TT aantekeningen Flashcards
Wat laat circulair dichroisme (CD) zien
de secundaire structuur van een eiwit is zichtbaar door CD van de amidebinding
Tot welke golflengte vertonen de zijgroepen absorptie
Fenylalanine tot 270 nm
tyrosine tot 295 nm
tryptofaan tot 310 nm
Als er dimeren/trimeren te zien zijn, kan je het dan nog toedienen?
Trimeren zijn geen aggregaten en zijn veel KLEINER.
- zijn niet immunogeen dus ja, is in principe veilig
(alleen als er ook geen afbraakproducten/aggregaten zijn te zien)
Verwacht je dat er veel aggregatie heeft plaatsgevonden in de charge?
op basis van deze resultaten kun je dat niet zeggen, omdat SDS-page en eventueel opkoken van de samples kan leiden tot weer in oplossing komen van de aggregaten
Wat zijn alpha granules?
bevatten verschillende stollingseiwitten.
- o.a. factor 5, fibronectin en VWF echter is niet echte bron van factoren.
Patient heeft ziekte waarin alpha granules verminderen:
Stolling zal dus verminderen, maar niet extreem. Is afhankelijk van de afname van alpha granules
Patient heeft neutraliserende antilichamen ontwikkeld en spiegel is niet detecteerbaar, kan je dan omzetten naar een biosimilar?
nee, het heeft geen zin om bij de aanwezigheid van neutraliserende antilichamen patienten over te zetten op de biosimilar vanwege de gelijkwaardigheid. (dezelfde primaire structuur als referentiemiddel)
Antilichamen zullen ook de biosimilar neutraliseren
- Een alternatief is een andere TNF-alfa remmer zoals adalimumab
Hulpstoffen
Aluminium hydroxide: adjuvans
natriumchloride: isotonie
sucrose: lyoprotectans tijdens vriesdroogproces/stabilisator
eagles minimum essential medium: nodig in kweekmedium voor antigen
ELISA wat is niet waar
waar;
- biologisch actieve fractie van het monoclonale antilichaam wordt gemeten
- niet-neutraliserende antistoffen hebben geen effect op de analyse (kan nog binden)
- neutraliserende antistoffen interfereren met de assay
niet waar:
is alleen geschikt voor antilichamen die binden aan soluble targets (kan dus ook bij solide targets, meet hoeveelheid geneesmiddel in bloed)
Vd van een stof die gepegyleerd is, is veel kleiner dan een eiwit dat Fc-gedeelte heeft WAAROM?
door de fc-gedeelte kan het eiwit zich ook verdelen over de endotheelcellen die de bloedvaten bekleden, mbv de FcRN-receptor. Vandaar is de VD hoger bij Fc-fusie eiwit (want die kan binden aan FcRN)
PEG kan NIET aan FcRN receptor binden –> kortere halfwaardetijd en LAGERE VD
OP welke manieren kan een surfactant aggregatie reduceren in een eiwitformulering?
door bezetting grensvlak, binding aan hydrofobe domeinen
Onderscheid chemische modificaties en fysische modificaties
chemische modificaties zijn covalente bindingen of splitsingen, fysische modificaties zijn non-covalente modificaties
Wanneer is een middel een biosimilar en wanneer een biobetter
biosimilar: als het op fysisch chemische eigenschappen hetzelfde is als het referentieproduct
biobetter: als het nieuwe eiwit beter is dan het afgeleide
je maakt nieuwe formulering: concentratie wordt van 2 mg/ml verhoogd naar 150 mg/ml, moeten de hulpstoffen ook verhoogd worden?
dinatriumfosfaat dihydraat: eiwit zelf heeft ook een bepaalde bufferwerking, zeker bij hoge concentraties. concentratie buffer kan mogelijk omlaag
natriumchloride: als het alleen gaat om isotonie, kan in theorie omlaag omdat een hogere conc eiwit ook bijdrage levert aan de isotonie. Echter is een eiwit groot, dus totaal aantal deeltjes toename is weer relatief klein –> ongewijzigd laten
polysorbaat 80: in theorie, bij CMC, grensvlakken verzadigd, dus ongewijzigd laten. Sommige artikelen geven aan dat bij hogere concc eiwit eventueel hogere conc surfactant nodig kunnen zijn. indien eiwit gaat ontvouwen en surfactant bindt aan eiwit (conc vrij surfactant daalt dan)
Bij SEC vindt scheiding plaats op basis van:
Hydrodynamic range
wat doet een adjuvant
het versterkt de immuunrespons tegen antigenen in het vaccin
Hoe bevordert polysorbaat de stabiliteit van een eiwit?
Surfactanten zoals polysorbaten bevorderen stabilisatie op verschillende manieren:
- door preventie toegang eiwit tot het grensvlak/materiaaloppervlak
- binding aan de native state van het eiwit.
Een langere hydrofobe staart is beter in staat om deze hydrofobe domeinen te bedekken en daardoor aggregatie te beperken.