week 6 HC2 concepten lichaamssamenstelling Flashcards
welke 5 niveau’s zijn er te onderscheiden in lichaamssamenstelling?
- atoom
50 elementen komen voor in het lichaam
5 elementen zijn goed voor 98% van het lichaamsgewicht (Bwt).
de overige 45 elementen maken <2% van het lichaamsgewicht uit. - moleculair
elementen zijn opgenomen in moleculen die > 100.000 chemische verbindingen vormen (verschillen in complexiteit en moleculair gewicht) Water → DNA ‘ - cellulair
de assemblage van moleculen in cellen creëert levend organisme
menselijk lichaam: 10^14 cellen: variaties in vorm, grootte, samenstelling en distributie en verdeling - weefsels
weefsels bevatten cellen die qua uiterlijk, functie en embryonale oorsprong - gehele lichaam
lengte, gewicht, Body Mass Index, taille heup verhouding
waarom wil je de lichaamssamenstelling meten?
- gezondheidsimplicaties
voorkomen van diabetes, hart- en vaatziekten, bloeddruk, enz.
er is een ideaal vetpercentage voor gezondheidsredenen - maak BW aanbevelingen
hoeveel vet je moet verliezen of winnen?, hoeveel spieren moet je winnen?, atletische prestaties
wat zijn twee beperkingen van de BMI?
- atleten van grote omvang kunnen ten onrechte geclassificeerd als overvet
- het lichaamsgewicht in de formule van de BMI wordt beïnvloed door andere factoren dan vet (botten, plasmavolume, spiermassa).
een persoon kan overgewicht hebben volgens zijn BMI, maar zeer weinig lichaamsvet hebben.
komt BMI overeen met dezelfde mate van vetheid in verschillende populaties en is het BMI geslachts- en leeftijdsafhankelijk?
- BMI komt niet overeen met dezelfde mate van vetheid in verschillende populaties
- normale waarden voor BMI zijn hetzelfde voor beide geslachten en leeftijdsonafhankelijk
- bij dezelfde BMI hebben vrouwen meer lichaamsvet dan mannen
wat is de de belangrijkste parameter bij de evaluatie van het gewicht en samenstelling?
het deel van het totale lichaamsgewicht dat vet is (percentage lichaamsvet)
wat zijn twee modellen voor het beschrijven van lichaamssamenstelling?
- model composition 1
onderscheid tussen vrije vetmassa (niet-essentieel vet+opslagvet) en lean body mass (weefsel met essentieel vet) - model composition 2
onderscheid tussen vetmassa (inclusief essentieel vet) en vetvrije massa (overig weefsel)
waar ligt het vet in het lichaam (4 plekken)?
subcutaan
intermusculair
intramusculair
buik- en borstholte
wat is het verschil tussen vetmassa en vetvrije massa?
- vetmassa omvat al het vet van het lichaam, inclusief essentieel vet.
vetmassa = essentieel en niet-essentieel vet - vetvrije massa wordt gedefinieerd als lichaamsmassa minus al het extraheerbare vet en samengesteld uit al het niet-vetweefsel van het lichaam (inclusief botten, spieren, organen en bindweefsel)
bestaat uit water, glycogeen en eiwitten (60% van het lichaamsgewicht bestaat uit water, hiervan zit 34% intracellulair)
wat is essentieel vet, waaruit bestaat het en waar is het voor nodig?
- alle vet is niet slecht, cruciaal voor normaal werking
- bestaat uit vet opgeslagen in belangrijke organen, spieren en centraal zenuwstelsel
- vereist voor normale fysiologische werking: nodig voor de opvulling van organen, isolatie, energiebron
- het is een minimale hoeveelheid die nodig is om dagelijks te functioneren
- vermindering van essentieel vet onder een bepaalde minimale hoeveelheid kan de de algemene gezondheid schaden. extremen in diëten (en lichaamsbeweging) kunnen de opslag van essentieel vet verminderen.
- vrouwen hebben baby’s, menstruatiecycli en hebben meer vet nodig voor de overleving van de soort, dus hebben meer essentieel vet
wat is niet-essentieel vet en waar bevindt het zich grotendeels?
niet-essentieel vet = vetweefsel = opslagvet
zit subcutaan grotendeels in de vorm van triglyceriden
wat zijn 4 methoden voor schatting van de lichaamssamenstelling?
- skinfolds
- omtrekmetingen
- bio-elektrische impendantie
- beeldvormende technieken (DEXA, CT, MRI)
hoe werken skinfolds en waar meet je deze?
omdat 70-90% van het vetweefsel subcutaan ligt, kan de dikte van de huidplooien gebruikt worden om de totale hoeveelheid vet in het lichaam te meten. de metingen zijn gebaseerd op de veronderstelling dat het vet regelmatig verdeeld is over het lichaam en de dikte van huidplooien dus maat is voor de totale hoeveelheid lichaamsvet.
- geeft een vrij goede schatting van % lichaamsvet
- potentieel voor bronnen van fouten tussen testers, onderzoekers afhankelijk
- huidplooimetingen geven GEEN goede informatie over de hoeveelheid visceraal vet
- meten bij biceps, triceps, subscapularis en de buik
hoe werken omtrekmetingen (WHR) en wat zijn de normaalwaarden?
- de tailleomtrek wordt gedeeld door de heupomtrek om de verhouding tussen taille en heup te bepalen
- de heup-taille ratio voorspelt beter dan welke andere anthropometrische parameter het gezondheidsrisico van een individu, dus de verdeling van het vet is belangrijker dan de hoeveelheid vet
- <1.0 bij mannen en < 0.8 bij vrouwen
waarmee is de heup-taille ratio gecorreleerd?
de mate van insuline resistentie ↑
bloeddruk ↑
HDL cholesterolspiegel in het bloed ↓
incidentie diabetes mellitus ↑
incidentie hart- en vaatziekten ↑
overall mortaliteit ↑
wat is het verschil tussen mannelijke/android vetcellen en vrouwelijk/gynoïde vetcellen en wanneer zijn deze waardes verhoogd?
- mannelijke/android vetcellen (verhoogd bij >0,95)
de vetcellen van het bovenlichaam zijn meer insulineresistent, meer afgifte
meer vetzuren in reactie op lipolytische stimuli - vrouwelijk/gynoïde vet (verhoogd bij >0,80)
lagere vetcellen zijn meer insulinegevoelig en meer resistent tegen lipolytische prikkels. minder afgifte van vetzuren in reactie op lipolytische prikkels