Vragen 1 Flashcards
- Hoe passen de vier pedagogische basisdoelen bij de ontwikkeling van het jonge kind? Noem bij ieder basisdoel de relevante ontwikkelingsgebieden en licht deze toe.
• Emotionele veiligheid van kinderen stimuleren en garanderen.
Sociaal-emotionele ontwikkeling.
• De ontwikkeling van de persoonlijke competentie van het kind stimuleren.
Cognitief, taal, sociaal-emotioneel, moreel-ethisch, dynamisch-affectief, motorisch en fysiek.
• De ontwikkeling van de sociale competentie van het kind stimuleren.
Sociaal-emotionele ontwikkeling, dynamisch-affectieve ontwikkeling.
• De kansen bieden om de waarden en normen eigen te maken.
Moreel-ethische ontwikkeling.
De vier pedagogische basisdoelen van Riksen-Walraven:
- Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid
De kinderopvang moet kinderen emotionele veiligheid kunnen bieden in een fysiek veilige en gezonde omgeving. Als een kind zich onveilig voelt, heeft dat een negatieve invloed op de ontwikkeling en de ontdekkingsdrang van kinderen. Kinderen kunnen zich alleen optimaal ontwikkelen als zij zich veilig en vertrouwd voelen in een omgeving. - Het bevorderen van persoonlijke competentie
De kinderopvang moet kinderen gelegenheid bieden om persoonlijke competenties te ontwikkelen. Pedagogisch medewerkers moeten kinderen begeleiden en spelenderwijs uitdagen bij het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden en hun talenten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan vaardigheden met betrekking tot motoriek, taal, cognitie en creativiteit. - Het bevorderen van sociale competentie
De kinderopvang moet kinderen de gelegenheid bieden om sociale competenties te ontwikkelen. Pedagogisch medewerkers moeten kinderen begeleiden in interacties met anderen. De kinderopvang biedt de juiste omgeving aan kinderen om spelenderwijs sociale kennis en vaardigheden aan te leren door te oefenen en te ervaren. - Socialisatie door de overdracht van normen en waarden
De kinderopvang moet kinderen de kans geven om zich de normen en waarden van de samenleving eigen te maken. Pedagogisch medewerkers leren kinderen spelenderwijs de normen en waarden van de samenleving. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen leren om te participeren binnen de samenleving als actieve burgers.
- Welk(e) ontwikkelingsgebied(en) zou volgens u meer aandacht mogen krijgen binnen de vier pedagogische basisdoelen?
De nadruk ligt op de sociaal-emotionele ontwikkeling en de moreel-ethische ontwikkeling, alsmede, de cognitieve ontwikkeling (persoonlijke competenties). Er is binnen de vier pedagogische doelen minder aandacht voor de taalontwikkeling motorische en fysieke ontwikkeling. Ook de dynamisch-affectieve ontwikkeling zou meer nadruk kunnen krijgen.
- ADHD is bij een kind te herkennen aan een afwijkende ontwikkeling op één of twee gebieden. Welke twee gebieden zijn dit?
• Aandacht en hyperactiviteit.
ADHD
Aandacht:
Hyper:
Geef van beide gebieden drie voorbeelden zoals deze tot uiting kunnen komen in de klaspraktijk.
- Het kind kan zijn aandacht niet goed bij de les houden.
- Het kind kan zijn aandacht niet lang bij één taak vasthouden en is snel afgeleid.
- Het kind maakt zijn werk niet af.
- Het kind is vergeetachtig.
- Het kind beweegt constant.
- Het kind draait bijvoorbeeld de hele les op zijn stoel of tikt met zijn pen op de tafel.
- Uitspraken:
- Wat heb je op school gedaan?
- Wat is dit?
- De kat is zwart.
- Hoe heet je?
Taalontwikkelingsfasen:
- voltooiingsfase
- vroegtalige fase
- voortalige fase
- differentiatiefase.
Kies nu bij elke uitspraak de best passende taalontwikkelingsfase uit het rijtje. Noteer de gemaakte combinaties.
Wat heb je op school gedaan? – voltooiingsfase.
Wat is dit? – vroegtalige fase.
De kat is zwart. – voortalige fase.
Hoe heet je? – differentiatiefase.
- Kerem spreekt thuis Turks. Hij heeft soms zichtbaar moeiten met Nederlandse zinnen. Hoe kun je de Nederlandse taalontwikkeling van Kerem het beste stimuleren tijdens een uitleg? Kies A, B of C.
A - Ik herhaal zinnen minstens twee keer.
B - Ik vertaal woordjes naar het Turks.
C - Ik gebruik plaatjes en tekeningen.
C – Ik gebruik plaatjes en tekeningen.
- Meerte is zes jaar oud. De ouders van Meerte vinden het belangrijk dat zij goed leert lezen. Meerte wordt thuis uitgedaagd om dit zo goed mogelijk te doen. Lukt dit niet dan willen de ouders dat ze hier meer tijd aan besteedt. Ze mag dan bijvoorbeeld geen tv kijken. Als Meerte zegt dat ze hier geen zin in heeft en vraagt waarom het moet geven de ouders vaak het antwoord: ‘Omdat ik het zeg.’
A. Welke opvoedingsstijl hanteren de ouders van Meerte?
B. Is dit de meest wenselijke opvoedingsstijl? Licht uw antwoord toe.
a. Autoritair. Er is vooral sprake van controle en niet van ondersteuning.
b. Nee, het meest wenselijk is democratisch. Bij deze opvoedingsstijl is er zowel ruimte voor controle als voor ondersteuning van het kind.
- U begeleidt een groep 4- en 5-jarigen, waarvan ongeveer een vijfde van de kinderen een andere thuistaal heeft dan het Nederlands. U merkt dat er in de groep met name behoefte is aan verbreding van de woordenschat. U zoekt een laagdrempelige methode om snel te beginnen aan de taalontwikkeling op dit gebied. Welke erkende vve-methodiek komt hiervoor het meest in aanmerking?
De methode ‘Kleuterplein’.