Vragen 4 Flashcards

1
Q

Wat is het knelpunt in onderstaande situaties?
Kies bij elke situatie uit relatie, competentie, autonomie.

Situatie A: Lea durft in de groep niet vrijuit te praten.
Situatie B: Mees verveelt zich omdat hij al tot 10 kan tellen.
Situatie C: Jess heeft geen zin in de snack, hij wil liever appel dan banaan eten.
Situatie D: Tiago plast in zijn broek omdat hij niet op tijd laat weten dat hij moet plassen.

A

Situatie A: relatie.
Situatie B: competentie.
Situatie C: autonomie.
Situatie D: relatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een beloning is een krachtig motivatiemiddel.

Wanneer is het niet gewenst om kinderen met een presentje, zoals een sticker, te belonen na een taak?

A

Als het kind al intrinsiek gemotiveerd is. Dit kan de intrinsieke motivatie verminderen. Het kind gaat dan de beloning als een doel op zich zien en niet langer het gevoel bij de taak waar het aan werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke methode is geschikt om culturele verschillen te overbruggen?

A

De driestappenmethode van Pinto kan ingezet worden om culturele verschillen te overbruggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Thijm wil een dagprogramma opstellen met daarin een knutselactiviteit, een leesactiviteit en een sportactiviteit.
De dag duurt van 09.00 uur tot 16.00 uur met een pauze om 12.00 uur. Wat kan hij het beste net na de pauze plannen?

A

De knutselactiviteit, dan kan hij in de pauze de materialen klaarzetten. De sportactiviteit is niet handig op een volle maag en zou beter vol energie in de ochtend kunnen aanvangen. De leesactiviteit is rustiger en kan beter aan het einde van de dag plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is het leerlingvolgsysteem in onderstaande situaties bruikbaar? Geef bij elke situatie aan ‘ja’ of ‘nee’.

Situatie A: Lize wil weten of Maya op haar vorige opvanglocatie veel praatte.
Situatie B: Maik wil weten of Thierry thuis voldoende gevarieerd eet.
Situatie C: Chantal wil weten of Luca gescheiden ouders heeft.
Situatie D: Yvet wil weten of dat Luna logopedie volgt.
Situatie E: Cas wil weten of dat Mera goede scores voor rekenen haalt.

A
Situatie A: Ja.
Situatie B: Nee, dit wordt doorgaans niet vastgelegd in het registratiesysteem.
Situatie C: Ja.
Situatie D: Ja.
Situatie E: Ja.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly