Vragen 3 Flashcards
Welke onderzoekstechniek gebruikt u als eerste?
Kies uit: semigestructureerde interview, culturele interview, participerende observatie, niet-participerende observatie, documentanalyse.
Noteer het nummer en de onderzoekstechniek.
Situaties:
U wilt meer weten over de waarden en normen in de opvoeding van de kinderen in een Hindoestaansgezin.U wilt weten wat de voortgang van een kind in uw groep in de kleuterklas op de kinderopvang is geweest.U wilt weten of een kind in de pauzes op het schoolplein gepest wordt door kinderen uit een andere groep.
Culturele interview: u houdt een interview gericht op het achterhalen van de normen en waarden van de Hindoestaanse cultuur met betrekking tot de opvoeding.
Documentanalyse: u bekijkt met toestemming en in samenspraak met betrokkenen in het voortgangsregistratiesysteem.
Niet-participerende observatie: u gaat vanaf een afstand op het schoolplein kijken en observeert wat u ziet gebeuren.
Formuleer het volgende doel SMART.
Doel: Thuis aan de slag met lezen.
Volgende week in een persoonlijk gesprek met de ouders van het kind leesmateriaal meegeven en afspreken om thuis met het kind gedurende een maand drie dagen per week 20 minuten voor te lezen en 10 minuten een leesoefening te doen, waarbij de ouders op een formulier per leesmoment een tip en een top invullen.
Welke aanpak kiest u bij welke situatie?
Neem de volgende vijf situaties door. Kies bij elke situatie de beste aanpak.
Kies uit: Boekstart, Caleidoscoop,Kleuterplein, Speelplezier, Uk en Puk.
- kind van 5 dat achterligt op interactievaardigheden
- kind van 6 met achterstand in de motoriek
- kind van 5 rekenen en woordenschat aanleren
- kind van 2 met laaggeletterde oudersonderwijsachterstand
- geëmigreerd kind van 3 jaar oud.
- Speelplezier
- Uk en Puk
- Kleuterplein
- Boekstart
- Caleidoscoop.
Welke methodes kunt u zonder speciale training niet inzetten?
Caleidoscoop
Speelplezier
Sporen
Uk en Puk.
Wat neemt u op in een begeleidingsplan?
In een begeleidingsplan staan:
aanleidingprobleemomschrijving en/of hulpvraagdoel en eventuele subdoelengekozen aanpak en verantwoording (eventuele alternatieve aanpakken)betrokkenenbenodigdheden (methoden, hulpmiddelen, voorzieningen)acties.