Week 12 - Intracommunautaire transacties Flashcards

1
Q

Hoe verhouden intracommunautaire leveringen zich tot intracommunautaire verwervingen?

A

Je kan nooit de ene hebben, zonder de andere. Er is dus altijd sprake van zowel een ICV als van een ICL.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe verschilt een levering aan een ondernemer welke de grens over gaat met een levering aan een consument welke de grens over gaat?

A

Indien geleverd wordt aan een ondernemer in een andere lidstaat, dan zijn de regels inzake de ICL en ICV van toepassing.
Indien het een levering aan een consument betreft, dan is de afstandsverkoopregeling ex art. 2a lid 1 sub w jo. art. 5a lid 1 sub a Wet OB 1968 van toepassing. Let nog wel op dat de uitzondering van art. 6k Wet OB 1968 niet van toepassing is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke eisen moet aan voldaan worden wil er sprake zijn van een intracommunautaire levering?

A
  1. Ondernemer. Beide partijen moeten ondernemer zijn.
  2. Macht. De macht om als eigenaar te beschikken moet over gaan.
  3. Vervoer. De goederen moeten in het kader van de levering naar een andere lidstaat worden verzonden of vervoerd.
  4. Verlaten. De goederen moeten de lidstaat van vertrek daadwerkelijk verlaten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke gevolgen heeft heeft de kwalificatie van een intracommunautaire levering?

A
  1. In beginsel zal het nultarief van toepassing zijn op de levering (art. 9 lid 2 sub b jo. Tabel II onderdeel 6 Wet OB 1968).
  2. Afnemer verricht een ICV in de lidstaat van aankomst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar moet aan voldaan zijn wil het nultarief van toepassing zijn op de intracommunautaire levering?

A
  1. Vervoer naar andere lidstaat (Tabel II, post a.6)
  2. Goederen in andere lidstaat onderworpen aan ICV (Tabel II, post a.6)
  3. Aanspraak nultarief moet blijken uit ‘boeken en bescheiden’ (art. 12, lid 1, Uitv. Besl. OB)
  4. Geldig btw-identificatienummer afnemer (andere lidstaat dan die van vertrek)
    (art. 12, lid 2, onderdeel a, ten tweede, Uitv. Besl. OB)
  5. Opgaaf intracommunautaire prestaties
    (art. 12, lid 2, onderdeel a, ten tweede, Uitv. Besl. OB)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stel dat B de goederen komt ophalen, in plaats van dat A de goederen verzend of vervoerd. Welke gevolgen heeft dit voor de intracommunautaire levering?

A

Doordat B de goederen zelf op komt halen of deze laat vervoeren, wordt het voor A moeilijker om aan te tonen dat de goederen in het kader van de transactie vervoerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stel A levert de schoenen aan B en vervoert deze schoenen naar het magazijn van B in Nederland. Is er sprake van een intracommunautaire levering?

A

De schoenen worden niet in het kader van de levering naar een andere lidstaat vervoerd. Hierom is er geen sprake van een ICL en dient er 21% Nederlandse btw in rekening gebracht te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

A levert de vervoert de goederen naar het magazijn van B in Duitsland. Is er sprake van een intracommunautaire levering?

A

De goederen worden in het kader van de levering naar een andere lidstaat vervoerd. Hierom is er sprake van een intracommunautaire levering. Indien aan alle eisen voldaan is, kan het nultarief van toepassing zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

A vervoert de goederen vanaf zijn magazijn in Duitsland naar B. Is hier sprake van een intracommunautaire levering en welke gevolgen heeft dit voor de verschuldigdheid?

A

Er is geen sprake van een intracommunautaire levering. De goederen gaan namelijk niet in het kader van de transactie de grens over. Het is een lokale levering waar Duitse btw over verschuldigd is. Omdat het onwenselijk is dat A Duitse btw af moet dragen, is de verleggingsregeling van art. 12 lid 3 Wet OB 1968 van toepassing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

A brengt zijn goederen over naar zijn magazijn in Duitsland. Is hier sprake van een intracommunautaire levering?

A

Art. 3a Wet OB 1968
Hier is sprake van een fictieve ICL. Als goederen voor bedrijfsdoeleinden de grens over gaan en niet worden geleverd, dan wordt dit gelijkgesteld met een levering onder bezwarende titel in de zin van art. 1 sub a Wet OB 1968.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

A levert de goederen aan B. De goederen worden eerst vervoerd naar het magazijn van A in Duitsland en worden vanuit hier verzonden naar B. Is hier sprake van een intracommunautaire levering?

A

Hier is sprake van een fictieve ICL ex art. 3a Wet OB 1968 en een lokale levering in Duitsland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is er nog sprake van een intracommunautaire levering wanneer de goederen door een Belgische vervoersdienst vervoerd worden van Nederland naar Duitsland?

A

De goederen worden nog steeds in het kader van de levering de vervoerd naar een andere lidstaat. Hierom is er sprake van een ICV, en zal het nultarief van toepassing zijn indien aan de voorwaarden voldaan wordt.
De Belgische postbezorger verricht een dienst aan A. Hier zijn de normale plaatsbepalingsregels voor diensten op van toepassing inclusief de verleggingsregeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer is er sprake van een intracommunautaire verwerving?

A

Art. 17a lid 1 Wet OB 1968
1. Verwerving van goederen door een ondernemer;
2. Ingevolge een levering door een ondernemer;
3. Waarbij de goederen van een lidstaat naar een andere lidstaat worden verzonden of vervoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt bepaald wat de plaats is van de intracommunautaire verwerving?

A

Art. 17b lid 1 Wet OB 1968
De plaats van de ICV is de plaats van de aankomst van de verzending of het vervoer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de maatstaf van heffing bij een intracommunautaire verwerving?

A

Art. 17c lid 1 Wet OB 1968
De maatstaf van heffing bij een ICV is de vergoeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk tarief is van toepassing op de intracommunautaire verwerving?

A

Art. 17d Wet OB 1968
Op intracommunautaire verwervingen is hetzelfde tarief van toepassing als bij lokale leveringen.

17
Q

Wie is de btw over de intracommunautaire verwerving verschuldigd?

A

Art. 17f Wet OB 1968
De belasting wordt geheven van degene die de intracommunautaire verwerving verricht.

18
Q

Kan de ondernemer die een intracommunautaire verwerving verricht deze btw in aftrek brengen?

A

Art. 15 lid 1 sub b Wet OB 1968
De ondernemer kan de btw welke hij verschuldigd is geworden vanwege een ICV.

19
Q

Wat is een nummerverwerving?

A

De goederen worden vervoerd naar Nederland, waar B een magazijn heeft. De ICV vindt derhalve plaats in Nederland, waardoor hier 21% Nederlandse btw geheven zal worden. B zal zich dus moeten registreren voor de btw in Nederland. Om er voor te zorgen dat B de btw sowieso afdraagt, vindt naast de ICV in Nederland op grond van art. 17b lid 1 Wet OB 1968 ook een ICV plaats in Duitsland op grond van art. 17b lid 2 Wet OB 1968. De ICV in Duitsland, de nummerverwerving, vervalt wanneer B aantoont dat de belasting in Nederland is geheven.

20
Q

Is er sprake van dubbele belastingheffing wanneer art. 17b lid 2 Wet OB 1968 (nummerverwerving) van toepassing is?

A

Art. 30 lid 1 Wet OB 1968
De btw is in beginsel ook verschuldigd in het land waar de ondernemer geregistreerd is voor de btw en waar de nummerverwerving dus plaats vindt. De ondernemer kan ten aanzien van deze btw op verzoek teruggaaf van belasting vorderen nadat de btw in de ICV staat is geheven. Hiervoor moet hij aantonen dat de belasting afgedragen is in de ICV staat.

21
Q

A heeft een overeenkomst met B om goederen te leveren. B levert deze goederen direct door aan C en vraagt aan A om de goederen direct naar C te vervoeren. Hoe veel belastbare leveringen vinden hier plaats voor de btw?

A

Art. 3 lid 4 Wet OB 1968
Dit wordt een ketentransactie genoemd. Voor de btw worden de goederen door ieder van de schakels geacht te zijn geleverd indien de goederen van de eerste schakel aan de laatste schakel worden afgeleverd.

22
Q

Wat is de essentie van HvJ EMAG?

A

In deze zaak zijn er twee belastbare leveringen voor de btw. In HvJ EMAG heeft het Hof geoordeeld dat slechts één van deze leveringen een ICL kan zijn.

23
Q

Welke opties zijn er in deze casus met betrekking tot de ICL, ICV en de lokale levering?

A

Er zijn twee opties:
1. Er is een ICL van A. Deze vindt plaats in Nederland onder het nultarief. B heeft een ICV in België. Tussen B en C is een lokale levering. Deze vindt plaats in België, aangezien het goed geacht wordt in België te zijn ten tijde van de levering omdat we eerder in deze optie al hebben vastgesteld dat er een ICV in België is.
2. Er is een ICL door B. Deze vindt plaats in Nederland en is belast onder het nultarief. C verricht een ICV in België. Hierover is Belgische btw verschuldigd. Er is een lokale levering tussen A en B. Deze vindt op grond van art. 5 lid 1 sub a Wet OB 1968 in Nederland plaats.

24
Q

Wanneer is Optie 1 van toepassing?

A

Optie 1 is van toepassing wanneer A het vervoer regelt.

25
Q

Wanneer is Optie 2 van toepassing?

A

Optie 2 is van toepassing wanneer het vervoer door C wordt geregeld.

26
Q

Welke levering in deze ketentransactie is de intracommunautaire levering wanneer B het vervoer verzorgt?

A

Art. 5c Wet OB 1968
Indien B de goederen zelf direct vervoert of dit voor zijn rekening laat vervoeren, dan handelt hij als tussenhandelaar en kan de ICL uitsluitend worden toegerekend aan te levering aan B.

27
Q

Stel B functioneert in deze ketentransactie als tussenhandelaar in de zin van art. 5c lid 3 Wet OB 1968. Welke gevolgen heeft het voor de btw wanneer B zijn Nederlandse btw-nummer deelt met A?

A

Art. 5c lid 2 Wet OB 1968
Wanneer de tussenhandelaar zijn btw-identificatienummer van het land vanuit waar de goederen worden verzonden of vervoerd met zijn afnemer mededeelt, dan wordt het vervoer uitsluitend toegerekend aan de levering door die tussenhandelaar.