Week 12 PD4 Flashcards

1
Q

wat voor granulomen zijn typisch bij sarcoidose?

A

non-necrotiserend
‘mooi’
epitheloid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de prevalentie van sarcoidose?

A

1-40 per 100.000
er zijn ook mensen die niet weten dat ze sarcoidose hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is anders aan sarcoidose bij donkere mensen?

A

komt vaker voor, ernstiger beloop, uitgebreidere ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

op welke leeftijd komt sarcoidose voor?

A

kan op alle leeftijden
vooral volwassenen <40 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

in welk seizoen komt sarcoidose het meest voor

A

in de winter en vroege lente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat voor beroepsgroepen hebben meer risico op sarcoidose?

A

mensen die werken met ‘stof’, zand, silicaat zoals stratenmakers, brandweer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de Kveim reactie?

A

inductie van granulomen bij potentiele patienten met humaan materiaal van sarcoidose patienten. werd vroeger gedaan, nu niet meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uit wat voor cellen bestaat een granuloom?

A

kern: epitheloide cellen, macrofagen
rand van lymfocyten (Th1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat secreteert een granuloom allemaal?

A

actief vit D -> hypercalciemie
groeifactoren -> fibrose
IL-2R (soms gebruikt voor monitoring)
ACE
TNF-alfa, IFN-gamma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is het belangrijke verschil in het stadium na de granulomen?

A

resolutie of fibrotisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat weet je over het zogenaamde ‘Blau syndroom’?

A

het is de enige erfelijke vorm van sarcoidose die we kennen. komt voor bij kinderen. defect in NOD2 gen. itt sarcoidose in het algemeen doen de longen vaak niet mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar in de longen zitten de granulomen vaak?

A

onder de fissuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn algemene symptomen bij sarcoidose?

A

vermoeidheid
anorexie
gewichtsverlies
koorts
dyspnoe
retrosternale POB
hoesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke organen doen vaak mee bij sarcoidose?

A

respiratoire tract bijna altijd
90% lymfatisch systeem
40-70% lever
25% huid
5-10% hart (ritmestoornissen door granulomen rond geleiding)
5% zenuwstelsel
0.7% nieren
endocrien systeem: schildklier, hypofyse
parotisklieren
gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welk orgaan doet nooit mee en waarom?

A

de bijnier omdat die zijn eigen ‘medicijnen’ (steroiden) produceert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe heet de typische vorm van sarcoidose en wat kun je erover vertellen?

A

Löfgren syndroom.
bestaat uit erythema nodosum, artritis en bihilaire lymfadenopathie.
goede prognose.

17
Q

radiologen hebben 4 stadia bedacht (dit gaat dus niet over het beloop maar wat je ziet op scans). wat is kenmerkend per stadium?

A

1: bihilaire lymfadenopathie. 60-80% remissie. hoef je niet te behandelen.
2: bihilaire klieren en parenchymproblemen. 50-60% remissie. vanaf dit stadium wel behandelen.
3: alleen parenchym. <30% remissie.
4: fibrose

18
Q

wat zijn je BAL bevindingen bij sarcoidose?

A

veel T-lymfocyten, vooral CD4+
dit itt perifeer bloed waar je juist lymfopenie ziet (dit kan echt heel laag zijn - AIDS achtig)

19
Q

wat is de relatie tussen oogproblemen en sarcoidose?

A

sarcoidose kan vaak uveitis geven
ook de oogzenuw kan worden aangedaan, dit geeft flikkeringen

20
Q

wat kan er mis zijn met de neus bij sarcoidose?

A

typisch is lupus pernio: een soort onregelmatige, ontstoken, gefibrotiseerde neus. dit is een teken van chronische sarcoidose.

21
Q

welke hormoonklier doet vaak mee met sarcoidose?

A

de hypofyse (neuro/achterkwab)
evt: uitval -> minder ADH -> diabetes insipidus

22
Q

wat is de relatie tussen sarcoidose en zwangerschap?

A

zwangerschap gaat meestal goed. in 62% is er zelfs verbetering van het ziektebeeld.

23
Q

hoe wordt de diagnose sarcoidose gesteld?

A

er is geen specifieke test!!
CO transport longen is een belangrijke test
meten longcapaciteit

uiteindelijk gebaseerd op:
1. klinische bevindingen
2. radiologische bevindingen
3. histologische bevindingen

24
Q

kun je IL-2R gebruiken voor diagnose?

A

niet specifiek voor sarcoidose. je kunt het wel gebruiken om patienten te monitoren

25
Q

welke ziektebeelden veroorzaken nog meer granulomen?

A

Crohn
Schistosomiasis
tbc
aspergillosis
NB: rond kanker kunnen ook granulomen ontstaan! overweeg betere diagnostiek naar maligniteit als de therapie voor sarcoidose niet aanslaat

26
Q

hoe is de prognose van sarcoidose?

A

goed. de meeste granulomen verdwijnen op den duur vanzelf. wel houdt ongeveer 50% minstens enige vorm van orgaanschade eraan over.

27
Q

wanneer moet je sarcoidose behandelen?

A

niet altijd. wel als er bepaalde orgaanschade aanstaande is die je kan tegenhouden of als patient hypercalciemie heeft.

28
Q

welk medicijn werkt het beste?

A

anti-TNF
steroiden kun je mee beginnen maar lage dosis en snel afbouwen.
DM moet je goed controleren want dat met sarcoidose is geen goede combinatie