Voedingsleer Water 1.3 Flashcards
1
Q
8 functies water
A
- Bouwstof cellen
- Transportmiddel
- Oplosmiddel
- Temperatuur regulatie
- Handhaving bloedvolume
- Beschermen gewrichten en organen
- Metabolische reacties
- Passage voedingsstoffen
2
Q
ADH water
A
1.5 - 2 l
3
Q
3 soorten symptomen deficientie water
A
- Primaire dehydratie
- Secundaire dehydratie
- Relatieve dehydratie
4
Q
Primaire dehydratie
A
- Inname is lager dan verlies
- Symptomen: geen elastische huid, donkere/weinig urine, dorst
- Meer water en hypotone vloeistoffen drinken
5
Q
Secundaire dehydratie
A
- Vochtverlies van elektrolyten door ziekte/verwondingen
- Symptomen: meer vochtverlies, verward, flauwvallen, lage bloeddruk, duizelig, zwak
- Hypertone vloeistoffen drinken
6
Q
Relatieve dehydratie
A
- Extreme inname zout, cellen verschrompelen
- Symptomen: dorst, hoge bloeddruk, hartvergroting, oedeem, water buiten de cellen
- Beperken vochtinname
7
Q
Symptomen intoxicatie water
A
Watervergiftiging (hyponatriëmie)
Symptomen: misselijk, braken, verward, spierkramp, coma, dood
8
Q
Waterverdeling in het lichaam
A
28 l intracellulair (in cellen)
14 l extracellulair (buiten cellen)
10.5 l interstitieel (tussen weefsel)
3.5 l intravasculair (in lymfe- en bloedvaten)
9
Q
Aantal procent water bij mannen en vrouwen
A
Mannen: 63% –> minder vet
Vrouwen: 52% –> meer vet
10
Q
Wanneer ga je dood
A
20% vochtverlies
11
Q
Vetvrije massa
A
Skelet, organen, spieren, zenuwen, water
12
Q
Wie bevatten het meeste vocht in lichaam
A
Baby’s
13
Q
Wie bevatten het minste vocht in lichaam
A
Ouderen
14
Q
Op welke 4 manieren verlaat vocht je lichaam
A
- Huid –> zweet, huidademing
- Lucht –> longen
- Faeces –> poep
- Urine
