het Hof geoordeeld in HvJ SAFE?

Answer 10

Het Hof heeft geoordeeld dat voor de uitleg van het begrip ‘levering’ aangesloten moet worden bij het EU recht en niet bij het nationale recht.

Question 11

Welke componenten zijn verbonden aan het hebben van de feitelijke macht van een goed (art. 3 lid 1 sub a Wet OB 1968)?

Answer 11

1. Feitelijk component. Het moet fysiek in jouw macht zijn.
2. Juridisch component. De eigenaar heeft zich verplicht mee te werken aan de overdracht of er is sprake van een volmacht.
3. Economische component. Overgang van slechts economisch belang is niet voldoende.

Question 12

Hoe dient een overgang van een goed aan een lessee beoordeeld te worden voor de btw?

Answer 12

Voor de btw vindt er één handeling plaats. De leveraar levert direct aan de lessee, en niet aan de leasemaatschappij, wie op zijn beurt vervolgens levert aan de lessee.

Question 13

In art. 3 lid 1 sub b Wet OB 1968 is de huurkoop geregeld. Wat is huurkoop?

Answer 13

Je krijgt een goed geleverd en krijgt hierbij de verplichting om verschillende termijnen te betalen. Het eigendom gaat over op het moment dat de laatste termijn betaald is.

Question 14

Wanneer wordt een goed geleverd wanneer er sprake is van een huurkoop?

Answer 14

Wanneer het goed afgegeven wordt, vindt voor de btw de volledige levering plaats. Op dat moment is dus de btw verschuldigd.

Question 15

Welke vormen van lease kennen we en hoe dienen deze behandeld te worden voor de btw?

Answer 15

1. Operational lease. Je leaset een goed en aan het einde van de lease geef je het goed terug. Dit wordt behandeld voor de btw alsof het een verhuur is.
2. Financial lease. Na de laatste termijn verkrijg je het eigendom. Dit kan onder omstandigheden een levering vormen.

Question 16

Wat is de essentie van het arrest HvJ EON?

Answer 16

In dit arrest heeft het Hof zich uitgelaten over wanneer een financial lease een levering is voor de btw.

Hier is sprake van wanneer:
1. De lessee feitelijke beschikking heeft over het goed.
2. Kosten van gebruik, onderhoud, verzekering etc voor rekening van de lessee komen.
3. Koopoptie aan het einde van de leaseperiode voor een lage prijs (optelsom van termijnen.)
4. Juridisch eigendom op elk moment verkrijgen.
5. Leaseovereenkomst kan niet eenzijdig worden beëindigd.

Question 17

In art. 3 lid 1 sub c Wet OB 1968 is genoemd dat oplevering van een onroerende zaak een levering is voor de btw. Wat is oplevering?

Answer 17

Een onroerende zaak wordt opgeleverd wanneer op een grond van iemand iets gebouwd wordt. Er vindt dan als het ware natrekking plaats.

Question 18

Wat is de essentie van het arrest HvJ Van Dijk’s Boekhuis?

Answer 18

In dit arrest heeft het Hof geoordeeld dat reparatiewerkzaamheden die de functie van een goed teruggeven, zonder dat er een nieuw goed ontstaat, niet het vervaardigen van een goed in roerende staat is.

Question 19

Hoe worden onttrekkingen naar privé behandeld voor de omzetbelasting?

Answer 19

Art. 3 lid 3 sub a Wet OB 1968.
Indien met betrekking tot dat goed recht op vooraftrek genoten is, dan vormt de onttrekking een levering in de zin van art. 1 Wet OB 1968.

Question 20

Geef een voorbeeld van een meerpartijentransactie en hoe deze voor de btw behandeld moet worden.

Answer 20

Art. 3 lid 4 Wet OB 1968
Partij A heeft een goed onder zich wat in eigendom is van partij B. Zij sluiten met C een overeenkomst dat het goed overgedragen wordt van A naar C.

De btw ziet dit als twee leveringen. Eén van B naar A, en één van A naar C.

Question 21

Partij A verkoopt een goed door middel van een commissionair aan partij B. Hoe dient deze overdracht behandeld te worden voor de btw?

Answer 21

Art. 3 lid 6 Wet OB 1968
Als de commissionair handelt op eigen naam maar voor rekening en risico van A, dan wordt de overdracht van het goed voor de btw behandeld als twee leveringen.
Eén van A aan de commissionair, en één van de commissionair aan B.
De commissionair levert dus een goed, ondanks dat hij dit niet in zijn macht gehad heeft.
Voor diensten geldt hetzelfde (art. 4 lid 4 Wet OB 1968.)

Question 22

Wat zijn diensten?

Answer 22

Art. 4 lid 1 Wet OB 1968
Diensten zijn alle prestaties, niet zijnde leveringen van goederen.

Question 23

Wat is de hoofdregel met betrekking tot de samenvoeging prestaties?

Answer 23

In beginsel dienen alle leveringen en diensten afzonderlijk beoordeeld te worden.

Question 24

Welke uitzonderingen zijn er op de hoofdregel met betrekking tot de samenvoeging van prestaties?

Answer 24

1. HvJ CPP. Indien de leveringen en/of diensten door de modale consument gezien wordt als één prestatie, dan is er sprake van absorptie. Er is dan sprake van één levering of dienst, de hoofdprestatie die aangewezen kan worden. De overige zijn dan bijkomende prestaties.
2. HvJ Levob. Er is sprake van één prestatie ingeval bij een handeling wanneer twee of meer handelingen zo nauw met elkaar verbonden zijn, dat zij objectief gezien één ondeelbare economische handeling vormen waarvan splitsing kunstmatig zou zijn.

Question 25

Hoe dient de overdracht van een onderneming behandeld te worden voor de btw?

Answer 25

Art. 37d Wet OB 1968
Wanneer een ondernemer zijn onderneming overdraagt of inbrengt in een vennootschap, dan worden geen leveringen of dienst geacht te hebben plaatsgevonden.

Question 26

Wat is de essentie van het arrest HvJ Zita Modes?

Answer 26

Een ondernemer draagt zijn onderneming volledig over. De overnemer zet een onderneming door in het pand, maar een ander soort onderneming. Geldt art. 37d dan nog?

Het Hof heeft geoordeeld dat zo lang je als ondernemer niet van plan bent om de onderneming direct te liquideren, is voldaan aan het voortzettingsvereiste. De overnemende ondernemer mag dus niet direct de onderneming liquideren.