Week 5 - Plaats van belastbare handelingen Flashcards

1
Q

Welke beginselen kennen we met betrekking tot de plaatsbepaling van een levering of dienst?

A
  1. Bestemmingslandbeginsel. Dit is het uitgangspunt. Houdt in dat de belastingheffing plaatsvindt in het land waar het verbruik plaatsvindt.
  2. Oorsprongslandbeginsel. Houdt in dat de belastingheffing plaatsvindt in het land vanuit waar de dienst of de levering plaatsvindt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de complicatie met betrekking tot het bestemmingslandbeginsel?

A

Het is in sommige gevallen vrijwel onmogelijk om te weten waar het gebruik plaatsvindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke complicaties bestaan er met betrekking tot het oorsprongslandbeginsel?

A
  1. Diensten en goederen afkomstig uit landen buiten de EU zouden buiten de heffing vallen.
  2. Er zijn tariefverschillen tussen landen. Dit zou concurrentie op basis hiervan op kunnen leveren, wat ongewenst is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom kennen we plaatsbepalingsregels in de Wet?

A

Deze regels zijn er om bevoegdheidsconflicten die tot dubbele heffing of niet-heffing leiden te vermijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe is de bewijslast verdeeld wanneer het aankomt op de plaatsbepaling?

A

Art. 37e Wet OB 1968
Indien een ondernemer in Nederland woont, gevestigd is of een vaste inrichting heeft, dan worden zijn diensten en leveringen geacht plaats te hebben gevonden in Nederland, tenzij hij het tegendeel bewijst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de plaats van levering wanneer een goed niet vervoerd wordt?

A

Art. 5 lid 1 sub b Wet OB 1968
Dit is de plaats waar het goed zich bevindt ten tijden van de levering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de plaats van levering indien een goed vervoerd wordt?

A

Art. 5 lid 1 sub a Wet OB 1968
De plaats van levering is de plaats waar het vervoer aanvangt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de plaats van levering bepaald indien goederen ingevoerd worden?

A

Art. 5 lid 2 Wet OB 1968
De levering vanuit het derde-land wordt geacht te hebben plaats gevonden in de lidstaat van invoer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een intracommunautaire afstandsverkoop?

A

Art. 2a lid 1 sub w Wet OB 1968
Dit is een verkoop van een goed waarbij de lidstaat van verzending van het goed een andere is dan de lidstaat van aankomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt een intracommunautaire afstandsverkoop behandeld voor de btw?

A

Art. 5a lid 1 Wet OB 1968
In beginsel is de plaats van levering de plaats waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van aankomst.

Art. 6k lid 1 Wet OB 1968
Bovengenoemde regel is niet van toepassing indien de leverancier zijn woon- of verblijfplaats in slechts één lidstaat heeft, de goederen worden verzonden naar consumenten in een andere lidstaat en het totale bedrag van leveringen aan consumenten in andere lidstaten in het kalenderjaar of het voorgaande kalenderjaar niet meer dan €10.000 bedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de hoofdregel voor de plaatsbepaling van een B2B dienst?

A

Art. 6 lid 1 eerste volzin Wet OB 1968
De plaats van dienst is de plaats waar de ondernemer zijn zetel van bedrijfsuitoefening heeft.

Art. 6 lid 1 tweede volzin Wet OB 1968
Indien de dienst verricht wordt voor een vaste inrichting van de ondernemer in een andere lidstaat, dan is de plaats van dienst de plaats waar de vaste inrichting zich bevindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie is de btw verschuldigd indien de hoofdregel van art. 6 lid 1 Wet OB 1968 van toepassing is?

A

Art. 12 lid 1 Wet OB 1968
De belasting wordt in beginsel geheven van de ondernemer die de dienst verricht.

Art. 12 lid 2 Wet OB 1968
Indien de ondernemer die de dienst verricht niet in Nederland woont, gevestigd is, of een vaste inrichting heeft, en de afnemer van dienst een btw-identificatienummer in Nederland heeft, dan wordt de btw geheven van de afnemer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe dient de plaats van een dienst bepaald te worden indien de afnemer van de dienst deels belastbare prestaties verricht en deels niet-belastbare prestaties verricht?

A

Art. 7 lid 7 sub a Wet OB 1968
De afnemer van de dienst wordt voor alle door hem afgenomen diensten aangemerkt als ondernemer. De B2B hoofdregel geldt dus ook voor deze (rechts)personen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe worden rechtspersonen welke geen ondernemers zijn, maar die wel voor btw-doeleinden geïdentificeerd zijn, behandeld voor de plaatsbepaling van diensten?

A

Art. 7 lid 7 sub b Wet OB 1968
Deze rechtspersoon wordt ten aanzien van de plaatsbepalingsregels van diensten aangemerkt als ondernemer. De B2B hoofdregel geldt dus ook voor deze rechtspersonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de hoofdregel voor de plaatsbepaling van een B2C dienst?

A

Art. 6 lid 2 eerste volzin Wet OB 1968
De plaats van dienst is daar waar de dienstverrichter de plaats van zijn bedrijfsuitoefening heeft.

Art. 6 lid 2 tweede volzin Wet OB 1968
Indien de dienst verricht wordt vanuit een vaste inrichting welke in een andere lidstaat is gevestigd, dan is het de plaats waar de vaste inrichting gevestigd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt de plaats van een onder art. 6i sub a t/m h Wet OB 1968 genoemde dienst bepaald wanneer de ondernemer die de dienst verricht buiten de EU is en de plaats van dienst buiten de EU is?

A

Art. 6j onderdeel b Wet OBb 1968
Indien het gebruik in Nederland plaatsvindt, dan wordt de dienst geacht in Nederland te hebben plaatsgevonden.

17
Q

Wanneer is er voor de omzetbelasting sprake van een vaste inrichting?

A

HvJ Berkholz
1. Fysieke constructie
2. Personeel
3. Duurzaamheid / bestendigheid
4. Verkopen vanuit de vaste inrichting

18
Q

Welke vormen van de vaste inrichting kennen we?

A
  1. Inkoop-vaste inrichting. In dat geval heeft de afnemer een vaste inrichting.
  2. Verkoop-vaste inrichting. In dat geval heeft de dienstverrichter een vaste inrichting.
19
Q

Wat is de hoofdregel met betrekking tot de verschuldigdheid van de btw wanneer de hoofdregel van B2B diensten van toepassing is?

A

Indien het een transactie tussen twee lidstaten betreft, is de kans zeer groot dat de verleggingsregeling van toepassing is ex art. 12 lid 2 Wet OB 1968.

20
Q

Wat houdt het concept ‘listing’ in?

A

Art. 37a lid 1 Wet OB 1968
Iedere ondernemer is verplicht om aan het einde van iedere maand een lijst te sturen naar de inspecteur met welke afnemers hij heeft gehad inclusief de bijbehorende btw-nummers.

21
Q

Waarom kennen we het concept ‘listing’?

A

De inspecteur stuurt de lijst met afnemers door naar het buitenland. Hier kan gecontroleerd worden of voldoende btw is afgedragen

22
Q

Kan de btw verlegd worden indien de verleggingsregeling van art. 12 lid 2 Wet OB 1968 niet van toepassing is?

A

Art. 12 lid 3 Wet OB 1968
Lid 2 ziet enkel op diensten waarvan de plaats bepaald wordt door de hoofdregel van art. 6 lid 1 Wet OB 1968. Indien de hoofdregel niet van toepassing is, kan de btw nog verlegd naar de in Nederland gevestigde afnemer van de dienst middels lid 3.