Week 7 - Vrijstellingen Flashcards
Leg uit wat het concept van cumulatie van btw inhoudt.
Ondernemer A verricht een belaste prestatie aan ondernemer B. Vervolgens verricht B een vrijgestelde prestatie aan ondernemer C. Aangezien B de btw niet in vooraftrek kan brengen, wordt de btw onderdeel van de prijs en wordt dit meegenomen bij de winstmarge.
C verricht een belastbare handeling aan een consument. In de verkoopprijs zit de btw van de levering van A op B nog verborgen. Over deze verborgen btw welke in de verkoopprijs zit verborgen, wordt door C nog btw over berekend. Op deze manier wordt er btw over btw in rekening gebracht.
Hebben vrijstellingen een objectief of een subjectief karakter?
Vrijstellingen hebben in beginsel een objectief karakter. Zij volgen namelijk het belastingobject (de belastbare handeling).
In sommige gevallen dient echter ook rekening gehouden te worden met een subjectief element. Bijvoorbeeld bij de medische vrijstelling, waarbij de verrichter van de dienst gekwalificeerd moet zijn om de handeling te verrichten.
Hoe verhouden vrijstellingen zich tot illegale activiteiten?
Indien het strikt illegale activiteiten betreft, dan is er geen sprake van een economische activiteit en kom je helemaal niet toe aan de vrijstelling vraag.
Indien de illegale activiteiten niet strikt illegaal zijn, zoals een illegaal kansspel, dan ben je wel ondernemer en kom je ook toe aan de vrijstelling vraag.
Hoe dienen vrijstellingen uitgelegd te worden?
- Vrijstellingen zijn unierechtelijke begrippen, waardoor enkel aangesloten kan worden bij EU definities.
- Vrijstellingen zijn uitzonderingen op de hoofdregel. Hierom geldt dat deze strikt uitgelegd moeten worden.
Wat is het verschil tussen art. 11 lid 1 sub c Wet OB 1968 en art. 11 lid 1 sub g Wet OB 1968?
Art. 11 lid 1 sub c Wet OB 1968: intramurele diensten. Dit zijn medische diensten welke verricht worden aan een in een instelling opgenomen persoon, denk hierbij aan een ziekenhuis.
Art. 11 lid 1 sub g Wet OB 1968: extramurele diensten. Dit zijn medische diensten welke buiten een instelling worden verricht, zoals bij de huisarts.
Is er een vrijstelling van toepassing indien de medische dienst geen geregistreerd beroep in de Wet BIG is?
HvJ Solleveld
In beginsel is er dan geen vrijstelling, maar indien de medische zorg van gelijkwaardige kwaliteit is, dan is de vrijstelling toch van toepassing. Hier zien we een subjectief element van de vrijstellingen.
In art. 11 lid 1 sub p Wet OB 1968 is geregeld dat voor voordrachten een vrijstelling geldt. Wat zijn voordrachten?
Voordrachten zijn een soort van onderwijs, maar dit is vaak eenmalig. Denk aan cursussen en lezingen.
Een ouder besluit om het hockeyteam van zijn dochter te sponsoren. Welke gevolgen heeft dit voor de btw?
Art. 11 lid 1 sub v Wet OB 1968
Uit dit artikel volgt dat bijkomende prestaties, waaronder sponsoren, indien het onder een bepaald bedrag blijft vrijgesteld zijn voor de btw.
In o.a. art. 11 lid 1 sub c Wet OB 1968 staat dat ook de nauw samenhangende prestaties zijn vrijgesteld van de btw. Wanneer is er geen sprake van een nauw samenhangende prestatie?
Art. 11 lid 2 sub a Wet OB 1968
Er is geen sprake van een nauw samenhangende prestatie wanneer deze niet onontbeerlijk is voor het verrichten van de vrijgestelde levering. HvJ Ygeia: ziekenhuis stelt telefoons en tv’s ter beschikking aan patiënten. Dit was volgens het Hof niet onontbeerlijk voor de vrijgestelde handelingen.
Art. 11 lid 2 sub b Wet OB 1968
De handelingen mogen er niet in hoofdzaak toe strekken om extra inkomsten te genereren in concurrentie met aan btw onderworpen ondernemingen. HvJ Horizon College: school stelt leraar ter beschikking aan een andere school, waardoor in feite gehandeld werd als een uitzendbureau. Dit was geen nauw samenhangende prestatie.
We kennen twee soorten vrijstellingen. Welke zijn dit?
- Vrijstellingen voor activiteiten van algemeen belang.
- Vrijstellingen met een fiscaaltechnisch karakter.
In art. 11 lid 1 sub r Wet OB 1968 is de levering van van uitsluitend voor vrijgestelde prestaties gebruikte roerende zaken vrijgesteld. Waarom kennen we deze vrijstelling?
Wanneer een ondernemer een goed uitsluitend voor onbelaste prestaties heeft gebruikt, heeft hij hier geen recht op aftrek over gehad. Aangezien de leveringen van roerende zaken vrijwel altijd belastbaar zijn, zou de ondernemer btw moeten gaan berekenen over de verkoopprijs. Dit zou betekenen dat hij btw gaat berekenen over de btw welke reeds nog in de prijs zit (de verborgen btw). Er is dan dus cumulatie van btw, hetgeen we willen voorkomen.
Waarom zijn verzekeringen en kansspelen vrijgesteld voor de btw?
Omdat de ‘echte vergoeding’ voor deze dienstverlening moeilijk uit het in rekening gebrachte bedrag is te achterhalen.
Wat is de essentie van het arrest HvJ CSC Financial Services?
Art. 11 lid 1 sub i Wet OB 1968
Met “handelingen inzake effecten en andere waardepapieren” wordt bedoelt dat het rechten en verplichtingen van betrokkenen moet kunnen doen ontstaan, wijzigen of tenietgaan. Het enkel verstrekken van informatie is onvoldoende.