Week 7 Flashcards

1
Q

Noem 4 vormen van samenwerking tussen onafhankelijke organisaties

A

Joint ventures
Strategische allianties
technology licensing
Supply chain initiatieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef 3 redenen voor het toegenomen belang van interorganisatorische relaties

A
  • Globalisering;
  • Snelle technologische transformatie;
  • Toegenomen technische complexiteit van producten en diensten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de oorzaak voor de sterke toename van samenwerkingsverbanden?

A

De mondialisering van kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Samenwerkingsverbanden aangaan is een strategische beslissing. Doelen die nagestreefd worden door middel van samenwerking kunnen zijn: (4)

A
  • Concurrentie in de bedrijfstak verminderen;
  • Risicospreiding;
  • Bij elkaar brengen van specifieke ondernemingsgebieden;
  • Wegnemen van specifieke barrières;
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de drie type redenen voor het opbouwen van een samenwerkingsverband?

A
  • Kostengerichte samenwerking
  • Positioneringsgerichte samenwerking: uitbreiding van bestaande markt of het aanboren van nieuwe markten;
  • Op leren gerichte samenwerking: leren van elkaars capaciteiten en deskundigheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn drie motieven voor een fusie of overname?

A
  • Strategische heroriëntatie: veel Europese afzetmarkten zijn verzadigd;
  • Concurrentiepositie;
  • Synergie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt technology licensing in?

A

Gebruiken know-how tegen fee of roalty voor lagere kosten, snellere ontwikkeling en snelle markt-entries.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt een strategic alliance in?

A

Afspraak tussen twee ondernemingen om samen nieuwe technologie/product/dienst te ontwikkelen binnen een vooraf bepaalde tijd.

Lange-termijn relatie met concurrentie- en prestatievoordeel voor beide partijen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een joint venture?

A

Formeler: twee bedrijven zetten samen een nieuw bedrijf op en zijn de moedermaatschappijen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk gevolg heeft de voortdurende populariteit van inter-organizational relationship op managers mbt MCS.

A

Omdat deze inter-organizational relationships steeds populairder worden, moeten managers op zoek gaan naar een manier om hun management control systemen aan te passen op deze relaties buiten de eigen organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke twee delen kan inter-organizational management control gesplitst worden?

A
  1. De veranderingen in het interne control systeem met als doel de verbeterde relaties.
  2. Gezamenlijke ontwikkeling van inter-organizational MCS.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly