Vaccins Flashcards
Verschil vaccins en andere biofarmaceutica
Veel lager dan therapeutische eiwitten (micro in plaats van milligram);
De frequentie van toediening is laag en dan ben je jarenlang beschermd;
Meer heterogeen;
Slecht gedefinieerd: dit heeft gevolgen voor de vrijgifte bij productie;
Het is profylactisch over het algemeen en niet therapeutisch. In toenemende mate wordt er
gewerkt aan therapeutische (bijvoorbeeld bij kanker);
Patiëntengroep is eigenlijk iedereen en niet alleen patiënten. Dit heeft gevolgen voor de
veiligheid, want het wordt bijvoorbeeld ook toegediend bij baby’s;
Het is belangrijker dat de veilig werken dan dat ze werken;
API: er zitten vaak ook adjuvans in een vaccin, zodat het immuunsysteem wordt geactiveerd
en op de plek van bestemming komt.
Hoe verloopt het immuunrespons van een vaccin?
Er is het aangeboren en het adaptieve immuunsysteem. Bij vaccins vaak de adaptieve kant.
- Wat er eerst gebeurt is dat macrofagen en NK-cellen worden geactiveerd.
- Dit leidt tot differentiatie van
monocyten tot dendritische cellen die nemen het op en bieden het aan T-cellen. - Deze produceren signaalmoleculen wat leidt tot activatie van B-cellen. Deze herkennen specifiek het antigen en gaan prolifereren en gaan differentiëren in plasmacellen die stoffen gaan produceren.
T-cellen kunnen naar cytotoxische T-cellen differentiëren die virussen kunnen opruimen.
Welke typen vaccins zijn er?
Een levend pathogeen dat wordt verzwakt (kan op verschillende manieren). Hele goede en
langdurige immuunrespons. Goed immunologisch geheugen. Het nadeel is dat er bij
immunodeficiëntie mensen bijwerkingen krijgt die lijken op een infectie.
Dood, geïnactiveerd. Inactiveren met formaldehyde van het pathogeen.
Subunits: gezuiverde eiwitten of polysaccharides.
Buitenkant van virus assembleren.
Levende vaccins met niet schadelijk reducerend virus. Dit is een recombinant vector vaccin.
DNA, RNA (experimenteel): genproduct wordt herkent door het immuunsysteem.
Synthetische peptides (experimenteel): alleen de epitopen (dat wat door antistoffen of T- cellen van het immuunsysteem wordt herkent) gebruiken. Is nog lastig, omdat ze vaak nog conformationele veranderingen nodig hebben om te worden herkent door antistoffen. T-cel epitopen zij simpeler, maar er zijn nog geen geregistreerde op de markt.
Hoe wordt een vaccin ontwikkeld?
Duurt 10-15 jaar tegen hoge kosten
- Gezondheidseconomie
- Kosten-effectiviteitsanalyse (vaak profylactisch, dus kosten-effectiviteit zit vaak goed - Bekijken verschillende factoren
- immunologie
- microbiologie
- dierstudies - Ontwikkelingsproces
- stabiliteit
- toxicologie
Vervolgens klinische ontwikkeling en dan volgt registratie
Wat is upstream en downstream processing?
Procesontwikkeling bestaat uit 2 stappen:
- upstream (kweken van bacteriën of cellen/virussen)
- downstream processing (zuivering, hoe krijg je het antigen in handen nadat je het gekweekt hebt).
In deze stappen is opschaalbaarheid belangrijk. Er wordt gekeken naar effecten die een grote rol hebben in het productieproces, zoals mengen, zuurstof tijdens de kweek van bacteriën, schuimvorming, shear
krachten met name bij eukaryoten (ze zijn heel fragiel en roersnelheid is belangrijk), temperatuur.
Downstream processing: zuiveren met chromatografiekolommen in het groot.
Wat is belangrijk bij de formulering van een vaccin?
Een antigen is een belangrijk component, maar nog niet het vaccin. Belangrijk is het adjuvans: deze
brengt het antigen naar de plaats van werking en triggert het immuunsysteem. Daarnaast zijn er nog
andere hulpstoffen, die bijvoorbeeld adsorptie tegengaat. Opslagcondities zijn ook belangrijk.
Wat moet je doen voordat je met een klinische studie begint?
Voordat je met een klinische studie begint, moet je nog in proefdieren laten zien dat het werkt. Het moet een acceptabele toxiciteit hebben en stabiel zijn. De productie moet reproduceerbaar zijn, dus er moeten verschillende batches worden gemaakt om te laten zien dat het reproduceerbaar is.
Verder is het lastig om bij een profylactisch vaccin in fase 3 te kijken of het de ziektelast vermindert.
Soms is het niet mogelijk om een fase 3 studie uit te voeren, omdat weinig mensen het hebben (zoals
bij Ebola). Het zou dan alleen tijden een epidemie kunnen.
Hoe wordt de kwaliteit van een vaccin gegarandeerd?
- productie is volgens het GMP
- stabiliteit van de vaccins wordt continu getest
- veiligheid van de vaccins wordt elke batch getest
Vaccins zijn eiwitten en zijn gevoelig voor aggregatie, denaturatie, chemische reacties (oxidatie, deaminatie) en adsorptie aan verpakking.
Wat voor stabilisatoren kan je eraan toevoegen?
Het liefst vaccins in de vloeibare vorm.
Suikers, zouten, detergenten (om aggregatie te voorkomen), buffers (voor pH), eiwitten
toevoegen zoals albumine (adsorptie voorkomen), pH optimalisatie, onder stikstof opslaan.
Als dit allemaal niet lukt dan kan er worden gevriesdroogd: water door suiker vervangen,
waardoor je een glasstructuur krijgt. Destabilisatie wordt voorkomen. Vaccin bevriezen en hoog vacuüm (ijs sublimeert) en dan onder vacuüm de temperatuur langzaam verhogen, waardoor water aan moleculen ook worden verwijderd. Fosfaatbuffer kristalliseert op
verschillende momenten uit, waardoor je een pH shift krijgt.
Verschillende toedieningsroutes?
Oraal: makkelijk, maar niet efficiënt. Veel voedselantigenen, waardoor geen immuunrespons.
Nasaal: makkelijk, maar een snelle klaring en risico op neurotixiciteit.
Sublinguaal: makkelijk, maar inefficiënt en snelle klaring. Veel mucoadhesieve stoffen nodig.
Pulmonair (via de long): een natuurlijke route, maar moeilijk reproduceerbare dosering.
Nadelen van invriezen eiwitten
osmotic stress (freeze concentration)
• pH shifts (unequal crystallisation of buffer)
• mechanical forces (phase transitions/phase separation)
• aggregation (freeze concentration)
• surface denaturation (solid phase interaction)
Welke afgiftesystemen zijn er en hoe werken ze?
Emulsies, polymeren, liposomen, vitrosomen
Antigen Delivery Systems are vehicles for antigens; particles that may
• protect antigen against premature degradation
• provide a multimeric presentation form
• form a depot
• target antigen to APC
• influence intracellular processing
• codeliver antigen and immune potentiators
Vaccins worden nu anders ontwikkeld omdat…
The empirical nature of vaccine development is rapidly
disappearing due to
– improved understanding of the immune system
– omics approaches
– other improved analytical techniques (multi-analyte assays like Luminex, FACS, mass spectrometry, physico-chemical assays)
Needlefree alternatives are under development.
• There is no such thing as a universal adjuvant or formulation.
MM=RVAXPRO
- gegeven > 12 maanden
- tegen mazelen, bof, rubella
- sc of im
- Gekoeld bewaren en transporteren, beschermen tegen licht, 8 uur stabiel bij bewaring 2-8 graden (liefst gelijk toedienen)
VaQta
- personen > 18 jaar
- bescherming tegen hepatitis A
- geinactiveerd virus
- im
- bewaren in de koelkast, tot 3 jaar houdbaar
(ook wel avaxim, havrix genoemd)