tt 20-21 REG Flashcards

1
Q

in welk orgaan bevinden lymfatische stamcellen

A

thymus en beenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de behandeling van NKLC

A

stadium:
1- operatie
2- operatie + adjv
3- chemo + radio
4- chemo + immuno

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke mogelijkheden zijn er met moleculaire diagnostiek

A
  • De uitkomsten kunnen predictief zijn.
  • De uitkomsten kunnen de dosering van een medicament bepalen.
  • De uitkomsten kunnen voorspellen hoe het bijwerkingenprofiel zal zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke van de onderstaande strategieën levert een aangetoonde daling op in het aantal overlijdens ten gevolge van
longcarcinoom?

A

bevolkingsonderzoek van risicogroepen d.m.v. CT scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is niet van belang bij het analyseren van deze solitaire longnodule?

A

mate van alcoholgebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is juist over pijnmedicatie bij kanker

A
  • Bij gebruik van morfine voor pijn bij kanker bestaat er nauwelijks risico op verslaving.
  • paracetamol kan gebruik worden
  • pijnmedicatie mag direct gegeven worden en hoge dosis toegestaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen een visueel analoge schaal (VAS) en een numerieke rating schaal (NRS)?

A
  1. Bij een VAS zet de patiënt een markering op een lijn van 10cm.
  2. Bij een NRS geeft een patiënt een numerieke score op een 0-10 schaal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

noem redenen om bij mammacarcinoom (M0) en indicatie systemische therapie, neo-adjuvante chemotherapie te geven.

A
  • Mogelijkheid monitoren van respons op systemische therapie
  • Mogelijkheid tumorverkleining bij tumoren die bij aanvang niet borstsparend te opereren zijn maar aan het einde van de chemo mogelijk wel.
  • Tijd voor verrichten van klinisch genetisch onderzoek, uitslag bepalen voor type borstoperatie
  • Snel een behandeling bieden voor het ‘ hele lichaam ‘ in plaats van alleen lokaal (1p)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent een boosterbestraling bij radiotherapie van de mamma in het kader van de mammasparende behandeling?

A

bestraling van de lumpectomieholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij welke patiënten met mammacarcinoom is het gebruik van de mammaprint voor de klinische praktijk aan te bevelen?

A

hormoongevoelig mammacarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het verschil tussen tumorplakjes en organoiden?

A

tumorplakjes: stromale cellen
organoiden: proliferatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem twee fibro-epitheliale laesies van de mamma en beschrijf voor beide laesies de leeftijdscategorie waarin deze het meest voorkomen.

A

fibroadenoom met name jonge vrouwen (20-30 jaar), phyllodes met name wat oudere vrouwen (6e decade).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij een vrouw wordt een BRCA-1 mutatie ontdekt, welk advies geldt ten aanzien van de ovaria?

A

bij voltooide kinderwens de ovaria & tubae laten verwijderen (35-40 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit welk vat komt de a. rectalis superior voort?

A

a. mesenterica inferior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom wordt vaker gekozen voor de reconstructieve lift dan voor de reconstructieve ladder
en benoem hierbij het primaire doel van een aangezichtsreconstructie.

A

Het doel van een aangezichtsreconstructies is om zowel functioneel als esthetisch het beste resultaat te krijgen.
Als het eindresultaat (functioneel en/of esthetisch) beter wordt met een meer complexe oplossing, wordt voor de lift gekozen i.p.v. de ladder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat voor risico geeft een nodulaire bcc in H-zone en wat voor therapie

A

nodulair -> low risk
H-zone -> high risk
therapie -> MOHS

17
Q

Noem drie verschillende manieren van lokale of locoregionale behandeling van levermetastasen van het colorectaal carcinoom

A

resectie
ablatie
stereotactische radiotherapie

18
Q

welk onderzoek is het meest aangewezen voor oncologisch beleid

A

De PSMA PET scan, omdat deze zeer sensitief is voor het herkennen van prostaattumor weefsel.

19
Q

welke drie analysemethoden gebruik je dan als huisarts om een juiste risico-inschatting te maken voor prostaatkanker

A

rectaal toucher
psa meten
risico calculatie mbv digitale rekenmodule

20
Q

naar welke actoren en naar welk
moment in de studie moet je kijken voor blindering en allocation concealment

A
  • Bij Blinderen kijk je naar Patiënt/Behandelend arts en Effectbeoordelaar, gaat over periode na randomisatie
  • bij AC kijk je naar de persoon die de randomisatie doet, gaat over de periode tot aan randomisatie.
21
Q

hoe bereken je standaarddeviatie

A

standaarddeviatie = √grootte x standaardfout

22
Q

Welk tumormateriaal kan het beste worden opgevraagd voor het uitvoeren van de DNA/RNA analyse

A

circulerende tumorcellen (CTCs) van de patient afgenomen na progressie

23
Q

Noem vier patiëntgebonden factoren die een contra-indicatie vormen voor behandeling met cisplatinum bevattende chemotherapie.

A
  1. Slechte nierfunctie (GFR<60 ml/min)
  2. Gehoorstoornissen
  3. Polyneuropathie
  4. Actueel cardiovasculair lijden
  5. De performance status van de patiënt
24
Q

wat is behandeling voor melanoom

A

SNP bij tumor groter dan 1,5 cm
tumor kleiner dan 2 mm -> excisie met marge 10 mm
tumor groter dan 2 mm -> excisie met marge 20 mm

25
beschrijf het werkingsmechanisme van anti-PD1 checkpoint remmers die bij de behandeling van het melanoom veel worden gebruikt
T-cel activatie via blokkade van PD1, waarop immuunrespons tegen maligniteit optreedt.
26
heeft roken effect op geneesmiddelenconcentratie
roken heeft alleen effect op CYP1A, niet op CYP2D6
27
Benoem 2 voordelen en 2 nadelen van het gebruik van het Newcastle disease virus
Voordelen: 1. Het is een animaal virus, geen ziekteverwekker voor de mens, dus veilig voor mens 2. Genetische manipulatie mogelijk 3. Effectiviteit bewezen door middel van klinische trials Nadelen: 1. Tot nu toe een te lage effectiviteit in klinische trials 2. Veiligheid voor het milieu (pluimvee)
28
Geef het verschil aan tussen een uitstrijkje van de baarmoederhals in het kader van het bevolkingsonderzoek en een uitstrijkje in het kader van de klacht postcoïtaal bloedverlies.
HPV bepaling bij BVO cytologische beoordeling bij bloedverlies
29
wat is juist over HPV virus
HPV eiwitten stimuleren de proliferatie van de gastheercel.