week 10 hc Flashcards

1
Q

wat is life time risk op mammacarcinoom bij mensen met brca mutatie

A

80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke mutatie geeft een betere overleving na mastectomie vergeleken met screenen

A

brca 1 mutatie (brca 2 geeft geen verschil)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de werking van tamoxifen

A

anti hormonale therapie gericht tegen voorkomen van recidief borstkanker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

in welke stof wordt tamoxifen omgezet en speelt interactie een rol?

A

Tamoxifen wordt omgezet in actieve endoxifen

Tamoxifen heeft interactie met kurkuma, piperine en groene thee -> concentratie medicijn lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de wering van cocaine op borstkanker

A

cocaine kan werken op de CBD receptoren van borstkankercellen -> tumor remmende werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een alternatieve oplossing ipv bioptie

A

meten van circulerende tumorcellen in het bloed (bepalen her2 receptor) -> prognostische marker (ongunstig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke 2 typen lymfeklier metastasen zijn er

A

Primair: Lokale metastasen rond borst en oksel -> evt curatie
Secundair: Afstandsmetastasen -> palliatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar komen hematogene metastasen voor van brc

A

meest voorkomend: long, lever en bot
Zeldzamere metastasen: huid, hersenen, pleuritis carcinomatosa (longholte) of peritonitis carcinamatosa (buikholte), ovaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het verschil tussen lokale en systemische therapie

A

Lokale behandeling
= chirurgie en/of radiotherapie
Systemische therapie
= therapie via tablet/infuus/injectie (via bloedbaan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de behandeling bij ondetecteerbare micrometastasen? en bij macrometastasen?

A

Micrometastasen -> neoadjuvante chemo (te genezen)
Macro metastasen -> palliatieve chemo (niet te genezen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe zag vroeger de mastectomie eruit

A

verwijderen van m. pectoralis major, alle klierstations in oksels en gehele borst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de cijfers van mammacarcinoom bij diagnose

A

5% afstandsmetastasen -> geen genezing
95% geen detecteerbare afstandsmetastasen
-> lokale therapie (operatie + radiotherapie)

50% sterft aan borstkanker indien geen
nabehandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke twee nieuwe inzichten zijn ontstaan over brc (borstcarcinoom)

A
  1. beperkte grootte van mammacarcinoom -> beperkte chirurgische ingreep
  2. naast lokale therapie is systemische therapie nodig tegen de micrometastasen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe vaak komt mammacarcinoom voor in nl

A

Bij ongeveer 17.000 vrouwen/jaar wordt BrC ontdekt
1 op de 7 vrouwen ontwikkelt BrC
bij +/- 120 mannen/jaar wordt BrC ontdekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn belangrijke kenmerken van mannelijke borstkanker

A

1% van alle borstkankers
- Risicofactoren: obesitas, testiculaire afwijkingen, hypofyseadenoom, bestraling thoraxwand, etniciteit
- Fenotype: ER, PR en AR positief, Her2 neg
- Vaker geassocieerd met genetische afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waardoor stijgt incidentie

A

screenen en vergrijzing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

waardoor daalt sterfte

A

 Starten landelijke borstkankerscreening
 Betere detectiemethodes
 Betere behandelingsmogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat hangt af van de overleving van brc patienten

A

stadium waarin het wordt ontdekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is gemiddelde leeftijd van brc patienten

A

60 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hoeveel % patienten worden met screenen gedetecteerd

A

patienten worden van 50-75 jaar gescreend
55% van alle patiënten gezien door screenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

hoeveel % is genezen na behandeling met
(neo)adjuvante systemische therapie

A

50% van de patiënten die afstandsmetastasen zouden ontwikkelen zijn door (neo)adjuvante systemische therapie genezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hoe ziet de borstkanker behandeling eruit

A

curatief:
neoadjuvante chemo
primair chirurgie
adjuvant radio/chemo/of endocrien

palliatief:
chemo of endocriene therapie (operatie en radio zelden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hoeveel subtypes brc zijn er

A

4 subtypes: gekeken naar ER/PR en HER2 receptoren

  • ieder borstkanker is uniek per patient
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

hoeveel % van patienten krijgen gerichte behadeling

A

50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wat is 10 jaars overleving brc
meer dan 80% (indien uitzaaing is mediane overleving 2,5 jaar)
26
wat zijn de oorzaken voor het ontstaan van brc
-sporadisch: 80& - familiair: 10% - heriditair: 10% met brca1 of 2 mutatie life time risk met brca 1/2 mutatie of bestraling thoraxwand is 60-80%
27
wanneer denken aan erfelijke vorm brc
familiar voorkomen, jonge leeftijd, meerder keren gehad, mannelijk geslacht, combi van kankersoorten
28
hoe presenteert een patient zich met klachten van brc
vaak geen pijn palpabele afwijking in de mamma ingetrokken tepel inflammatie en ulcera van mamma
29
wat is het doel van aanvullend onderzoek
diagnose en stagering
30
welk ao wordt gedaan
eerst mammografie en echo mamma, hierna een biopt afname
31
wat zie je op een mammografie
solide leasies en microcalcificaties
32
wat zijn kenmerken van echografie
gericht onderzoek bij cyctes en fibroadenoom handig voor biopt afname en okselklieren te zien
33
wanneer wordt mri onderzoek gedaan
screening bij hoog risico patienten, bij lobulair brc, borstsparende operatie en discrepantie tussen verschillende onderzoeken
34
welke patienten zitten in high risk groep en welke extra onderzoek krijgen ze aangeboden
High risk patienten -> FDG PET CT: - t4 brc - lymekliermetastasen of een verdenking hierop - recidief
35
waarvoor tnm belangrijk
prognose en behandelingskeuze
36
welke goedaardige afwijkingen kunnen voorkomen in de borst
“mastopathie” = fibrocysteuze verandering = apocriene metaplasie - hyperplasie - fibroadenoom
37
welke 2 kwaadaardige voorstadium zijn er
LCID en DCIS, oftwel lobulair en ductaal
38
welke 2 typen kwaardige brc
adenocarcinoom en sarcomen
39
wat zijn voor en nadelen van cytologie als pre-operatief diagnostiek
Voordeel: snel en weinig invasief Nadeel: minder sensitief en specifiek
40
wat zijn voor en nadelen van histologie als pre-operatief diagnostiek
Voordeel: - Vaker classificerende diagnose - Onderscheid tussen in situ en invasief carcinoom - Receptorbepaling Nadeel: uitslag duurt langer
41
wat zijn fibrocysteuze veranderingen
onregelmatige borst met cysten en fibrose, vaak hyperplasie van klierweefsel
42
wat is een fibroadenoom
goedaardige afwijking sterke begrenzing bestaat uit bindweefsel en tweelagig epitheel hoeft niet per se verwijderd te worden
43
wat is een phyllodes tumor
Fibro-epitheliale tumor Zeldzaam (< 1% van alle mammatumoren) Alle leeftijden, meestal 6e decade Meestal scherp omschreven Groeit relatief snel Prognose heterogeen, afhankelijk van subtype Metastasen zijn zeldzaam
44
wat is een carcinoma in situ
Neoplastische proliferatie van epitheel Blijft binnen de contour van de duct Basaalmembraan intact Geen bloedvoorziening (diffusie afhankelijk): necrose en verkalking Niet palpabel
45
wat zijn kenmerken van een DCIS
groeit in buissystemen microcalcalcificaties intact e-cadherine -> cellen begrensd
46
wat zijn kenmerken van een LCIS
geen symptomen of calcificaties verlies e-cadherine -> cellen zitten los van elkaar
47
wat zijn kenmerken van een adenocarcinoom
Infiltrerende proliferatie van epitheelcellen Soms palpabel gaat uit van terminale ductolobulaire unit
48
welke 2 typen adenocarcinomen zijn er
ductaal (cellen bij elkaar) en lobulair (cellen uit elkaar door verlies ecadherine)
49
welke receptoren zijn meestal positief en welke negatief
er/pr positief en her2 negatief
50
wat is een GRM
gemodificeerde radicale mastactomie (borstamputatie met okselkliertoilet)
51
hoeveel % patienten voor mst (borstsparende chirurgie)
60%
52
welke adjuvante therapie wordt gegeven na mst
radiotherapie
53
in welke 3 gevallen is mst niet mogelijk
grote tumor in kleine borst bestraling in verleden tumor in meerdere kwadranten van borst
54
wat zijn de doelen van een mst
- radicale resectie - cosmetisch acceptabel
55
wat doe je bij een niet palpabele tumor als behandeling
preoperatief lokaliseren van tumor adhv draad en radioactieve jodium in tumor
56
wat zijn de voordelen van I125
puntbron halfwaardetijd 60 dg kan in kliermetastasen
57
wanneer wordt een borstamputatie gedaan
- mst niet mogelijk - mst niet wenselijk
58
wat is de behandeling voor een t4 mammacarcinoom
doel: tumor verkleinen om radicale resectie mogelijk te maken behandeling: neoadjuvant chemo, hierna radicale resectie
59
wat is een sentinel node procedure
doel: stadiering van de oksel bij klinisch negatieve oksel methode: patentblauwe vloeistof met radioactieve stof wordt ingespoten in borst
60
wanneer wordt een okselklierdissectie gedaan
mammacarcinoom met metastasen in lymklieren -> operatief verwijderd (tegenwoordig vaker radiotherapie)
61
welke morbiditeiten kunnen voorkomen bij een okselkliertoilet
seroom lymfoedeem sensibiliteitsstoornissen krachtverlies bewegingsbeperking schouder
62
wat is het doel van adjuvante behandeling
voorkoming van lokaal recidief of uitzaaingen
63
wanneer wordt adjuvante radiotherapie gegeven
mamma: bij mst thoraxwand: grote tumor mrt slechte kenmerken locoregionaal: meer dan 3 lymfeklieren
64
welke systemische therapieen kan gegeven worden
chemo hormonale therapie immunotherapie
65
welke 4 opties zijn er voor mammareconstructie
- oncoplastische chirurgie - prothese - autoloog weefsel - combi prothese en autoloog weefsel
66
wat is het verschil tussen een primair, secundaire en tertiaire reconstuctie
primair: tijdens amputatie secundair: na amputatie tertiair: verandering van een eerdere reconstructie
67
vanaf hoeveel % volume-excisie bij een MST is correctie vereist
tot 10% acceptabel, vanaf 20% correctie
68
wat is de reden voor oncoplastisch chirurgie
estetisch resultaat verbeteren mst mogelijk maken
69
wat zijn contra indicaties voor oncoplastisch chirurgie
hoge kans irradicale resectie t4 tumoren multicentrisch mammacarcinoom microcalcificaties mamma inflammatoir carcinoom
70
welke 2 type oncoplastische chirurgie zijn er
volume displacement (geen extra weefsel) volume replacement (toevoeging weefsel)
71
wat zijn de voor en nadelen van een prothese reconstructie
voordelen: eenvoudig, korte ok duur, geen extra littekens, geen grote complicaties nadelen: minder natuurlijk, kans kapselcontractuur, kans malpositie, niet na radiotherapie, vaak revisie nodig
72
wat zijn voor en nadelen van het latissimus dorsi techniek
voordelen: goed doorbloed weefsel, natuurlijk, na radiotherapie mogelijk, geen grote complicaties nadelen: opoffering spier, extra litteken, seroom rug, kans kapselcontractuur en prothesemalpositie
73
wat zijn voor en nadelen van een volledige autologe reconstructie
voordelen: lichaamseigen, na rt mogelijk, 1 ingreep, buikwandcorrectie, kan tertiair nadelen: technisch complex, lange okduur, kans op grote complicaties, contra-indicaties en extra littekens
74
waarom wordt er bestraalt na mst
mammacarcinoom kan multicentrisch voorkomen
75
wat zijn indicaties voor radiotherapie
postoperatief na mst postoperatief na mastectomie na lymfogene metastasering palliatief
76
wat zijn de doelvolumes
GTV (gross tumor volume) Lumpholte (boost) CTV (clinical target volume) Klierweefsel PTV planning target volume) CTV + 0.5 cm
77
wat is 5 jaars recidiefkans
5% (afhankelijk van leeftijd, tumorgrootte, graad, wel/niet vrij zijn van chirurgische resectieranden)
78
wanneer wordt partieel bestraald
bij laag risico patienten, waarbij alleen tumorbed wordt bestraald
79
wanneer ontstaan acute bijwerkingen van radiotherapie
Ontstaan tijdens bestralingstraject, herstel binnen 2-3 weken
80
wat is de behandeling voor acute effecten
pijnstilling, verband en eczeem
81
wat zijn late bijwerkingen
Ontstaan > 6 mndn na radiotherapie
82
wat is het deep inspiration breath hold techniek
grote longvolume bij inspiratie -> afstand doelvolume tot hart is groter -> hartdosis rt verkleind
83
wat is het voordeel van protonen
werken op de tumor, omliggend weefsel blijft bespaart
84
hoe kan je prognose verbeteren van brc
Door vroeg detectie (screening) - lagere TNM stadium -> betere prognose Door verbetering behandelingsmogelijkheden - elimineren micrometastasen voorkomen lokaal recidief - optimaliseren lokale therapie voorkomen van afstandsmetastasen - optimaliseren systemische therapie
85
wat is een predictieve en prognostische factor
Prognostische factoren -> voorspellen kans op ontwikkelen metastasen Predictieve factoren -> voorspellen kans op respons op therapie
86
hoeveel % wordt overbehandelt met adj therapie
96-97% overbehandeling
87
hoe kan overbehandeling worden verminderd
zoeken naar predictieve factoren (met moleculaire diagnostiek) Optimaliseren prognostische factoren (met mammaprint)
88
wat is een tumorprofiel
Iedere tumor heeft eigen DNA -> info over therapiegevoeligheid, agressiviteit etc
89
welke 4 stappen moeten doorlopen zijn genexpressieprofielen klinisch toepasbaar zijn
- profiel maken obv trainingsset - valideren in test set - testen in retrospectieve studies - testen in prospectieve studies
90
bij wie wordt een booster bestraling gegeven
bestraling van de lumpectomieholte, gedaan bij jonge vrouwen met vaak slechtere prognose
91
welke klachten komen voor bij elk type metastase
Moe, malaise : algemeen Pijn : botmetastasen Dyspneu : longmetastasen Bloeding, ontsteking : huidmetastasen Slechte eetlust, vol gevoel : levermetastasen Hoofdpijn, insult : hersenmetastasen
92
wat is een oligometastatische ziekte
- 3 metastasen in maximaal 2 verschillende plaatsen - onafhankelijk van locoregionaal recidief - heel zeldzame presentatie
93
wat is het verschil tussen afstandsmetastasen en oligometastatische ziekte
bij afstandsmetastasen is over het algemeen geen curatie mogelijk bij oligometastatische ziekte wel
94
hoeveel % recidiveert van alle brc binnen 10 jaar
20-25%
95
Doel van behandeling van op afstand gemetastaseerd mammacarcinoom
levensverlengend met kwaliteit van leven
96
Waarom bij voorkeur eerst anti-hormonale therapie bij gemetastaseerd BrC
* Even effectief als chemotherapie (mits ER+), vaak zelfs langer * Meestal minder bijwerkingen * Steeds delende tumoren kunnen ER verliezen
97
wanneer spreek je van hormoongevoelig brc
meer dan 10% ER of PR positieve cellen Hoe hoger % ER/PR in de tumor, hoe meer kans op effectiviteit van hormonale therapie
98
wat is aangewezen behandeling indien HR+ (ER/PR +)
eerst anti-hormonale therapie en pas later chemo
99
wat is aangewezen behandeling indien Her2+
anti-Her2 medicatie aan chemotherapie toevoegen
100
hoeveel % van triple negatief patienten heeft een brca 1/2 mutatie
20% triple negative met brca 1/2
101
wat voor test is kanker cellijnen
Tumor uit patiënt halen, cellen isoleren en laten groeien in kweekmedium voordelen: Vernieuwbaar materiaal en betrouwbare test Nadelen: Niet (altijd) representatief voor tumor, geen heterogeniteit, 2D groei, langdurig proces
102
wat voor test is kanker organoiden
tumor uit patiënt, kankerstamcellen isoleren en groeien in 3D in kweekmedium Voordelen Vernieuwbaar materiaal lijkt op oorspronkelijke tumor gevoeligheidstesten mogelijk Nadelen geen heterogeniteit geen weefselarchitectuur langdurig proces
103
wat voor test is patient derived xenograft
Tumor uit patiënt, doorgroeien in immunodeficiënte muis Voordelen: Vernieuwbaar materiaal Tumor in een organisme Gevoeligheidstesten mogelijk Nadelen: Geen hoge doorvoer analyse mogelijk Langdurig proces, niet elke tumor groeit in de muis Tumor verandert in de muis
104
wat voor test is tumorplakjes
Tumor uit patiënt, snijden in dunne plakjes, doorkweken in kweekmedium Voordelen Oorspronkelijke tumor Kortdurende testen Gevoeligheidstesten mogelijk Nadelen Geen hoge doorvoer analyse mogelijk Beperkte kweektijd, niet vernieuwbaar