WC Inleiding th. eiwitten + HC ATMP Flashcards

1
Q

Hoe worden biologicals ingedeeld?

A
  1. Eiwit therapeutica met een enzymatische of regulatoire activiteit (insuline, hyaluronidase)
  2. Eiwit therapeutica met een speciale targeting activiteit (Trastuzumab; HER2)
  3. Eiwit vaccins
  4. Eiwit diagnostica

Je kan ook de indeling doen aan de hand van de aangrijpingspunten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom zullen biologicals niet voorkomen in de NHG-standaard?

A

worden vooral in de tweede lijn voorgeschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 5 aangrijpingspunten zijn er voor reumaremmers?

A

TNF-alfa: adalimumab (Humira), etanercept (Enbrel), infliximab (Remicade), cetrolizumab, golimumab

Interleukine-1: anakinra (kineret), canakinumab (Ilaris)

Interleukine-6: tocilizumab (RoActemra), siltuximab

T-cel: abatacept (Orencia)

B-cel: belimumab (Benlysta), rituximab (MabThera)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschil tussen recombinant en niet-recombinant

A

Niet recombinant: eiwitten direct uit een gastheer toedienen (bijv. insuline uit pancreas van varkens).

Recombinant: een eiwit tot expressie brengen in gastheren die dat eiwit normaal niet maken (bijv. humaan insuline-gen inbrengen in een bacterieplasmide, die normaal dit eiwit niet produceren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn voorbeelden van recombinatie technieken (DNA op kunstmatige wijze verkrijgen die niet als zodanig in de natuur voorkomt) vergeleken niet recombinatie technieken:

A
  • Een volledig afgelezen humaan gen kan leiden tot een hogere specifieke activiteit van het eiwit en een verminderd risico op immunologische afstoting.
  • Kan efficiënter en goedkoper geproduceerd worden en ook in grote hoeveelheden.
  • De blootstelling aan dierlijke of humane ziektes is verminderd (zoals virale of prionen) (minder verontreinigingen, beter op te zuiveren).
  • Modificatie van het eiwit of selectie van een specifiek genvariant is mogelijk om de functie of specificiteit te verbeteren (bijv. betere herkenning).
  • Het produceren van eiwitten met een nieuwe functie of activiteit is mogelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom zou je voor een bepaald middel, parenterale toedieningsvorm kiezen?

A
  • Afbraak in maag/darmen

- Te groot om opgenomen te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom hebben sommige middelen een hele grote range voor de dosering

A

de dosering heeft te maken met de mate van ziekte van een patient

bijv: dosering van rituximab kan ook heel hoog zijn als patienten veel B-cellen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kan een volledig humaan immunoglobuline ook immunogeniciteit laten zien?

A

JA, het kan door o.a. aggregaatvorming (auto-immuunreactie?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ATPS algemeen (categorieen)

A
  1. Gentherapie (GTMP)
  2. Celtherapie (CTMP)
  3. Weefseltherapie (TEP)
  4. Gecombineerde ATMPs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definitie GTMP

A

(a) it contains an active substance which contains or consists of a recombinant nucleic acid used in or administered to human beings with a view to regulating, repairing, replacing, adding or
deleting a genetic sequence; AND

(b) its therapeutic, prophylactic or diagnostic effect relates directly to the recombinant nucleic acid sequence it contains, or to the product of genetic expression of this sequence.

Gene therapy medicinal products shall not include
vaccines against infectious diseases.
• Genetisch gemodificeerd Plasmodium falciparum parasiet om malaria te voorkomen toedienen in mens  GTMP?

Nee, parasiet wordt zelf gemanipuleerd, niet de humane DNA sequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan fout gaan bij GTMPs

A

– Effectiviteit: geen of partiële correctie (matige transductie, promotersilencing, verlies expressie over tijd)
– Veiligheid: inflammatie, overexpressie van gen, verkeerde gen incorporatie, verkeerde targetcel, virusinfectie, insertie
oncogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

GTMP werkingsmechanisme

A

Inbrengen erfelijk materiaal in host –> eiwit tot expressie (eiwit silencen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

GTMP vectoren

A

Los DNA injecteren?
– Delivery en tranfer probleem

AAV en Adeno-virussen
– Insertie dubbelstrengs DNA
– Geen incorporatie in host-DNA
– Geen replicatie bij celdeling(!)
– In vivo GT
Retro- en lentivirussen
– Veilig door ervaring
– Insertie RNA + Reverse transcriptase
– Incorporatie in host-DNA, long term expression
– Ex vivo GT

Niet-viraal
– oligonucleotides, elektro-/sonoporatie, nanoparticles,
antilichaamconjugatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer is iets een ATMP/GTMP/CTMP

A

Als het substantieel gemanipuleerd is OF als het gebruikt wordt voor een andere functie/doel in het lichaam (stamcellen dus niet)

  • Alles wat profylactisch is, valt buiten ATMP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is substantiele manipulatie?

A

Processen die de biologische, fysiologische, structurele eigenschappen veranderen van cellen/weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bereiding ATMPs

A

ALTIJD via GMP-richtlijnen

17
Q

ATMPs –> veelbelovende innovatie

– Knelpunten?

A
– Knelpunten?
• Ontwikkeling en registratie
• Financiering
• Snel ontwikkelend veld
• Gebrek aan kennis en wetgeving