Voedselveiligheid Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Welke methoden zijn er om m.o. aan te tonen via indirecte wijze?

A

Rodac
Dipslide
ATP swab
Orion clean card pro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 4 milieufactoren spelen een rol bij de groei van m.o.?

A

Omgeving:
Temperatuur -> koelkast
Aan- of afwezigheid van zuurstof -> vacumeren

Product:
pH-waarde -> zuurkool
Wateractiviteit -> rozijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke m.o. kunnen in een product groei ?

A

Psychotrofe en psychofiele m.o.
Mesofiele m.o.
Thermofiele en thermotrofe m.o.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar kunnen psychotrofe en psychofiele m.o. aan de hand van milieufactor temperatuur groeien?

A

Psychotrofe en psychofiele m.o.
- Lage temperatuur
- Groei mogelijk in koelkast
vb schimmels en gisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar kunnen mesofiele m.o. aan de hand van milieufactor temperatuur groeien?

A

Mesofiele m.o.
- Kamertemperatuur
- Optimaal groei bij 30 graden
vb melkzuurbacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar kunnen thermotrofe en thermofiele m.o. aan de hand van milieufactor temperatuur groeien?

A

Thermofiele en thermotrofe m.o.
- Hoger dan kamertemperatuur
vb Bacillus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke m.o. kunnen groeien in verschillende omstandigheden met en zonder zuurstof?

A

Aëroob = schimmels
Anaëroob = Clostridium Botulinum (inmaken)
Facultatief anaëroob = gisten (bier)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de benamingen van de m.o. in diverse omstandigheden met en zonder zuurstof?

A

Aëroob m.o. = aanwezigheid van zuurstof
Anaëroob m.o. = afwezigheid van zuurstof
Facultatief anaëroob = met en zonder zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke pH kunnen welke m.o. groeien?

A

Vanaf pH 1,5 -> Gisten en schimmels
Vanaf pH 3,75 -> Melkzuurbacteriën
Vanaf pH 4,75 -> Bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke producten kunnnen er geen ziekteverwekkende bacteriën groeien?

A

Jam en frisfranken
Wel bij beschimmelen door mycotoxines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke wateractiviteit groeien er m.o.?

A

Vanaf 0.8 -> schimmels
Vanaf 0,85 -> St. Aureus
Vanaf 0,86 -> Gisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Door welke factoren wordt de wateractiviteit bepaald?

A

De natuur -> melk
De verwerking -> drogen van druiven
Toevoeging van suiker, zout of bindmiddelen -> jam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het onderscheid tussen voedselinfectie en voedselvergiftiging?

A

Voedselvergiftiging: Exotoxines. Je wordt ziek van de giftige stof.
- Bij een voedselinfectie zijn bacteriën, virussen of parasieten in het voedsel zelf de veroorzakers.
bv. Staphylococcus Aureus/Clostridium Botulinum

Voedselinfectie: de bacterien komen in je darmstelsel terecht en gaan zich daar vermenigvuldigen. Waardoor je ziek wordt.
- Deze giftige stoffen worden geproduceerd door bacteriën of schimmels.
bv. Salmonella/E.coli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen voedselveiligheid en voedselkwaliteit?

A

Kwaliteit -> product kwaliteit

Veiligheid -> HACCP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke beheersmaatregelen zijn er?

A

Algemene en specifieke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 4 niveau’s kwaliteitdenken zijn er?

A
  1. Kwaliteitsinspectie
  2. Kwaliteitsbeheersing
  3. Kwaliteitsborging
  4. Kwaliteits verbetering

Hierbij wordt PDCA toegepast