Week 12 ZO1 Flashcards

1
Q

welke anamnestische vragen/gegevens passen bij ‘atypische pneumonie’?

A

vogelbezit
bezoek aan boerderij met veel vee
seizoen
recente hotel- of campingovernachtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de belangrijkste reden om een patient op te nemen?

A

matig-ernstig ziek zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn waarschijnlijke oorzaken van het falen van behandeling?

A

andere verwekker dan vermoed
infectieuze complicaties (thoraxempyeem)
verkeerde keuze geneesmiddel of dosering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat voor gegevens pleiten voor atypische pneumonie?

A

hoofdpijn
matige, niet purulente sputumproductie
kinderen/jongvolwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de belangrijkste verwekker van atypische pneumonie?

A

mycoplasma pneumoniae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarom moet je urine onderzoek doen bij een atypische pneumonie (verdenking)?

A

antigeendetectie ernstige Legionella pneumophila infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zie je op x-thorax bij een bronchopneumonie?

A

begrenzing niet bepaald door segmenten, dus een niet-scherp, minder dicht infiltraat dan bij een lobaire pneumonie zoals pneumokok.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoort leukocytose met linksverschuiving bij een atypische pneumonie?

A

niet per se, vaker bij typische pneumonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bij wat voor longinfectie kan anemie voorkomen?

A

mycoplasma pneumoniae infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welk microbiologisch onderzoek is noodzakelijk voor pneumokokken?

A

kweek, gram preparaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welk microbiologisch onderzoek is noodzakelijk voor mycoplasma?

A

serologie (IgM, koude agglutininen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welk microbiologisch onderzoek is noodzakelijk voor legionella?

A

antigeendetectie, kweek, serologie (IgM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zie je op gram preparaten van mycoplasmata?

A

leucocyten en géén bacterien: ze worden niet aangetoond door hun grootte en afwezigheid celwand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welk van de volgende gegevens zijn specifiek voor een mycoplasma pneumoniae infectie?
1. hemolytische anemie
2. hoge C-reactive proteïne waarde
3. koude rillingen
4. leverfunctiestoornissen
5. niet-productieve hoest
6. positieve Mycoplasma IgM serologie
7. uitgebleven reactie op eerste antibioticum kuur

A

1 en 6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke antibiotische therapie is effectief tegen mycoplasma?

A

erythromycine, doxycycline
mycoplasma heeft geen celwand: beta-lactam is dus niet werkzaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke 2 symptomen kunnen optreden door koude agglutininen?

A

pericarditis, artralgie

17
Q

kan mycoplasma langdurig aanwezig blijven na behandeling zonder ziekteverschijnselen te geven?

A

ja

18
Q

komt asymptomatisch dragerschap van mycoplasma voor? wat weet je over beloop van mycoplasma?

A

ja, asymptomatisch dragerschap komt voor. als het wel klachten geeft is dit meestal als een BLWI. gaat zonder behandeling in principe vanzelf over.

19
Q

wat voor extra-pulmonale afwijkingen komen voor bij mycoplasma?

A

huidafwijkingen, (subklinische) hemolyse, zeldzaam: encefalitis

20
Q

wat is de incubatietijd van mycoplasma?

A

2 à 3 weken

21
Q

hoe gaat de verspreiding van mycoplasma?

A

via druppels

22
Q

op welke leeftijd komt mycoplasma het meeste voor?

A

5-20 jaar

23
Q

in welk seizoen worden de meeste infecties geregistreerd?

A

piek in de herfst. daarna meest in winter. in lente en zomer weinig maar niet 0.

24
Q

wat bezit mycoplasma waardoor het dit ziektebeeld veroorzaakt?

A

een terminaal celorganel dat zich bij voorkeur hecht aan respiratoir epitheel.

25
Q

welke 2 dingen weet je over koude agglutininen?

A
  1. agglutinatie verdwijnt bij 37 graden
  2. test hierop geeft binnen enkele uren uitsluitsel of we te maken hebben met mycoplasma
26
Q

wat voor ziektebeeld veroorzaakt mycoplasma hominis?

A

genito-urinaire infectie

27
Q

wat voor ziektebeeld veroorzaakt mycoplasma orale/salivarians?

A

geen

28
Q

wat voor ziektebeeld veroorzaakt mycoplasma fermentans?

A

systemische infectie

29
Q

stelling: mycoplasma is een belangrijke veroorzaker van pneumonie op de kinderleeftijd

A

juist

30
Q

stelling: mycoplasma is heel besmettelijk

A

juist

31
Q

stelling: mycoplasma veroorzaakt een BLWI die meestal overgaat in pneumonie

A

onjuist

32
Q

stelling: pleuristische pijn bij een patënt die hoest maakt de diagnose atypische pneumonie aannemelijk

A

onjuist

33
Q

Stelling: het röntgenbeeld van een patiënt met atypische pneumonie is een alveolaire pneumonie

A

onjuist

34
Q

Stelling: de anemie bij een Mycoplasma infectie wordt veroorzaakt door beenmergremming

A

onjuist

35
Q

Stelling: bij een goede reactie op antibiotica is de thoraxfoto binnen 2 weken genormaliseerd.

A

onjuist