week 13 hc Flashcards
wat zijn farmacologische voorwaarden
-werking/bijwerking
-toediening/dosering
wat houdt farmacodynamiek in
- wat het medicijn doet met het lichaam
- hiervoor stof ontwikkelen met genoeg specificiteit met
voldoende therapeutische bandbreedte (dosering met werking en bijwerking moet ver van elkaar liggen)
welke type bindingsplaatsen zijn er
klassiek: receptoren en enzymen (tyrosinekinases), ionkanalen en transport eiwitten
ongewoon: cytoskelet, dna/rna
welke type chemische identiteiten zijn er
klassiek; small molecules = goede opname (oraal) wisselend specificiteit
RNA: vaccin of aso = slechte opname (intraveneus), hoge specificiteit
antibodies = matige opname (subcutaan, intraveneus), specificiteit hoog
wat zijn voorbeeld medicaties (oncologie)
receptoren
Hormonen: medroxyprogesteron
Tyrosine kinase receptor antagonisten (TKI): Sunitinib
enzymen
topo-isomerase remmers (topotecan)
Bcr-Abl kinase inhibitor (Imatinib)
cytoskelet: paclitaxel
DNA: cisplatin
wat is farmakinetiek
- wat het lichaam doet met medicijn
- eigenschappen: opname, biologische beschikbaarheid, halfwaardetijd
wat zijn organisatorische factoren
industrie: biochemische expertise, financien
kliniek: klinische expertise, volksgezondheid
wat zijn small molecules
medicijnen met lange halfwaardetijd, die goed worden opgenomen in het lichaam
wat zijn de stappen van geneesmiddelenontwikkeling
-therapeutisch concept: soort ziekte
-target selection: identificeren bindingsplaatsen
-target validation: onderzoek met transgene/knock out muizen
-lead finding: duurt 4-5 jaar, small molecules of antibodies testen
-preklinische fase: duurt 4-5 jaar bedoeld voor effectiviteit en toxiciteit van medicijn
wat zijn SCID muizen
muizen met mutatie in DNA reparatie enzym PRKDC ->
immuunsysteem werkt niet goed omdat T en B cellen niet goed rijpen en accepteert humane tumor
wat is de werking van tyrosine kinase remmers
remmen celgroei, stimuleren apoptose, beperken angiogenese
welke factoren hebben invloed op blootstelling medicijn
lichaamsoppervlakte, co-medicatie, leeftijd, lichaamskenmerken, genetische factoren, orgaanfunctie, ziektes
waar staat AUC voor
area under the curve -> blootstelling aan medicijn
welke 2 fasen van metabolisme zijn er
fase 1: oxidatie/reductie door enzym cyp450
fase 2: conjugatie foor UGT
welke interacties zijn er tussen voedeing en medicatie
grapefruit: remt CYP3A4 -> hoger concentratie geneesmiddel -> meer bijwerkingen
roken/st janskruid/kurkuma = verlaging concentratie geneesmiddel
visolie = resistentie tegen chemotherapie
wat is de behandeling voor een melanoom
re-excisie, marge afhankelijk van breslow dikte (dikte melanoom)