WEEK 7: HC7 - Prins H11.5 + 10 - Carr - Kuipers Flashcards

1
Q

Vul aan (Prins). Attachment Based Family Therapy is ontwikkeld vanuit het …

A

systeemtheoretische denkkader.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat staat centraal binnen ABFT? (Prins)

A

Het verbeteren van relaties tussen ouders en kinderen. Relationele processen in gezin staan centraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar is ABFT op gebaseerd? (Prins)

A

Op gehechtheidstheorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar worden de ervaringen van kinderen in hun interacties met hun ouders opgeslagen? (Prins)

A

In gehechtheidsschema’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is nodig om ABFT toe te kunnen passen? (Prins)

A
  • Kennis over gehechtheid in adolescentie
  • Attributieprocessen
  • Emotionele ontwikkeling en verwerking
  • Trauma en langdurige blootstelling hieraan
  • Over vergeving als therapeutisch proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar gaat het ABFT van uit als je kijkt naar de oorzaak? (Prins)

A

Dat wederkerige interactie de oorzaak is van relationele conflicten en wijst dus geen schuldige aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Binnen welke leeftijd is ABFT het meest optimaal? (Prins)

A

13 tot 18 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vul aan (Prins). Om een crisis effectief aan te pakken, moet een adolescent in staat zijn om…

A

zijn gehechtheidsgerelateerde gevoelens en behoeften op een directe en gereguleerde manier duidelijk te maken aan zijn ouders. Leren gevoel beter te verwoorden, beter om te gaan met emotie en om nieuwe relationele inzichten op te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de vijf fasen van ABFT? (Prins)

A
  1. Relationele herformulering
  2. Werkrelatie met de adolescent
  3. Werkrelatie met de ouders
  4. Herstellen van gehechtheidsschema’s
  5. Herstel van competentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt de fase ‘relationele herformulering’ in? (Prins)

A

Dit houdt in dat je uitlegt dat het niet enkel probleem is van adolescent, maar tussen relatie ouder-kind. Gezin wordt gemotiveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt de fase ‘werkrelatie met de adolescent’ in? (Prins)

A

Serieus nemen van gevoel/gedachten adolescent. Duidelijk maken dat adolescent niet altijd gelijk zal hebben, omdat er rekening wordt gehouden met ouders. Teleurstellingen worden besproken en voorbereiding wordt getroffen voor gesprek met ouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt de fase ‘werkrelatie met ouders’ in? (Prins)

A

Sterke kanten ouders in kaart brengen, krijgen complimenten en erkenning, duidelijk maken wat ouders van therapie verwachten. Ouders proberen te begrijpen, verlangens en teleurstellingen in kaart brengen. Uitleg welke rol zij spelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt de fase ‘herstellen van gehechtheidsschema’s’ in? (Prins)

A

In gesprek vertelt adolescent over verlies van vertrouwen in ouders en proberen ouders niet defensief op te reageren. Bij erkennen gevoel adolescent, dan is herstel mogelijk. Beide partijen krijgen ruimte voor kant van verhaal te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt de fase ‘herstel van competentie’ in? (Prins)

A

Werken aan zelfbeeld adolescent. Therapeut helpt met zoeken uitdagingen en opbouwen sociaal netwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kunnen oorzaken zijn van gezinsproblematiek? (HC)

A
  • Ziekte van ouder, kind of familielid
  • Ruziënde ouders
  • Meningsverschillen tussen ouders over hoe opvoeden
  • Taakverdeling tussen ouders
  • Individuele problemen van gezinsleden
  • Bepaalde fasen in gezin dat moeizaam verloopt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij de uitvoering van gezinsbehadeling moet rekening worden gehouden met (HC):

A
  • Inzicht in wat kind nodig heeft om te kunnen functioneren in maatschappij
  • Eigen bagage, wat neemt ouder mee in eigen (opvoed)rugzak
  • Vanuit welke positie reageert de ouder
  • Kennis over en vergroten van emotieregulatie
  • Vergroten reflectievaardigheden: gezinsbehandeling wordt ingewikkeld als ouders niet op zichzelf kunnen reflecteren
  • Vergroten inlevingsvermogen van ouders en leren dat dit bij kinderen nog minder is ontwikkeld
  • Verbeteren kwaliteit ouder-kindrelatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Uit welke vijf aspecten heeft een kind elke dag iets nodig om te kunnen ontwikkelen? (HC)

A
  1. Structuur en regelmaat
  2. Stimulering van ontwikkeling
  3. Zorg en bescherming
  4. Plezier en positieve aandacht
  5. Regels en redelijke grenzen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke vijf vaardigheden hebben ouders om een veilige gehechtheid tot stand te brengen? (HC)

A
  1. Sensitiviteit
  2. Afstemmen
  3. Beschikbaarheid
  4. Voorspelbaarheid
  5. Mentaliseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat houdt de vaardigheid ‘sensitiviteit’ in bij veilige hechting? (HC)

A
  • Vermogen van ouders om stemmingen en behoeften van hun kind aan te voelen
  • Door intensief en met aandacht met het kind om te gaan, leren ouders hun kind goed kennen
  • Ouders leren hoe het kind zich prettig voelt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat houdt de vaardigheid ‘afstemmen’ in bij veilige hechting? (HC)

A
  • Handelen van ouders afstemmen op het kind
  • Ouders passen zich aan aan het kind en het kind zal met emotionele radar ook proberen af te stemmen op de ouder
  • Proces van twee kanten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat houdt de vaardigheid ‘beschikbaarheid’ in bij veilige hechting? (HC)

A
  • Belangrijke voorwaarde is tijd van ouders om met aandacht aanwezig te zijn bij hun kind
  • Voorwaarden voor het opbouwen van een band tussen ouder en kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat houdt de vaardigheid ‘voorspelbaarheid’ in bij veilige hechting? (HC)

A
  • Doorgaans op dezelfde manier reageren op de signalen van het kind
  • Kind weet hierdoor waar hij/zij aan toe is: dan kan het kind anticiperen
  • Kind ontwikkelt vertrouwen in de ouder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat houdt de vaardigheid ‘mentaliseren’ in bij veilige hechting? (HC)

A
  • Praten met het kind over wat er gebeurt of gaat gebeuren of wat de ouder of het kind beleeft of voelt
  • Kind leert de wereld om hen heen te begrijpen en emoties te verwoorden
  • Kind leert emoties te reguleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat houdt de circle of security in? (HC)

A

Veilige basis is vertrekpunt. Vanuit hier kan kind omgeving verkennen. In verkennen van omgeving wil kind ondersteuning, stimulering door vertrouwde personen om hem heen. Kind gaat op onderzoek. Komt terug bij ouder. Als ouder beschikbaar is (goed afstemt), dan is dit een veilige haven. Kind krijgt vertrouwen in zelf en ouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat zijn gevolgen van een verstoorde gehechtheidsrelatie? (HC)

A
  • Kind heeft moeite om anderen te vertrouwen en hebben minder vertrouwen in zichzelf
  • Kind heeft het gevoel er alleen voor te staan en voelt zich eenzaam
  • Minder drang tot exploratie
  • Onvoldoende in staat om eigen emoties te reguleren
  • Mogelijk laag zelfbeeld
  • Moeite met interpreteren en overzien van relaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Vanuit welke posities kun je reageren? (HC)

A
  • Volwassenen positie: nadenken over dingen, kritische vragen stellen, helicopterview
  • Waarden en normen die mij beïnvloeden
  • Kind positie: ik voel iets en reageer daar direct op vanuit emotie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is window of tolerance? (HC)

A

Dit laat zien hoe stress bij mensen oploopt waardoor rationeel denken niet meer lukt. Als je last hebt van stress, wordt je ‘raampje’ kleiner (minder ruimte tussen de lijnen), dus schiet je spanningsniveau sneller boven de lijnen uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Vul in (HC). …(1) is overreacting: vluchten of vechten. …(2) is bevriezen.

A

1: Hyperarousal
2: hypoarousal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Welke vijf perspectieven heb je binnen gezinsbehandeling? (HC)

A
  1. Structureel perspectief
  2. Interactief perspectief
  3. Narratief perspectief
  4. Gezinsontwikkelingsperspectief
  5. Oplossingsgericht perspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat houdt het structureel perspectief in binnen gezinsbehandeling (benoem doel, middel en functie)? (HC)

A

Doel: gezinsstructuur bewerken, aanzetten om nieuwe patronen uit te proberen
Middel: invoegen en gesprekstechnieken
Functie hulpverlener: herstructureren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat houdt het interactief perspectief in binnen gezinsbehandeling (benoem doel, middel en functie)? (HC)

A

Doel: beïnvloeden waarneembaar gedrag en (disfunctionele) gedachten (cognities) over zichzelf en de omgeving
Middel: gesprekstechnieken, opdrachten, oefeningen
Functie hv: directief aansturen op veranderingen in interacties tussen gezinsleden en cognities/gedachtes gezinsleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat houdt het narratief perspectief in binnen gezinsbehandeling (benoem doel, middel en functie)? (HC)

A

Doel: (re)construeren van het eigen levensverhaal, betekenis geven en perspectief maken
Middel: gespreks- en interviewtechnieken
Functie hv: voorwaarden scheppen, mee construeren en betekenisgeven (ondersteunen, kader bieden voor verhaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat houdt het gezinsontwikkelingsperspectief in binnen gezinsbehandeling (benoem doel, middel en functie)? (HC)

A

Doel: balans tussen verticale loyaliteiten en horizontale loyaliteiten
Middel: gespreks- en interviewtechnieken
Functie hv: ontdekkend, inzichtgevend, met individu of gezinsleden samen balans versterken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat houdt het oplossingsgericht perspectief in binnen gezinsbehandeling (benoem doel, middel en functie)? (HC)

A

Doel: hier steunbronnen ontdekken en inzetten (wie in je netwerk kunnen je ondersteunen en helpen)
Middel: gespreks- en interviewtechnieken, aansluiten
Functie hv: samen met gezinnen (exploreren en versterken van oplossingsstrategieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wanneer wordt ambulante gezinsbehandeling gebruikt? (HC)

A

Thuisbehandeling:
- Voorkomen uithuisplaatsing jeugdige
- Duurzame oplossingen
- Gedragsproblemen van het kind verminderen is het doel
- Betrekken netwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat zijn de doelen van intensief ambulante gezinsbegeleiding? (HC)

A
  • Vergroten opvoedvaardigheden van ouders
  • Betrekken van sociaal netwerk bij het gezin
  • Opvoedbelasting van ouders verminderen
  • Sociaal netwerk vergroten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat is de multi systeem therapie? (HC)

A

Therapie die zich richt op jongeren tussen 10 - 18 jaar, duurt 6 maanden.
- Therapeut 24/7 beschikbaar.
- Wordt ingezet bij politiecontact, gedragsproblemen, criminaliteit, spijbelen, middelenmisbruik.
- Vanuit thuissituatie.
- Alle betrokkenen betrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat is mentalization based treatment? (HC)

A
  • Mentaliseren: gedrag van zichzelf en anderen kunnen begrijpen en verklaren vanuit achterliggende gevoelens, gedachten en motivatie
  • In behandeling: eigen emoties kunnen ervaren, herkennen en mee omgaan
  • Sensitiviteit ontwikkelen voor de emoties van anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Leveren langere interventies grotere of kleinere effectgroottes op? (Carr)

A

Grotere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

De volgende twee punten van systeem therapie zijn positief (Carr):

A
  1. Algehele effectiviteit
  2. Kosteneffectiviteit van systemische interventies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat is de belangrijkste systemische interventie voor slaapproblemen tijdens kindertijd, nachtelijke waakproblemen? (Carr)

A

Op familie gebaseerde gedragsprogramma’s. Ouders worden gecoacht in verminderen/elimineren dutjes overdag, ontwikkelen bedtijdroutine, verminderen ouder-kindcontact voor slapengaan of tijdens ‘s nachts wakker worden, beheersen van angst van kinderen en introduceren van gepland ontwaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Welke systemische interventie is het meest belangrijk bij voedingsproblemen? (Carr)

A

Op familie gebaseerde gedragsprogramma’s. Ouders leren benadering van passend voedingsgedrag op een niet-angstwekkende manier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat blijkt effectief te zijn in het verminderen van de percentages van ongeorganiseerde kind-ouder gehechtheid in risicogezinnen? (Carr)

A

Systematische interventies.

44
Q

Welke interventie is het meest geschikt voor gezinnen met een hoog risico waarin ouders een geschiedenis van tegenspoed in kindertijd hebben en waarvan huidige gezinnen worden gekenmerkt door hoge stressniveaus, lage niveaus van ondersteuning en huiselijk geweld of kindermishandeling? (Carr)

A

Kind-ouder psychotherapie. Omvat wekelijkse dyadische sessies met moeders en kind gedurende een jaar. Helpt moeder ambivalente gevoelens over hun baby op te lossen door te koppelen aan hun eigen negatieve jeugdervaringen en huidige stress.

45
Q

Welke interventies zijn geschikt voor minder kwetsbare gezinnen? (Carr)

A
  • Attachment and behavioural catchup
  • Videofeedback om positief ouderschap te bevorderen
  • Circle of security
46
Q

Wat zijn kenmerken van effectieve therapie voor gezinnen met fysieke mishandeling en verwaarlozing? (Carr)

A
  • Gezinsgericht
  • Gestructureerd
  • Ten minste 6 maanden
  • Vaak uitgevoerd obv huisbezoek en richt zich op specifieke problemen in relevante subsystemen: tekort opvoedingsvaardigheden, posttraumatische aanpassingsproblemen van kind en algehele ondersteuning in gezin en sociale netwerk
47
Q

Wat zijn aangetoond effectieve gezinsgerichte behandelingen om fysieke kindermishandeling te verminderen? (Carr)

A

CGT, ouder-kind interactietherapie en multisystematische therapie voor kindermishandeling en verwaarlozing.

48
Q

Wat omvat het type therapie voor lichamelijke mishandeling? (Carr)

A

CGT. Omvat helpen van ouders en kind bij ontwikkelen van vaardigheden voor reguleren van boze emoties, het communiceren en beheren van conflicten en ontwikkelen van alternatieven voor fysieke straf als disciplinaire strategie.

49
Q

Vul in (Carr). Het bleek dat …(1) leidt tot significant minder recidieven van fysiek misbruik en grotere verminderingen van opvoedingsstress dan routinediensten of andere controleomstandigheden voor gezinnen waarin fysiek misbruik had plaatsgevonden.

A

1: ouder-kind interactietherapie

50
Q

Vul in (Carr). Na de behandeling vertoonden gezinnen die …(1) therapie kregen grotere verbeteringen in ouderschap, individuele aanpassing en gezinsfunctioneren, en een lager percentage out-of-home plaatsingen.

A

1: multisystemische

51
Q

Wat houdt de multisystemische therapie voor kindermishandeling en verwaarlozing in? (Carr)

A

Dit omvat het
- Verbinden met familieleden van hun bredere sociale en professionele netwerken
- Herkaderen van interactiepatronen
- Focussen op familiesterkten
- Voorschrijven van taken om problematische interactiepatronen binnen specifieke subsystemen te veranderen (met name ouder-kind subsysteem)

52
Q

Welke soort therapie vermindert symptomen van PTSS bij seksueel misbruik? (Carr)

A

Traumagerichte CGT. Voor jongeren als hun niet-misbruikende ouders.

53
Q

Vul in (Carr). …(1) is bijzonder effectief in het verbeteren van gedragsproblemen bij kinderen en leidt tot verbetering bij 60-70% van de kinderen.

A

1: Gedragsmatige oudertraining

54
Q

Evidence based oudertrainingsprogramma’s bevatten vaak de volgende programma’s/trainingen (Carr):

A
  • Oregon-model van oudermanagementtraining
  • Ouder-kindinteractie therapie
  • Incredible Years-programma
  • Triple-P-positieve ouderschapsprogramma
  • Parents-Plus programma
  • Kazdin’s oudermanagementtraining
  • Sociale probleemoplossende vaardigheidsprogramma’s
55
Q

De programma’s en trainingen die worden gebruikt in oudertrainingsprogramma’s bevatten gemeenschappelijke kenmerken. Welke zijn dit? (Carr)

A
  1. Allemaal systematische interventies gericht op aanpakken van gedragsproblemen van kinderen door relaties tussen familieleden te veranderen
  2. Onderliggende aanname is dat zowel gedragsproblemen als prosociaal gedrag in stand wordt gehouden door repetitieve relationele patronen, geassocieerd gedrag, overtuigingen en affectieve toestanden
  3. Putten ze uit meerdere theorieën, vooral behaviorisme, sociale leertheorie, hechtingstheorie en ecologische systeemtheorie
  4. Omvatten twee hoofdsets van interventies: 1) gericht op verbeteren kwaliteit ouder-kind relatie en vergroten prosociale gedrag, 2) verminderen antisociaal gedrag door consistentie en efficiëntie van ouders
  5. Actieve vaardigheidstraining wordt gebruikt in alle evidence-based ouderschapsprogramma’s
56
Q

Vul in (Carr). Er werd aangetoond dat …(1) effectief zijn in het verlichten van gedragsproblemen bij gezinnen van kinderen met zowel gedragsproblemen als een comorbide neurologische ontwikkelingsstoornis zoals een verstandelijke beperking, autismespectrumstoornis of attention deficit hyperactivity disorder.

A

1: oudertrainingsprogramma’s

57
Q

Wat zijn positieve kenmerken van gedragsgerichte oudertraining? (Carr)

A
  • Effectiever dan individuele therapie
  • Langdurig effect
  • Verbetert welzijn ouders
  • Effectief in routinematige omgeving en gespecialiseerde
58
Q

Wat zijn de kenmerken van ouders die het minste voordeel halen uit gedragstraining voor ouders? (Carr)

A
  • Beperkte sociale steun
  • Hoge armoedegerelateerde stress
  • Psychische problemen
59
Q

Waar is korte strategische gezinstherapie op gericht? (Carr)

A

Op oplossen van bv drugsmisbruik door verbeteren familie-interacties die direct verband houden.

60
Q

Wat zijn de belangrijkste technieken die worden gebruikt in korte strategische gezinstherapie? (Carr)

A
  • Betrekken van families
  • Identificeren van onaagepaste interacties
  • Familiesterkten en het herstructureren van onaangepaste familie-interacties
61
Q

Wat is functionele gezinstherapie? (Carr)

A

Systematische gezinstherapie voor adolescent gedrag en stoornissen in bv het gebruik van middelen.

62
Q

Wat zijn de fasen in functionele gezinstherapie? (Carr)

A
  1. Gedragsverandering - focus op faciliteren van competente gezinsproblemen
  2. Generalisatie - gezinnen leren om nieuwe vaardigheden te gebruiken in een reeks situaties en om om te gaan met tegenslagen
63
Q

Wat is multisystemische therapie? (Carr)

A

Combinatie intensieve gezinstherapie met individuele vaardigheidstraining voor adolescenten en interventie in bredere school- en interagency-netwerk. Helpen van adolescenten, gezinnen en betrokken professionals om te begrijpen hoe gedragsproblemen in stand worden gehouden door interactie in het systeem.

64
Q

Uit welke vier domeinen wat betreft beoordeling en interventie, bevat het multidimensionele gezinstherapie (MDFT; Carr)

A
  1. Adolescenten
  2. Ouders
  3. Interacties binnen gezin
  4. Familie-interacties met andere instanties zoals scholen en rechtbanken
65
Q

Wat zijn de drie fasen binnen multidimensionele gezinstherapie? (Carr)

A
  1. Gezinnen betrekken bij de behandeling
  2. Werken met thema’s die centraal staan in herstel
  3. Consolidatie van behandelingswinsten en terugkoppelen
66
Q

Wat is Behandeling Pleegzorg Oregon? (Carr)

A

Combineert procedures vergelijkbaar met multisystemische therapie met gespecialiseerde pleegplaatsing, waarbij getrainde pleegouders gedragsprincipes gebruiken om adolescenten te helpen hun gedragsproblemen aan te passen.

67
Q

Vul in/aan (Carr). Schoolweigering is meestal te wijten aan …(1), waarbij…

A

1: verlatingsangststoornis
kinderen scheiding van ouders vermijden, omdat dit leidt tot intense angst.

68
Q

Vul in (Carr). Studies hebben aangetoond dat bij OCD …(1), …(2), …(3), …(4) effectief is in het verlichten van symptomen bij 50-70% van de patiënten. De beste behandelingsrespons treedt op wanneer dergelijke interventies worden gecombineerd met …(5).

A

1: familiegebaseerde
2: cognitieve gedragsbehandeling
3: blootstellingsbehandeling
4: responspreventiebehandeling
5: selectieve serotonineheropnameremmers

69
Q

Wat is de beste interventie voor PTSS? (Carr)

A
  • Gezinsgerichte
  • Traumagerichte CGT
70
Q

Wat zou een geschikte interventie kunnen zijn voor jongeren met een depressie? (Carr)

A

Gezinstherapie. Is gericht op verminderen stress en vergroten van steun voor jongeren binnen hun gezin. Bv psycho educatie, communicatie bevorderen, hechting

71
Q

Welke programma’s kunnen gebruikt worden voor kinderen met verdriet? Bv door overlijden ouder (Carr)

A

Familieprogramma’s. Verminderen traumatische rouwreacties van kinderen en niveaus van waargenomen sociale steun van ouders en betrokkenheid bij positief ouderschapsgedrag.

72
Q

Wat is de primaire behandeling voor bipolaire stoornis? (Carr)

A

Farmacologie en omvat eerste behandeling van manische, hypomane of gemengde episodes met antipsychotische medicatie. Ook preventie van verdere episodes met stemmingsstabiliserende medicatie.

73
Q

Vul in (Carr). Studies tonen aan dat …(1) gezinstherapie de stemmingssymptomen van bipolaire stoornis verbetert, de kennis over de aandoening vergroot en de familierelaties verbetert.

A

1: psycho educatieve

74
Q

Wat bevat multisystemische therapie bij zelfbeschadiging? (Carr)

A

Beoordeling zelfmoordrisico, gevolgd door intensieve gezinstherapie om gezinsondersteuning te verbeteren in combi met inviduele vaardigheidstraining voor adolescenten om hen te helpen met stemmingsregulatie en sociale probleemoplossende vaardigheden te ontwikkelen, en stress te verminderen en ondersteuning te verbeteren.

75
Q

Wat is dialectische gedragstherapie? (Carr)

A

Voor gebruik bij adolescenten die zelfmoordpoging hebben gedaan. Omvat individuele therapie voor adolescenten in combi met meergezinspsychoeducatieve therapie en individuele gezinstherapiesessies indien nodig.

76
Q

In het Maudsley-model voor de behandeling van adolescente anorexia verloopt gezinstherapie door vier fasen. Welke zijn dit? (Carr)

A
  1. Ga in gesprek met familie, voer multidisciplinaire systemische, medische en psychiatrische beoordeling uit en ontwikkel therapeutische alliantie
  2. Help ouders samen te werken om jongen opnieuw te voeden
  3. Faciliteer gezinsondersteuning voor jongere bij het ontwikkelen van een autonoom, gezond eetpatroon en verken kwesties van individuele en gezinsontwikkeling
  4. Help de jongere bij het ontwikkelen van een leeftijdsgeschikte levensstijl, herstelbeoordeling en terugvalpreventieplanning
77
Q

Vul in (Carr). Het is ook aangetoond dat wanneer individuele therapie werd gecombineerd met …(1), dit significant effectiever was dan …(2) bij de behandeling van adolescente anorexia nervosa.

A

1: intensieve meergezinstherapie
2: eengezinstherapie

78
Q

Vul in (Carr). Het …(1) voor boulimia in de adolescentie is effectiever dan ondersteunende therapie en leidt tot snellere initiële toenames in herstel dan …(2).

A

1: Maudsley model van gezinstherapie
2: CGT

79
Q

Wat voor programma is geschikt voor obesitas behandeling? (Carr)

A

Gezinsgerichte gedragsmatige gewichtverminderingsprogramma’s.

80
Q

Wat is effectief voor bedplassen behandeling? (Carr)

A
  1. Op familie gebaseerde urinealarmprogramma’s
  2. Medicatie aan einde van behandeling (desmopressine)
  3. Medicatie op lange termijn om terugval te voorkomen
81
Q

Vul in (Carr). Narratieve reviews en meta-analyses tonen aan dat …(1) effectief is in het verlichten van terugkerende functionele buikpijn, vaak geassocieerd met herhaald schoolverzuim, en waarvoor geen biomedische oorzaak duidelijk is.

A

1: CGT

82
Q

Vul in (Carr). …(1) is de primaire behandeling voor psychotische symptomen.

A

1: Antipsychotische medicatie

83
Q

Vul in (Carr). Het combineren van antipsychotische medicatie met …(1) leidt bij eerste episode psychose tot aanzienlijk betere resultaten dan routinematige behandeling met antipsychotische medicatie.

A

psycho-educatieve gezinstherapie

84
Q

Wat zijn de conclusies over systematische therapie van het artikel van Carr?

A
  1. Systematische interventies zijn effectief en kosteneffectief voor een breed scala aan kindgerichte problemen
  2. De interventies omvatten zelden meer dan 20 sessies gedurende 2 - 6 maanden die poliklinisch of thuisbezoek worden aangeboden
  3. Er zijn behandelhandleidingen beschikbaar voor veel systematische interventies en deze kunnen flexibel worden gebruikt in routinepraktijk
  4. De meeste evidence-based systematische interventies zijn ontwikkeld binnen de cognitieve gedragsmatige, structurele en strategische familietherapietradities
85
Q

Wat houdt het in als een geneesmiddel ‘off label’ voorgeschreven wordt? (Prins)

A

Voor een indicatie waarvoor het geen registratie heeft. Kan alleen wanneer er uit grootschalig wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het wel effectief en veilig is en wanneer patiënt toestemming geeft.

86
Q

Wat is een gecombineerde behandeling? (Prins)

A

Combi CGT en farmacotherapie.

87
Q

Is een gecombineerde behandeling beter dan enkelvoudige behandeling? (Prins)

A

In termen van effectgrootte heeft gecombineerde behandeling zelden meerwaarde boven enkelvoudige behandeling. Los is het beter.

88
Q

Waar bestaat CGT bij angststoornis uit? (Prins)

A
  • Psycho educatie
  • Cognitieve herstructurering
  • Exposure
  • Problem solving
  • Contingency management
  • Terugvalpreventie
89
Q

Wat kan het effect van CGT bij angststoornis vergroten? (Prins)

A

Oudertraining. Ook behandeling met SSRI.

90
Q

Wat is de rol van medicijnen bij OCD? (Prins)

A

Beperkte rol. Wordt aanbevolen als CGT niet werkt, maar moet wel in combi met CGT aangeboden worden. Combi is het beste.

91
Q

Wat is de beste behandeling voor eetstoornissen? (Prins)

A

CGT. Als er therapieresistentie optreedt, kan er gekozen worden voor FT (farmacotherapie).

92
Q

Vul in (Prins). Bij een …(1) blijkt dat FT sneller herstel plaatsvindt.

A

1: major depression

93
Q

Wat is de rol van CGT en FT bij autisme? (Prins)

A

CGT in combi met instructie van sociale vaardigheden heeft gunstig effect op angst bij kinderen met autisme. Gewenst gedrag neemt toe, onaangepast gedrag af en helpt bij aanleren van taal.
FT driftbuien, agressie en zelf-verwondend gedrag afnemen.

94
Q

Wat werkt goed voor ADHD? (Prins)

A

GT: mediatietherapie, contingency management, zomercursus met peers
FT: verminderen kernsymptomen ADHD

95
Q

Wat adviseert Kenniscentrum wanneer een kind comorbide ADHD heeft? Dus bv ODD/CD en ADHD (Prins)

A

Beginnen met FT en daarna psychotherapie in vorm van oudercursus, training in sociale probleemoplossing en systeem therapeutische interventie zoals functionele gezinstherapie.

96
Q

Wat zijn de eerste keuze methoden om te gebruiken bij tic stoornissen? (Prins)

A

CGT: habit reversal training, exposure en reponspreventie.
Als dit niet werkt, combi met FT: atypische antipsychotica

97
Q

Definitie Motherhood constellation (Kuipers)

A

Verwijst naar een staat van zijn die alleen jonge moeders ervaren. Volledig opgaan in het kind om het totaal te kunnen leren begrijpen. Intensief en met aandacht. Inzicht verkrijgen.

98
Q

Wat houdt afstemming in? (Kuipers)

A

Sensiviteiteit staat voor het aanvoelen van het kind en afstemmen staat voor het handelen wat daaruit voortkomt. Wederkerig proces tussen kind en ouder, waarbij gevoelens en stemmingen van de moeder richtinggevend zijn voor de hoeveelheid prikkels die het kind in zijn leven normaal aanneemt. Baby moet nog ‘gemaakt’ worden bij geboorte.

99
Q

Wat is een goede afstemming? (Kuipers)

A

Dat ouders op het juiste moment de juiste hoeveelheid prikkels en de juiste reacties geven op de behoeftes van het kind.

100
Q

Wat betekent beschikbaarheid? (Kuipers)

A

Mate van sensitiviteit hangt af van hoe beschikbaar ouders zijn voor hun kind in de eerste maanden. Tijd en beschikbaarheid is dus belangrijke voorwaarde voor opbouwen goede band.

101
Q

Wat is voorspelbaarheid? (Kuipers)

A

Voor onstaan veilige hechting is het van belang dat ouders voorspelbaar reageren op signalen van het kind. Dit is dat ouders open staan voor signalen van kind (sensitiviteit), dat zij die signalen goed begrijpen en in staat zijn om goed op te reageren (afstemming). Als ze dit telkens op dezelfde manier doen, ontstaat voorspelbaarheid. Veilige haven.

102
Q

Wat is mentaliseren? (Kuipers)

A

Houdt in dat er wordt gepraat met het kind over wat er gebeurt, wat er gaat gebeuren of wat het kind of de ouder beleeft of voelt. Praten tegen baby zet hersenen aan tot ontwikkeling en daarmee drang om later zelf te praten.

103
Q

Definitie Felt sense (Kuipers)

A

Het gevoel dat in de baby zijn lichaam voelt wanneer daaraan met woorden uitdrukking gegeven wordt.

104
Q

Definitie Comfortzone volgens Kuipers

A

Verwijst naar ruimte die men heeft om frustraties te verdragen en daar correct op te reageren zonder uit balans te raken.

105
Q

Waarom is het belangrijk dat ouders hun baby troosten bij huilen? (Kuipers)

A

Baby’s hebben nog geen volledige ontwikkelde stressregulatiesysteem. Alle situaties kunnen een trigger zijn om te huilen. Door troosting ontwikkelen zij meer cortisolreceptoren. Hierdoor kunnen zij op latere leeftijd beter omgaan met cortisol en dus met stress.