Week 16 (Deel 9) Flashcards
1
Q
I go swimming Monday. Are you coming?
A
Ik ga maandag zwemmen. Ga je mee?
2
Q
There is a Christmas market in the centre. Do you want to go?
A
Er is Kerstmarkt in het centrum. Heb je zin om te gaan?
3
Q
Yes. Hell yes.
A
Ja. Jazeker.
4
Q
What a good idea!
A
Wat een goed idee!
5
Q
Of course
A
Natuurlijk
6
Q
Gladly
A
Graag
7
Q
Sorry, I can’t.
A
Het spijt me, ik kan niet.
8
Q
I have to work
A
Ik moet werken
9
Q
I am too tired
A
Ik ben te moe
10
Q
I don’t feel like it
A
Ik heb geen zin
11
Q
Maybe another time
A
Een andere keer misschien
12
Q
How will we meet?
A
Hoe spreken we af?
13
Q
Today at 1
A
Dag een uur
14
Q
When do we meet?
A
Wanneer spreken we af?
15
Q
Tomorrow at half past eight.
A
Morgen, om half acht.
16
Q
Where do we meet?
A
Waar spreken we af?