OVERIG - Prins H8, H9, H11 (muz 11.5) Flashcards

1
Q

Vul in (Prins). Technieken binnen de gedragstherapie moeten afgestemd worden op het …(1) van de kinderen.

A

1: cognitieve en sociaal-emotionele niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn voorwaarden voor het ontstaan van een ontspannen sfeer in de spelkamer? (Prins)

A
  • Duidelijke communicatie
  • Overzicht
  • Tijd en ruimte om te wennen aan de therapeut (niet te persoonlijk betrokken zijn)
  • Kind speelgoed uit laten kiezen
  • Vrij spelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een belangrijk onderdeel van speltherapie? (Prins)

A

Therapieboekje. Is om verloop therapie te volgen. Gaat niet mee naar huis maar blijft in therapiekamer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is structuur belangrijk bij speltherapie? (Prins)

A

Overzicht en veiligheid van belang, zodat het kind een ‘eigen uur’ heeft waarin hij centraal staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij jonge kinderen die beschadigd, getraumatiseerd en gesloten zijn is een individuele cognitieve gedragsspeltherapie geschikt. Hoe verloopt dit proces? (Prins)

A
  1. Mediatietherapie - hiermee wordt gestart. Mogelijkheden van ouders onderzoeken om verandering bij kind te veroorzaken.
  2. Voorafgaand individuele therapie observeren ouders probleemgedrag en wordt onderliggende kenmerken in kaart gebracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn uitgangspunten bij cognitieve gedragsspeltherapie? (Prins)

A
  • Eerste doel wordt bepaald door klachten, vragen en zorgen van ouders en kind
  • Concrete probleemgedrag wordt door ouders actief geregistreerd
  • Vooraf moet psychologisch en medisch onderzoek van het kind met info van derden aanwezig zijn
  • Samen met ouders worden analyses van functie en betekenis van klachten vastgesteld, met vervolgens behandeldoelen en behandelplan
  • Speltherapie is keuzemogelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definitie Imaginaire rescripting (Prins)

A

Problematische jeugdherinneringen worden in de verbeelding opgeroepen en herschreven. Dit gebeurt bij schematherapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat maakt analyse van spelintercties duidelijk? (Prins)

A

In welke rollen de therapeut valt of geduwd wordt en aan welke vroegere schadelijke ervaringen het kind overgeleverd was of deze opliep door zijn aangeboren temperament.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vul in (Prins). In kinderschematherapie wordt de therapeutische werkwijze aangevuld met het …(1), waarbij stil wordt gestaan bij momentane toestanden.

A

1: bredere moduswerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vul aan (Prins). Verbeeldende speltechnieken met speelgoed worden aangevuld met series plaatjes en foto’s, waarbij kinderen gevraagd wordt …

A

de gevoelens van de erop afgebeelde kinderen en volwassenen onder woorden te brengen of er een gebeurtenis bij te verzinnen, vanuit de eigen associatie die het plaatje oproept bij het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt de ‘modi’ in bij het “Grote spel van buien en valkuilen, leer ze snappen en overwinnen”? (Prins)

A

Dit zijn de verschillende kanten van jezelf. Deze worden zichtbaar gemaakt met plaatjes, poppen en kaartjes. Kind zoekt plaatjes die hem raken en waarvan het vindt dat ze bij hem horen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt schematherapeutische ouderbegeleiding? (Prins)

A

Er kan hierbij ook gebruik gemaakt worden van spelmateriaal. Relatie tussen ouders verbetert als ze hun eigen gekwetste kindmodus beschrijven. Werken met ‘kanten van jezelf’ kan ouder-kind relatie positief verbeteren en patronen doorbreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt schematherapie met gezinnen? (Prins)

A

De modikaarten zijn te gebruiken, door iedereen in stilte één of meer kaartjes te laten uitzoeken die bij hemzelf en andere gezinsleden passen. Kan onthullend werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom heeft een therapeut veel kennis nodig als hij/zij een adolescent gaat behandelen? (Prins)

A

Adolescenten kunnen typische kinderproblemen hebben zoals ongehoorzaamheid of bedplassen, maar ook problemen van volwassenen zoals anorexia of seksuele problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat beschrijft de zelfdeterminatietheorie over gedragsverandering? (Prins)

A

Beschrijft hoe mensen gemotiveerd kunnen worden om activiteiten uit te voeren of hun gedrag te veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn drie basisvoorwaarden om instrinsiek gemotiveerd gedrag uit te voeren waar een therapeut rekening mee moet houden bij de behandeling van een adolescent? (Prins)

A
  1. Competentie
  2. Autonomie
  3. Betrokkenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat houdt de basisvoorwaarde voor intrinsieke motivatie ‘competentie’ in? (Prins)

A

Als adolescent denkt dat zijn pogingen hopeloos zijn, gaat verandering niet plaatsvinden. Moeten realistische, aantrekkelijke en uitdagende doelstellingen geformuleerd worden. Copingsvaardigheden moeten aangeleerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat houdt de basisvoorwaarde voor intrinsieke motivatie ‘autonomie’ in? (Prins)

A

Vooral bij adolescenten is het belangrijk om hun autonomie te erkennen. Zij moet betrokken worden bij beslissingen en keuzes kunnen maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat houdt de basisvoorwaarde voor intrinsieke motivatie ‘betrokkenheid’ in? (Prins)

A

Therapie bij adolescenten moet gebaseerd zijn op empathisch, respectvolle houding van de therapeut. Verdiepen in leefwereld adolescent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat kun je als therapeut doen als je client zich niet aan de regels houdt? (Prins)

A
  1. Opstellen van metaregel - ‘wat we hier afspreken, doe je ook’. Samen met client bespreken.
  2. Stilstaan waarom iets niet gedaan wordt
  3. Kleine opdracht geven wanneer gebrek aan discipline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat kunnen redenen zijn waarom een opdracht niet gedaan wordt door client? (Prins)

A
  • De stap was te groot voor de adolescent om te nemen
  • De opdracht paste niet goed in het dagelijks leven van de adolescent
  • De omgeving reageert negatief op de veranderingen in het gedrag van adolescent
  • De oprachten waren vergeten of zonder reden niet gedaan
  • Het is niet de juiste strategie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een hele belangrijke voorwaarde voor therapietrouw en motivatie bij adolescenten? (Prins)

A

Goede therapeutische relatie. Acceptatie van adolescent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Vul in (Prins). Behandelstrategieën zijn …(1). De toepasbaarheid hiervan is afhankelijk van het …(2) van de cliënt, daarom kunnen adolescenten beter behandeld worden met deze …(3) strategieën. Men gaat ervan uit dat de toepasbaarheid van …(3) interventies alleen afhankelijk is van het …(4).

A

1: ontwikkelingssensitief
2: ontwikkelingsniveau
3: cognitieve
2: cognitieve ontwikkelingsniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waar zijn verbale en intelligentie adolescenten gebaat bij qua therapie? (Prins)

A

Cognitieve gedragstherapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Definitie Cognitive bias modification en bij welke doelgroep kan dit het beste gebruikt worden? (Prins)

A

Angstige cognities worden op een andere manier veranderd. Geen gebruik van logisch redeneren, maar van een computerprogramma. Adolescent leest een verhaaltje en moet (positieve) woorden invullen. Is voor adolescenten die niet van de intellectuele benadering houden.

26
Q

Werkt straffen en belonen bij adolescenten? (Prins)

A

Meestal niet. Principe is nog wel bruikbaar, maar de adolescent moet meer zeggenschap hebben in wat straffen en beloningen zijn. Kunnen in samenspraak worden bedacht.

27
Q

Vul in (Prins). Wanneer een kind een angststoorins heeft, wordt er vaak gebruik gemaakt van …(1)-opdrachten.

A

1: exposure

28
Q

Bij exposure wordt er gekozen om te beginnen met makkelijk en langzaam op te bouwen naar moeilijk. Hoe kun je voorkomen dat opdrachten te moeilijk worden en dus niet meer worden uitgevoerd? (Prins)

A

Door puntensysteem in te voeren. Hoe moeilijker de exposure-opdracht, hoe meer punten.

29
Q

Wat vindt er plaats als de problemen vooral ruzie tussen ouders en adolescent betreft? (Prins)

A

Gezinstherapie. Behandeling betreft omgang tussen ouder en adolescent.

30
Q

Wat voor therapie wordt gebruikt bij adolescenten met borderline, waarbij gedrag onvoorspelbaar is en veel wisselen van stemming? (Prins)

A

Dialectische gedragstherapie. Client wordt hierbij geaccepteerd zoals hij is en leert zichzelf te accepteren.

31
Q

Wat is het uitgangspunt van dialectische gedragstherapie? (Prins)

A

Dat het belangrijkste probleem een probleem is van emotieregulatie in een omgeving die daar niet mee om kan gaan. Op relatief onbelangrijke gebeurtenissen reageert de cliënt met heftige emoties, hier reageert de omgeving weer op, waardoor de cliënt zich onbegrepen voelt en de emoties juist toenemen.

32
Q

Hoe ontwikkelt psychopathologie zich volgens het Acceptance and Commitment Therapy (ACT; Prins)

A

Als gevolg van mislukte pogingen om de controle te krijgen over ongewenste ervaringen en gevoelens.

33
Q

Wat is de essentie van Acceptance and Commitment Therapy? (Prins)

A

De client helpen, zodat die een meer accepterende houding aanneemt tov ongewenste ervaringen en nieuw gedrag ontwikkelt dat in overeenstemming is met de eigenlijke levensdoelen en waarden ipv enkel ‘in zijn hoofd te leven’.

34
Q

Vaak wordt de metafoor van drijfzand gebruikt bij ACT. Wat houdt deze in (Prins)

A

Hiermee wil men de client duidelijk maken dat hij vaak meer last heeft van pogingen om met de problemen om te gaan dan van de problemen zelf.

35
Q

Waarom denkt men dat ACT geschikt is voor adolescenten? (Prins)

A

Omdat ze minder een opdrachtkarakter hebben en er dus geen conflicten rond het gehoorzamen aan de therapeut zullen zijn. Ideale moment om psychologische flexibiliteit en waardegericht leven te creeren omdat ze in puberteit zijn.

36
Q

Waarom heeft ACT een preventief karakter bij jongeren/kinderen? (Prins)

A

Kinderen en jongeren hebben minder lang in hun hoofd geleefd dan volwassenen, daarom is het meer preventief.

37
Q

Wat zijn de drie fasen van ACT? (Prins)

A
  1. Creatieve hopeloosheid
  2. Controle is het probleem
  3. Defusie
38
Q

Wat houdt de eerste stap ‘creatieve hopeloosheid’ in bij ACT? (Prins)

A

Bekijken kind en therapeut de worstelingen van het kind en brengen deze in kaart. Welke inspanningen heeft kind al genomen, wat korte- en langetermijneffecten en persoonlijke nadelen hiervan zijn. Erkennen dat gevoel van hopeloosheid komt door het gestelde doel en niet door het kind zelf.

39
Q

Wat houdt de tweede stap ‘controle is het probleem’ in bij ACT? (Prins)

A

Het kind gaat begrijpen dat inspanning die gedaan wordt om niet geconfronteerd te worden met iets onaangenaams, voor veel meer last zorgen.

40
Q

Wat houdt de derde stap ‘defusie’ in bij ACT? (Prins)

A

Er wordt duidelijk gemaakt dat gedachten en letterlijke taal en gevoelens los van elkaar staan.

41
Q

Wat is MBCT? (Prins)

A

Mindfulness based cognitive therapy. Gebaseerd op mindfulness waarbij stress verlaagd. Meditatie en yoga. Bewust omgaan gevoelens, gedachten en lichaamsgewaarwording. Oordelen, wegdromen. Leren afstand nemen.

42
Q

Waar gaat Compassion-Focused Therapy van uit (CFT; Prins)

A

Mededogen voor jezelf en de ander is belangrijk om gelukkig te zijn. Mildheid tonen voor falen van een ander en van zichzelf. Vooral belangrijk bij schaamtegevoel en zelfkritiek.

43
Q

Vul aan (Prins). Volgens CFT komen gevoelens van schaamte en zelfkritiek voort uit een lange geschiedenis van …

A

mislopende sociale interacties.

44
Q

Waar gaat de positieve psychologie van uit? (Prins)

A

Wat maakt iemand gelukkig ipv naar wat er allemaal mis gegaan is en mis kan gaan. Kijken naar omstandigheden waaronder mensen het goed doen en technieken die het welzijn van mensen kunnen vergroten.

45
Q

Wat zijn drie belangrijke onderwerpen die belangrijk zijn in de positieve psychologie? (Prins)

A
  1. Positieve eigenschappen van mensen (zoals doorzettingsvermogen)
  2. Positieve ervaringen die mensen kunnen hebben (zoals liefde)
  3. Manieren waarop instellingen een positief verschil kunnen maken in de samenleving of positieve instituties
46
Q

Vanuit welk denkkader is de Attachment Based Family Therapy ontwikkeld? (Prins)

A

Systeemtheoretisch.

47
Q

Wat staat centraal bij ABFT? (Prins)

A

Verbeteren relatie ouder-kind gefocust op gehechtheidsschema’s. Wederkerig.

48
Q

Welke kennis is nodig om ABFT toe te kunnen passen? (Prins)

A

Kennis over gehechtheid in adolescentie, attritubtieprocessen, emotionele ontwikkeling en verwerking, trauma en langdurige blootstelling hieraan, en over vergeving als therapeutisch proces. Processen die veilige gehechtheid negatief beinvloeden.

49
Q

Wat zijn de vijf fases van ABFT? (Prins)

A
  1. Relationele herformulering
  2. Werkrelatie met de adolescent
  3. Werkrelatie met de ouders
  4. Herstellen van gehechtheidsschema’s
  5. Herstel van competentie
50
Q

Wat houdt fase 1 ‘relationele herformulering’ in bij ABFT? (Prins)

A

Er wordt uitgelegd dat het niet enkel probleem van adolescent is, maar ook betrekking heeft op relatie tussen ouder en kind. Gezin wordt gemotiveerd.

51
Q

Wat houdt fase 2 ‘werkrelatie met de adolescent’ in bij ABFT? (Prins)

A

Therapeut beschouwd adolescent als gezond en sterk persoon en neemt gevoelens en gedachten serieus. Relationele teleurstelling wordt besproken en wordt voorbereiding getroffen voor gesprek met ouders.

52
Q

Wat houdt fase 3 ‘werkrelatie met ouders’ in bij ABFT? (Prins)

A

Sterke kanten ouders in kaart brengen, krijgen complimenten en erkenning en verwachtingsmanagement. Ouders proberen te begrijpen, hun verlangens en teleurstellingen in kaart brengen. Uitleg welke rol zij spelen. Voorbereiding gesprek adolescent. Coachen en strategie aanleren om met emoties om te gaan.

53
Q

Wat houdt fase 4 ‘herstellen van gehechtheidsschema’s’ in bij ABFT? (Prins)

A

In gesprek uit adolescent gevoel over ouders, ouders proberen niet-defensief reageren. Als ouders gevoel van adolescent erkennen, is herstel van vertrouwen mogelijk. Beide partijen ruimte om verhaal te doen.

54
Q

Wat houdt fase 5 ‘herstel van competentie’ in bij ABFT? (Prins)

A

Werken aan zelfbeeld adolescent. Opbouwen sociaal netwerk en haalbare doelstellingen formuleren. Ouders zijn veilige basis die kunnen helpen.

55
Q

Wat stelt Dialectische gedragstherapie (DGT; Prins)

A

Dat er een interactie is tussen de biologische kwetsbaarheid van een jongere en ongeschikte omgevingsinvloeden van bv ouders, familie, leiden tot ontwikkeling borderline. Verstoorde emotieregulatie.

56
Q

Wat staat centraal in DGT? (Prins)

A

Oplettendheidsoefeningen om minder oordelende attitude te ontwikkelen. Op effectieve wijze communiceren met anderen, hoe ze op emotioneel gebied voor zichzelf kunnen zorgen en hoe ze zich in crisissituaties staande kunnen houden.

57
Q

Wat is Eye Movement Desentization and Reprocessing? (Prins)

A

Gestructureerde en geprotocolleerde behandelingsprocedure die verwerking van herinneringen aan traumatische gebeurtenissen bevordert.

58
Q

Wat is Cognitive Bias Modification? (CBM; Prins)

A

Wordt gebruikt bij vertekende infoverwerking die een effect hebben op maladaptieve gedachten en gevoelens.

59
Q

Wat is ‘Schateiland’? (Prins)

A

Digitale deelbehandeling. Doel is om kinderen de verschillende cognitief gedragstherapeutische concepten aan te leren die voorkomen in de meeste behandelprotocollen.

60
Q

Wat is ‘Braingame Brian’? (Prins)

A

Digitale deelbehandeling. Ontwikkeld om werkgeheugen bij kinderen met ADHD te trainen. Inhibitie en cognitieve flexbiliteit worden ook getraind.