Week 12 - Intracommunautaire transacties Flashcards
Hoe verhouden intracommunautaire leveringen zich tot intracommunautaire verwervingen?
Je kan nooit de ene hebben, zonder de andere. Er is dus altijd sprake van zowel een ICV als van een ICL.
Hoe verschilt een levering aan een ondernemer welke de grens over gaat met een levering aan een consument welke de grens over gaat?
Indien geleverd wordt aan een ondernemer in een andere lidstaat, dan zijn de regels inzake de ICL en ICV van toepassing.
Indien het een levering aan een consument betreft, dan is de afstandsverkoopregeling ex art. 2a lid 1 sub w jo. art. 5a lid 1 sub a Wet OB 1968 van toepassing. Let nog wel op dat de uitzondering van art. 6k Wet OB 1968 niet van toepassing is.
Welke eisen moet aan voldaan worden wil er sprake zijn van een intracommunautaire levering?
- Ondernemer. Beide partijen moeten ondernemer zijn.
- Macht. De macht om als eigenaar te beschikken moet over gaan.
- Vervoer. De goederen moeten in het kader van de levering naar een andere lidstaat worden verzonden of vervoerd.
- Verlaten. De goederen moeten de lidstaat van vertrek daadwerkelijk verlaten.
Welke gevolgen heeft heeft de kwalificatie van een intracommunautaire levering?
- In beginsel zal het nultarief van toepassing zijn op de levering (art. 9 lid 2 sub b jo. Tabel II onderdeel 6 Wet OB 1968).
- Afnemer verricht een ICV in de lidstaat van aankomst.
Waar moet aan voldaan zijn wil het nultarief van toepassing zijn op de intracommunautaire levering?
- Vervoer naar andere lidstaat (Tabel II, post a.6)
- Goederen in andere lidstaat onderworpen aan ICV (Tabel II, post a.6)
- Aanspraak nultarief moet blijken uit ‘boeken en bescheiden’ (art. 12, lid 1, Uitv. Besl. OB)
- Geldig btw-identificatienummer afnemer (andere lidstaat dan die van vertrek)
(art. 12, lid 2, onderdeel a, ten tweede, Uitv. Besl. OB) - Opgaaf intracommunautaire prestaties
(art. 12, lid 2, onderdeel a, ten tweede, Uitv. Besl. OB)
Stel dat B de goederen komt ophalen, in plaats van dat A de goederen verzend of vervoerd. Welke gevolgen heeft dit voor de intracommunautaire levering?
Doordat B de goederen zelf op komt halen of deze laat vervoeren, wordt het voor A moeilijker om aan te tonen dat de goederen in het kader van de transactie vervoerd zijn.
Stel A levert de schoenen aan B en vervoert deze schoenen naar het magazijn van B in Nederland. Is er sprake van een intracommunautaire levering?
De schoenen worden niet in het kader van de levering naar een andere lidstaat vervoerd. Hierom is er geen sprake van een ICL en dient er 21% Nederlandse btw in rekening gebracht te worden.
A levert de vervoert de goederen naar het magazijn van B in Duitsland. Is er sprake van een intracommunautaire levering?
De goederen worden in het kader van de levering naar een andere lidstaat vervoerd. Hierom is er sprake van een intracommunautaire levering. Indien aan alle eisen voldaan is, kan het nultarief van toepassing zijn.
A vervoert de goederen vanaf zijn magazijn in Duitsland naar B. Is hier sprake van een intracommunautaire levering en welke gevolgen heeft dit voor de verschuldigdheid?
Er is geen sprake van een intracommunautaire levering. De goederen gaan namelijk niet in het kader van de transactie de grens over. Het is een lokale levering waar Duitse btw over verschuldigd is. Omdat het onwenselijk is dat A Duitse btw af moet dragen, is de verleggingsregeling van art. 12 lid 3 Wet OB 1968 van toepassing.
A brengt zijn goederen over naar zijn magazijn in Duitsland. Is hier sprake van een intracommunautaire levering?
Art. 3a Wet OB 1968
Hier is sprake van een fictieve ICL. Als goederen voor bedrijfsdoeleinden de grens over gaan en niet worden geleverd, dan wordt dit gelijkgesteld met een levering onder bezwarende titel in de zin van art. 1 sub a Wet OB 1968.
A levert de goederen aan B. De goederen worden eerst vervoerd naar het magazijn van A in Duitsland en worden vanuit hier verzonden naar B. Is hier sprake van een intracommunautaire levering?
Hier is sprake van een fictieve ICL ex art. 3a Wet OB 1968 en een lokale levering in Duitsland.
Is er nog sprake van een intracommunautaire levering wanneer de goederen door een Belgische vervoersdienst vervoerd worden van Nederland naar Duitsland?
De goederen worden nog steeds in het kader van de levering de vervoerd naar een andere lidstaat. Hierom is er sprake van een ICV, en zal het nultarief van toepassing zijn indien aan de voorwaarden voldaan wordt.
De Belgische postbezorger verricht een dienst aan A. Hier zijn de normale plaatsbepalingsregels voor diensten op van toepassing inclusief de verleggingsregeling.
Wanneer is er sprake van een intracommunautaire verwerving?
Art. 17a lid 1 Wet OB 1968
1. Verwerving van goederen door een ondernemer;
2. Ingevolge een levering door een ondernemer;
3. Waarbij de goederen van een lidstaat naar een andere lidstaat worden verzonden of vervoerd.
Hoe wordt bepaald wat de plaats is van de intracommunautaire verwerving?
Art. 17b lid 1 Wet OB 1968
De plaats van de ICV is de plaats van de aankomst van de verzending of het vervoer.
Wat is de maatstaf van heffing bij een intracommunautaire verwerving?
Art. 17c lid 1 Wet OB 1968
De maatstaf van heffing bij een ICV is de vergoeding.