Week 14 VO2

Question 1

wat zijn de 5 stadia (2e evt) van malaria?

Answer 1

1. sporozoïet
   (2. hypnozoïet)
2. merozoïet
3. trofozoïet
4. schizont

Question 2

welke verwekkers geven ‘tertiane’ malaria en waarom heet dit zo?

Answer 2

plasmodium vivax, plasmodium ovale
koortspiek na 48 uur dus op dag 1 en 3

Question 3

wat zie je in het preparaat van p. vivax (noem 3 dingen)?

Answer 3

• oudere trofozoïeten, schizont
• vergrote ery’s
• Schüffnerse stippeling

Question 4

wat zie je (2) en wat zie je niet (2) in het preparaat van p. falciparum?

Answer 4

• ery’s NIET vergroot
• GEEN Schüffnerse stippeling
• vlekken van Maurer (soms)
• alleen trofozoïeten

Question 5

ga je ook nog Slim doorlezen? in elk geval de gemarkeerde stukken?

Answer 5

ja okee

Question 6

waarom is de parasitemie van belang (noem 2 dingen)?

Answer 6

• het geeft een indicatie over de klinische toestand
• mogelijkheid om effect therapie te vervolgen

Question 7

vanaf welk percentage parasitemie spreken we van een ernstige infectie?

Answer 7

> 2%

Question 8

welke 2 soorten malaria infecteren alleen jonge erythrocyten?

Answer 8

p. ovale
p. vivax

Question 9

wat voor koortstype veroorzaakt p. falciparum?

Answer 9

elk koortstype kan

Question 10

wat voor koortstype veroorzaakt p. malariae?

Answer 10

vierdaagse koorts
(erythrocytaire cyclus 72 uur)

Question 11

bij het vinden van wat heb je de diagnose malaria vastgesteld?

Answer 11

aseksuele stadia
(gametocyten bewijzen wel infectie maar niet de ziekte)

Question 12

is malaria een meldingsplichtige ziekte?

Answer 12

ja