Voedingsleer Spoorelementen 1.3 Flashcards

1
Q

4 spoorelementen behoefte in mg

A

Ijzer, koper, fluor en zink

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 algemene functies spoorelementen

A
  1. Aanmaak rode bloedcellen
  2. Transport zuurstof koolstofdioxide
  3. Werking imuunsysteem en zenuwstelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 soorten ijzer

A
  1. Heem (dierlijk)

2. Non-heem (plantaardig en dierlijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 functies ijzer

A
  1. Co-enzym oxidatie en reductie
  2. 80% van hemoglobine is ijzer
  3. Onderdeel myoglobine spieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hemoglobine + ijzer =

A

Rode bloedcellen in rode beenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ADH ijzer

A

Mannen: 6 mg
Vrouwen na overgang: 9 mg
Vrouwen voor overgang: 15 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ijzer zit in

A

Vlees, gevogelte, ei, brood, aardappelen en groenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 stappen ijzer recycling

A
  1. Lever haalt ijzer uit rode bloedcellen –> transferrine. Overige –> ferritine
  2. Transferrine verplaatst ijzer naar spieren (myoglobine) en beenmerg (rode bloedcellen)
  3. Ijzergedeelte zorgt dat hemoglobine zuurstof vasthouden/vervoeren
  4. Stap 1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ijzer deficientie

A
  • Bloedarmoede (moe, slap)

- Schade denkvermogen en spiercoordinatie ontwikkeling kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3 soorten bloedarmoede

A
  1. Microcytaire anemie = ijzer tekort
  2. Macrocytaire anemie = B11/B12 tekort
  3. Ijzergebrek anemie = ijzertekort in rode beenmerg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hemocromatose

A

Stapelingsziekte met teveel ijzer in lichaam (erfelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ijzer intoxicatie

A
  • Beschadiging lever, hart, botten en hormonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zink is onderdeel van

A

Meer dan 100 co-enzymen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

6 functies zink

A
  1. Opbouw eiwitten en nucleïnezuur
  2. Vorming rode bloedcellen
  3. Stofwisseling koolhydraten en eiwitten
  4. Synthese en opslag insuline
  5. Benutten vitamine A
  6. Immuunsysteem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ADH zink

A

Mannen: 9 mg
Vrouwen: 7 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zink zit in

A

Eiwitrijke producten en graan (grote hoeveelheden)

17
Q

4 stappen zink recycling

A
  1. Dunne darm spiercellen slaan overtollig zink op –> metallothioneine
  2. Met eiwit geeft zink aan albumine en transferrine, zink gaat naar rest van het lichaam
  3. Spijsverteringsenzymen aan de dunne darm
  4. Stap 1
18
Q

Zink deficientie

A
  • Andere smaak
  • Geen eetlust
  • Langzame wondheling
  • Hersen- zenuwschade
19
Q

Zink intoxicatie

A

Geen koper en zinkopname

20
Q

Seleen komt uit .. en reguleert ..

A

Zwavel en schildklierhormoon

21
Q

2 functies seleen

A
  • Voorkomt vorming vrije radicalen

- Bescherming zware metalen

22
Q

ADH seleen

A

Mannen: 60 micro
Vrouwen: 50 micro

23
Q

Seleen zit in

A

Bodemgroenten, vlees, melk en eieren

24
Q

Seleen deficientie

A

Keshanziekte (hartvergroting - China)

25
Q

Seleen intoxicatie

A
  • Verlies haren en nagels
  • Knoflookadem
  • Afwijkingen zenuwstelsel
  • Huiduitslag
26
Q

3 functies koper

A
  • Vastleggen ijzer in hemoglobine
  • Onderdeel enzymen
  • Nodig ATP
27
Q

ADH koper

A

Mannen: 0.9 mg
Vrouwen: 0.9 mg
Opname: 30%

28
Q

Koper zit in

A

Groenten, fruit, orgaanvlees, noten, cacao, rozijnen, graan en leidingstelsel

29
Q

Koper deficientie

A

Niet tot nauwelijks

Extreem: bloedarmoede, botontkalking en lichte huid

30
Q

Koper intoxicatie

A
  • Leverbeschadiging

- Wilson (stofwisselingsziekte)

31
Q

1 functie fluoride

A
  • Mineralisatie botweefsel en tanden (sterker)
32
Q

ADH fluoride

A

Mannen: 3.4 mg
Vrouwen: 3.9 mg
Kinderen t/m 3 jaar: 1.5 mg

33
Q

Zit in

A

Drinkwater, tandpasta, thee en voedsel uit de zee

34
Q

Fluoride deficientie

A

Tandbederf en cariës (gaatjes)

35
Q

Fluoride intoxicatie

A
  • Zebratanden

- Glazuurverkleuring