Week 1 Flashcards
Wat is management control?
kan worden gedefinieerd als een combinatie van controlepraktijken (input, throughput en output) die zijn ontworpen om de kans te vergroten dat managers en werknemers op een lager niveau zich gedragen op manieren die consistent zijn met de missie, doelen en strategieën van de organisatie?
Om welke 3 redenen is er behoefte aan controle (MC)?
- Gedecentraliseerde managers begrijpen niet automatisch de doelen en strategieën die zijn ontwikkeld door managers op een hoger niveau, noch hoe ze bijdragen aan deze doelen en strategieën.
- Gedecentraliseerde managers zijn het niet automatisch eens met de doelstellingen en strategieën van de organisatie die zijn ontwikkeld door managers op een hoger niveau.
- Gedecentraliseerde managers hebben niet automatisch de middelen die nodig zijn om te handelen met doelen en strategieën die ontwikkeld zijn door managers op een hoger niveau.
Wat is decentralisatie?
Bij decentralisatie hebben lagere managers de bevoegdheid om zelf beslissingen te nemen, daarbij is het belangrijk om formele mechanisme en routines in te bouwen om overeenstemming te bereiken tussen de belanghebbenden en de doelen.
Wat is de top-down functie van MC? (3)
- Het zo operationeel mogelijk uitleggen van strategieën en doelstellingen. Zorgen voor coördinatie tussen bedrijfsfuncties op gedecentraliseerd niveau;
- Motiveer decentrale managers om de organisatiedoelen na te sterven;
- Resource allocation: ontwikkel persoonlijke vaardigheden van lager management en hun ondergeschikten.
Wat is de Bottom-up functie van MC? (3)
- Rapporteer over doelrealisatie en deel het mee wanneer er sprake is van onrealistische doelen. Maak coördinatie en samenwerking mogelijk met andere decentrale units;
- Faciliteer het hoger management met specialistische vaardigheden en kennis van lager management;
- Maak het mogelijk dat lager management de ondersteuning en middelen krijgen om hun verantwoordelijkheden te kunnen uitvoeren.
Wat is een missie?
Reden waarom een bedrijf bestaat, primaire functie, permanente opdracht.
Dat de organisatie naar buiten zal uitdragen. Het geeft aan waarom de mensen uit de organisatie staan, wat hun identiteit en waarden zijn.
Wat is een visie?
Ambitieus beeld van de toekomst
de kijk die een persoon of bedrijf heeft op een situatie. Het is belangrijk dat het bedrijf weet wat het wil bereiken.
Wat is een strategie?
plan van aanpak om korte, middellange en lange termijndoelen te bereiken.
Wat is een KPI?
kritische prestatie indicator: dit is een meetbare indicator die aantoont hoe de organisatie presteert of haar doelstellingen haalt.
Wat is een KSF?
kritische succesfactor: met dit geeft men aan welke activiteiten in een organisatie essentieel zijn voor het succes van de organisatie op langere termijn.
Waarin heeft managementcontrole een belangrijke faciliterende rol?
Managementcontrole heeft een belangrijke ‘faciliterende’ rol bij het ontwerpen van controlepraktijken die helpen om de vaardigheden, jobmotivatie en organisatorische betrokkenheid van lagere managers en werknemers te behouden of te verbeteren.
Met behulp waarvan maken managementcontrolesystemen innovatieve activiteiten mogelijk?
Managementcontrolesystemen maken innovatieve activiteiten mogelijk met behulp van input- en outputcontroles.
Wat zijn de drie redenen waarom de doelen niet automatisch worden gerealiseerd door decentraliseerde managers?
- Managers begrijpen doelen en strategieën die door senior managers zijn ontwikkeld niet meteen en weten niet hoe ze daaraan kunnen bijdragen. –> Concreter formuleren
- Managers zijn het niet eens met de doelen en strategieën die door senior managers zijn ontwikkeld. Komt door privé-doel of hij heeft andere mening.
- Gedecentraliseerde managers hebben de bronnen niet om te handelen naar de doelen en strategieën die door senior managers zijn ontwikkeld. Ze hebben zowel persoonlijke vaardigheden, als financiële en fysieke bronnen van de organisatie nodig.
Uit welke drie elementen bestaat de PDCA cyclus?
- Input (invoer)
- Throughput (doorvoer)
- Output (uitvoer)
leg uit wat de input is en geef een voorbeeld
- Input (invoer) > gericht op de aanname van personeel. Denk aan docenten op een Hogeschool Inholland, die moeten een bepaalde opleiding gedaan hebben om aangenomen te worden. Ze kunnen dan al aan het werk zijn maar moeten bijvoorbeeld een toets halen. Het gaat om de capaciteiten. Zoals:
o Selectieprocessen van medewerkers;
o Waardeverklaringen;
o Socialisatiesprocessen van medewerkers. Zoals een kaartje op je verjaardag.
Inputs verwijzen naar de bronnen, materialen, informatie of middelen die worden gebruikt om een proces of systeem te voeden. Het zijn de startpunten van een proces en dienen als de basis waarop het proces kan plaatsvinden. Inputs kunnen verschillende vormen aannemen, afhankelijk van het type proces of systeem. Bijvoorbeeld, in een productieproces kunnen inputs grondstoffen, arbeid, machines en energie omvatten. In een informatiesysteem kunnen inputs gegevens, formulieren of verzoeken van gebruikers zijn.