WEEK 6: HC6 - Bodden - Chorpita - KC Behandelplan Flashcards

1
Q

Wat zijn voordelen van het werken met een protocol? (Bodden)

A
  • Behandeling is gestructureerd, alle stappen zijn dus goed beschreven. Dit geeft therapeut houvast.
  • Lineair: er is een vaste volgorde en de meeste doelen zijn in 12-16 sessies te behalen
  • Vaak werkboeken beschikbaar met bv invuloefeningen, waardoor client makkelijk therapie kan volgen
  • Protocollen zijn goed te begrijpen en te gebruiken door therapeuten met geschikte masteropleiding
  • Behandeling die worden genoemd in protocol vaak wetenschappelijk onderbouwd
  • Meeste protocollen bewezen effectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer kun je het beste niet gebruik maken van een protocol? (Bodden)

A
  • Comorbiditeit (past niet bij client), dan is klachtspecifiek protocol voor één probleem niet geschikt
  • Client heeft meer nodig dan aantal vastgestelde sessies
  • Of client is juist sneller klaar, dan mist client bepaalde info en was andere behandeling geschikter
  • Geen match met visie van instelling/beleid. Aantal sessies bv niet mogelijk in bepaalde context
  • Tijdsduur van sessies van instelling komen niet overeen met tijdsduur van sessies in protocol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er in een protocol als de hulpvraag wijzigt? (Bodden)

A

Wijzigen klachten heet flux. Bij toename klachten, in andere soort (dus bv angst en daar komt depressie bij): Dan zijn er meerdere protocollen nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar richten transdiagnostische protocollen zich op? (Bodden)

A

Richten zich niet op één stoornis, maar op onderliggende processen ervan, zoals bv emotieregulatie. Is gestructureerd en lineair.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer kun je transdiagnostische protocollen gebruiken? (Bodden)

A

Wanneer er meerdere stoornissen zijn, wanneer klachten vaag zijn, wanneer klachten subklinisch zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de nadelen van transdiagnostische protocollen? (Bodden)

A
  • Vrijwel geen mogelijkheid om behandeling aan te passen aan eigenschappen van kind.
  • Therapeut moet meer kennis over psychologische processen hebben en dus langere opleiding nodig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt een modulaire aanpak in? (Bodden)

A

Binnen deze aanpak kiest de therapeut samen met het kind of adolescent uit verschillende modulen die bepaalde technieken bevatten. Er is dus meer ruimte om inhoud van behandeling af te stemmen op hulpvraag, problemen, behoeften en mogelijkheden van het kind of de adolescent en van zijn/haar ouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar is een modulaire aanpak geschikt voor? (Bodden)

A

Voor client met meerdere stoornissen en comorbiditeit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is lastig aan een modulaire aanpak? (Bodden)

A

Er worden hoge eisen gesteld aan therapeut. Moet in staat zijn om meerdere modulen toe te passen, maar ook om deze op het juiste moment te kiezen en samen te stellen. Voorzichtigheid is van belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de zeven componenten van de basisstructuur van elke module? (Bodden)

A
  1. Naam van module
  2. Omschrijving van module incl. doel
  3. Concrete onderdelen en stappen van de module: wat gaat therapeut precies doen?
  4. Ontvanger: voor wie is de module bedoeld?
  5. Modaliteit of werkvorm: hoe wordt de module uitgevoerd?
  6. Aanbiedingsvorm: in welke vorm wordt de module aangeboden?
  7. Dosering: wat is de duur en frequentie?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Naar welke vier componenten van CGT wordt er gekeken binnen modulair werken voor preventie depressie in adolescenten? (Bodden)

A
  • Cognitieve herstructurering
  • Gedragsactivatie
  • Probleem oplossen
  • Ontspanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het MATCH programam? (Bodden)

A

Vorm van modulair werken. Er is een beslisboom welke aangeeft welke behandeling ingezet moet worden. Dit programma leidt tot snellere afname van klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vul aan (Bodden). Bij enkelvoudige problematiek is een …(1) de beste optie.

A

1: klachtspecifiek protocol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vul in (Bodden). Bij complexere problemen, bijvoorbeeld bij comorbiditeit, kan men overwegen om …(1) of …(2) te werken.

A

1: transdiagnostisch
2: modulair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vul in (Bodden). Uitsluitend therapeuten met meer ervaring kunnen …(1) of …(2) werken.

A

1: transdiagnostisch
2: modulair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn stappen die je kan volgen om een keuze te maken qua behandeling? (Bodden)

A
  1. Keuze in opmaken van zorgvuldige diagnostiek met onderbouwde indicatiestelling, dus welke problematiek is er
  2. Inschatten van mate ervaring en deskundigheid van therapeut
  3. Wetenschappelijk bewijs voor effectiviteit
  4. Doel van behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Vul in (Bodden). Als client een specifieke enkelvoudige klacht ervaart, dan is vooral een …(1) geschikt, maar als er complexere problematiek is, dan zou …(2) of …(3) een betere keuze zijn.

A

1: klachtgericht protocol
2: transdiagnostisch
3: modulair werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Op welke manieren kunnen de werkzame elementen van een behandeling onderzocht worden? (Chorpita)

A

Door te kijken naar intensiteit, focus of theoretische onderbouwing van verschillende behandelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Vul in (Chorpita). Tegenwoordig is het analyseniveau vaak het …(1) in plaats van de theorie of werkzame ingrediënten van een behandeling.

A

1: behandelingsprotocol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is het Destillatie en matchingmodel (DMM; Chorpita)

A

Kan worden gebruikt om strategieën die horen bij evidence-based behandelingen te beschrijven. Het beschrijft de consequenties van gebruik van protocollen als analyseniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Binnen het DMM wordt gebruik gemaakt van frequentiepatronen in behandeltechnieken om een distillatietabel op te stellen. Wat organiseert deze tabel? (Chorpita)

A

Geselecteerde literatuur op basis van een aantal vooraf geselecteerde variabelen (zoals stoornistype, leeftijd, etniciteit).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waarom is het DMM ontworpen? (Chorpita)

A

Om een overzicht te krijgen van de behandelpraktijken die gunstige resultaten opleveren, begrip te bevorderen van de relaties tussen de behandelingen en client- of contextvariabelen, en het genereren van hypotheses over mogelijke voorschriften die toegepast kunnen worden in nieuwe situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

De bevindingen van onderzoek van Chorpita & Daleiden suggereert dat bij selecteren van behandelingen ‘special cases’ een grotere rol zouden moeten spelen in het behandelingsselectie proces. Wat houdt dit in?

A

Dat bij het plannen van de behandeling van een 13-jarige met autisme, men niet alleen kijkt naar evicence base van zeven gerandomiseerde onderzoeken, maar ook naar een enkele-case studie waarvan de populatie vergelijkbaar was en waarvan de behandelpraktijken verschillend waren van de grotere autisme-literatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wanneer kan een behandelplan worden opgesteld? (KC)

A

Wanneer de klachten en problemen voldoende zijn geclassificeerd en geanalyseerd en als er een heldere hulpvraag is geformuleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke vier stappen doorloop je in het behandelplan? (KC)

A
  1. Opstellen van doelen
  2. Keuze van strategie
  3. Keuze van technieken
  4. Keuze van protocol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat doe je in de eerste stap van het behandelplan? (KC)

A

Doelstelling, korte en langetermijn. Resultaten van verschillende analyses spelen een rol (FA, BA, HT) maar ook kindkenmerken, pedagogische (on)mogelijkheden, effectiviteit beschikbare methode, ervaring en bekwaamheid therapeut.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat doe je in de tweede stap van het behandelplan? (KC)

A

Strategiekeuze. Wat is nodig om het probleemgedrag aan te pakken?
- Individuele behandeling
- Groepsbehandeling
- Mediatieve behandeling
- Gezinsbehandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat doe je in de derde stap van het behandelplan? (KC)

A

Techniekkeuze. Met welke techniek(en) ga ik het probleemgedrag aanpakken?
- Operant: gedrag toe of laten afnemen door reactie op dit gedrag. Dus zal gedrag vaker voorkomen wanneer positieve bekrachtiging volgt en zou het afnemen bij negatieve bekrachtiging
- Klassiek: gedrag toe of laten afnemen door betekenisverlening te veranderen. Ervaren dat de vrees niet optreedt kan bv angst afnemen.
- Cognitief: irrationele gedachtes die door bepaalde stimuli getriggerd worden. Deze worden uitgedaagd zodat ze als minder waar aanvoelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Vul aan (KC). Klassieke technieken spelen in op…

A

associaties.

30
Q

Wat doe je in de vierde stap van het behandelplan? (KC)

A

Protocolkeuze. Is er een evidence-based standaardprotocol?
- NJI en GGZ richtlijnen
- Behandelprogramma’s

31
Q

Waar wordt vaak geen evidence-based behandeling gegeven? (HC)

A

In de klinische praktijk.

32
Q

Wat zijn kenmerken van een protocol? (HC)

A
  • Stapsgewijze beschrijving van psychologische behandeling (goed onderbouwd)
  • Werkwijze
  • Vast opgebouwd volgens bepaald stappenplan
  • Draaiboek
  • Bevat omschrijving van behandeltechnieken en de volgorde waarin deze moeten worden uitgevoerd
  • Opdrachten voor de patiënt (werkboek)
33
Q

Wat zijn voordelen van protocollen? (HC)

A
  • Duidelijk doel
  • Rationaal: er zit een theorie achter
  • Theoretisch onderbouwd
  • Gestructureerd
  • Lineair (sessies in bepaalde volgorde)
  • Vast aantal sessies
  • Training > iedereen kan het
  • Werkboeken
  • Voorbeelden/invuloefeningen
  • Voor specifieke stoornis
  • Vaak geëvalueerd > Vaak evidence-based
34
Q

Wat zijn nadelen van protocollen? (HC)

A
  • Heterogeniteit van caseload; CGT voor één stoornis? -> niet zo relevant
  • Comorbiditeit; CGT voor één stoornis? -> niet genoeg
  • Flux; CGT voor één stoornis? -> niet genoeg (als je begint met een bepaalde diagnose, kan die omslaan in een andere diagnose)
  • Lineair (sessies in bepaalde volgorde) (wachten tot je bij bepaalde sessie bent)
  • Vast aantal sessies (alle stappen in protocol moeten worden gezet, soms teveel soms te weinig)
  • Crisis (nergens in protocol zit iets ingebouwd dat je aan crisis kan werken)
  • Vaak doe je maar een klein stukje van het protocol of je doet meer. Protocollen worden niet goed gevolgd
  • Soort keurslijf
35
Q

Wat zijn voorbeelden van interventies van de NJI gericht op depressie? (HC)

A

o Depressiecursus groep
o Grip op je dip online
o Happyles
o Headup
o Ouder-baby interventie
o Pak aan
o Praten online
o Stemmingmakerij

36
Q

Wat zijn voorbeelden van behandelingen gericht op depressie? (HC)

A

o Interpersoonlijke therapie
o Goede tijden, slechte tijden
o Stap op weg
o Doepressie cursus individueel
o Op Volle Kracht
o SPARX 
o Depressie cursus blended

37
Q

Wat zijn voorbeelden van internationale behandelingen/interventies gericht op depressie? (HC)

A

o Acceptance and Commitment Therapy (ACT)
o Attachment Based Family Therapy (ABFT)
o Catch-IT
o Moodgym

38
Q

Wat zijn voorbeelden van interventies van de NJI gericht op depressie en angst? (HC)

A

o Bewust Actief Leren
o Dyslexie de Baas
o Move2Learn
o My identity
o Psychoeducatieve gezinsinterventie Kopp
o Triple P (niveau 4)
o Vrienden
o Zippys vrienden

39
Q

Wat zijn voorbeelden van behandelingen gericht op angst en depressie? (HC)

A

o Alles onder controle
o Fijn: vrienden
o Overjekop.nl (voorheen Zwaar weer)
o Attention Bias Modification
o Een Sprong Vooruit
o Friends for Life
o Schateiland
o STERK

40
Q

Wat zijn voorbeelden van internationale behandelingen/interventies gericht op angst en depressie? (HC)

A

o MATCH
o My Friends

41
Q

Waarom werkt maar 3% van de cognitieve gedragstherapeuten met protocollen? (HC)

A

Omdat protocollen geworven zijn in onderzoekssetting, komen niet overeen met de clienten die zij zien.

42
Q

Wat zijn kenmerken van een onderzoeksbehandeling? (HC)

A
  • Geworven casus (ernst minder)
  • Homogene groep
  • Smalle focus
  • Lab of Uni setting
  • Onderzoeker
  • Kleine case load
  • Veel voorbereiding
  • Eén behandelmethode
  • Protocol
43
Q

Wat zijn kenmerken van een klinische behandeling? (HC)

A
  • Doorverwezen (ernstig)
  • Heterogene groep
  • Multi-problem focus
  • Kliniek / GGZ
  • Clinici
  • Grote case load
  • Weinig voorbereiding
  • Meerdere behandelmethodes
  • Flexibel programma
44
Q

Er is een gap tussen clinici en onderzoekers op gebied van onderzoek en praktijk. Wat zijn de kenmerken/gedachten van clinici hierover? (HC)

A

o Onze ervaring wordt genegeerd
o Voorkeur voor bewijs uit praktijk
o Onderzoeksvragen zijn niet relevant
o Vaak weinig onderzoekservaring
o Niet geïnteresseerd in gemiddelden

45
Q

Er is een gap tussen clinici en onderzoekers op gebied van onderzoek en praktijk. Wat zijn de kenmerken/gedachten van onderzoekers hierover? (HC)

A

o Mijn resultaten worden genegeerd
o Bewijs uit data
o Clinici zouden meer moeten meten
o Door onderzoek; meer en dieper nadenken over processen

46
Q

Wat zijn voordelen van het flexibel toepassen van een protocol? (HC)

A
  • Heterogeniteit: meerdere therapeuten bij meerdere soorten problematiek
  • Comorbiditeit: meerdere diagnoses binnen dezelfde client
  • Flux: de ene stoornis gaat om in de andere stoornis
  • Crisis
  • Aan te passen aan client
47
Q

Wat voor acties kun je uitvoeren als je interventies aan wilt passen aan het kind? (HC)

A
  • Modules van andere protocollen om comorbiditeit aan te pakken
  • Modules van andere protocollen om flux aan te pakken (diagnoses kunnen veranderen)
  • Andere volgorde (eerste exposure dan cognities)
  • Delen weglaten (geen cognities bij jonge kinderen)
  • Bij crisis; op de crisis ingaan
  • Op maat bedenken wat je wel gebruikt en wat niet
48
Q

Wat zijn de nadelen van flexibel toepassen van een protocol? (HC)

A
  • Wetenschappelijk onderzoek gecombineerd met klinische ervaring -> evidence-informed
  • Niet meer evidence-based: de effectiviteit is onbekend
  • We weten niet meer of het effect heeft, omdat het zo gemixt is
49
Q

Wat zijn kenmerken van transdiagnostisch werken? (HC)

A
  • Kijken wat het meest belangrijk is: wat is de kern
  • Onderliggend mechanisme van diagnoses: basis om over verschillende stoornissen heen te kijken: verandering = verandering in klachten
  • Theoretisch model
  • Gemeenschappelijke oorsprong
  • Stoornis overstijgend (vs. stoornis specifiek)
50
Q

Wat zijn transdiagnostische concepten/factoren? (HC)

A
  1. Cognitief
  2. Emotie
  3. Gedrag
51
Q

Welke kenmerken vallen onder het concept ‘cognitief’ bij het transdiagnostisch werken? (HC)

A
  • Negatief zelfbeeld
  • Perfectionisme
  • Neuroticisme
  • Self-focussed attention
  • Selectieve aandacht
52
Q

Welke kenmerken vallen onder het concept ‘emotie’ bij het transdiagnostisch werken? (HC)

A
  • Psychologische flexibiliteit
  • Emotieregulatie
  • Onvoldoende coping
53
Q

Welke kenmerken vallen onder het concept ‘gedrag’ bij het transdiagnostisch werken? (HC)

A
  • Assertiviteit
  • Sociale vaardigheden
54
Q

Wat is het doel van Acceptance Commitment Therapy (ACT)? (HC)

A
  • Aanleren van Acceptatie van wat er op dat moment is, incl. negatieve gedachten en gevoelens, zodat je kan doen wat je zou willen
  • Actie kan worden ondernomen richting vastgestelde (Commitment) doelen, ipv te proberen de negatieve gevoelens en gedachten zelf te beheersen of te vermijden
  • Dus: niet richten op symptoomreductie maar op coping met symptomen zodat er ruimte ontstaat om weer te gaan investeren in een waardevol leven
55
Q

Wat is de visie van ACT op problemen? (HC)

A

Psychologische inflexibiliteit. Te veel verzet tegen of controle op onvermijdelijke emotionele pijn (negatieve gedachten en/of gevoelens) waardoor men vast komt te zitten in beperkt gedragsrepertoire.

56
Q

Wat is de visie van ACT op verandering? (HC)

A

Psychologische flexibiliteit. Acceptatie van onvermijdelijke gedachten en gevoelens zodat je flexibel en effectief kan reageren. Doen wat er voor jou toe doet.

57
Q

Wat zijn voordelen van transdiagnostisch werken? (HC)

A
  • Meerdere klachten in een groep bij ACT, meerdere klachten met een behandeling
  • Efficient
  • Comorbiditeit: meerdere problemen aanpakken
  • Flux
  • Preventie, interventie
  • Chronische problemen
  • Gestructureerd
  • Werkboeken
58
Q

Wat zijn nadelen van transdiagnostische behandelingen? (HC)

A
  • Vaak moeilijk aan te passen: therapeut moet theorieën goed kennen, niet iedereen kan dit zomaar doen
  • Therapeut heeft ervaring nodig: goede training
59
Q

Wat is modulair werken? (HC)

A

Opbouwen wat het beste past bij de client. Niet perse uit gaan van protocol. Componenten uit verschillende interventies.

60
Q

Wat zijn module componenten voor depressie? (HC)

A
  • Psycho educatie
  • Cognitieve herstructurering
  • Zelfmonitoring
  • Activatie: bewezen effectief
  • Ontspanningsoefeningen/relaxatie
  • Probleem oplossen
  • Sociale/communicatieve vaardigheden
61
Q

Wat zijn voordelen van modulair werken? (HC)

A
  • Heterogeniteit mogelijk
  • Comorbiditeit mogelijk
  • Flux mogelijk
  • Niet lineair
  • Crisis mogelijk
  • Geen vaste volgorde
  • Geen vast aantal sessies
  • Aan te passen aan de client
62
Q

Wat is een nadeel aan modulair werken? (HC)

A
  • Welke modules moet je pakken? Wat is goed voor de client? Hier zijn weinig studies naar
  • Therapeut moet heel veel kennis hebben en extra lang studeren
63
Q

Gekeken naar 23 CGT protocollen voor depressie, wat hebben deze protocollen het meeste gemeen met elkaar op gebied van componenten? (HC)

A
  1. Cognitieve herstructurering (100%)
  2. Monitoring (78%)
  3. Activatie (78%)
  4. Probleem oplossen (78%)
  5. Psycho educatie (70%)
  6. Relaxatie (65%)
  7. Sociale vaardigheden (57%)
  8. Terugval preventie (52%)
64
Q

Wat zijn de meest voorkomende CGT elementen bij STARr project: depressiepreventie bij jongeren? (HC)

A

STAR:
- Solve: probleem oplossingsvaardigheden
- Think: cognitieve herstructurering
- Act: gedragsactivatie
- Relax: ontspannigsoefeningen

65
Q

Wat houdt Think in? (HC)

A

Dit is psycho educatie over relatie tussen gedachtes, gevoel en gedrag en korte en lange termijn consequenties

66
Q

Bij Think ga je negatieve gedachtes uitdagen en stel je positieve gedachtes op dmv 7 stappen. Welke 7 stappen zijn dit? (HC)

A
  1. Identificeren van negatieve gedachte en schema; gebeurtenis, gedachte, gevoel, gedrag en gevolg.
  2. Beoordelen van de geloofwaardigheid van de negatieve gedachte.
  3. Bewijs voor en tegen negatieve gedachte
  4. Sterkste bewijs tegen kiezen
  5. Formuleren van een positieve gedachte en schema opstellen (GGGGG)
  6. Beoordelen van geloofwaardigheid van de positieve gedachte
  7. Nogmaals beoordelen van de geloofwaardigheid van de negatieve gedachte
67
Q

Wat is eclectische behandeling? (HC)

A

Vanuit professional die weet wat het beste is. Professional weet het en heeft geen protocol nodig. Dus vanuit visie professional. Wat is het beste voor de client.

68
Q

Wat is het verschil tussen modulair en eclectisch? (HC)

A

Modulair is vanuit één visie. Eclectisch is meerdere stromingen/technieken.

69
Q

Welke verschillende vormen van eclectisch werken heb je? (HC)

A
  • Simultaan: tegelijkertijd
  • Sequentieel: eerst de een, dan de ander
  • Stage-oriented: afstemmen op de client
70
Q

Wat is een voordeel en nadeel van eclectisch werken?(HC)

A

Voordeel: aan te passen aan client
Nadeel: kleine effecten