Week 3 - Ziekte van Pompe Flashcards

1
Q

Waar heeft de ziekte van Pompe veel van weg?

A

MPS-IV-syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werkt de ziekte van Pompe?

A

Stoffen stapelen zich op in lysosomen. Ditmaal betreft het glycogeenstapeling dat vooral in de spieren plaatsvindt en leidt tot slappe spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 vormen van ziekte van Pompe

A
  • aangeboren (klassiek infantiele vorm)
  • later ontwikkelde vorm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kenmerken van de aangeboren vorm van ziekte van Pompe

A
  • ziekte begint in baarmoeder
  • symptomen al vanaf 3 maanden zichtbaar
  • frog positions
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Symptomen aangeboren vorm van ziekte van Pompe

A
  • slipping through (bij optillen kantelen de schouders verticaal en glijdt de baby tussen de handen door)
  • head lack (hoofd kantelt naar achteren bij het optillen van het bovenlijs)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn gevolgen van de aangeboren ziekte van Pompe? (6)

A
  • zuurstoftoevoer nodig
  • sondevoeding
  • hypertrofe cardiomyopathie
  • luchtweginfecties
  • alle motorische mijlpalen zullen niet worden behaald
  • zonder behandeling sterfte voor 1 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat krijg je bij de later ontwikkelde ziekte van Pompe?

A
  • de gower’s manoeuvre (via knieën met de handen omhoog komen).
  • hangen in de rug (door in de banden te hangen, is er nauwelijks spierkracht nodig).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ziet de schade eruit in dwarsgestreept spierweefsel?

A
  • donkere structuren –> glycogeenstapelingen
  • witte structuren –> spiercellen in apoptose door glycogeenstapelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschil tussen ziekte van Pompe en MPS-IV?

A
  • ziekte van pompe –> stapeling in spierweefsel
  • MPS-IV –> in bindweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat ontbreekt bij ziekte van Pompe?

A

de actieve vorm van het enzym alfa-glucosidase (of komt de actieve vorm niet in het lysosoom terecht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doet alfa-glucosidase?

A

kan in actieve vorm glycogeen omzetten tot glucose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan de oorzaak zijn dat een patiënt langzamer kan reageren?

A

op langere termijn ontstaat er afwijkingen in de witte stof, waardoor de prikkelgeleiding langzamer verloopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly