Voedingsleer Mineralen 1.3 Flashcards

1
Q

3 algemene functies mineralen

A
  1. Vocht- en zouthuishouding
  2. Prikkeloverdracht zenuwen
  3. Opbouw botten en gebit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 functies natrium

A
  1. Regelen vochtbalans
  2. Bloeddruk
  3. Prikkeloverdracht spierzenuwcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ADH natrium

A

Maximaal 6 gram zout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Natrium zit in

A

Zout, tomatensoep, brood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Symptomen deficientie natrium

A
  • Hyponatriëmie
  • Hvz
  • Hypertensie
  • Nierproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar komt natrium voor in het lichaam

A
  • Botweefsel

- Binnen maar vooral buiten de cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

5 functies kalium

A
  1. In stand houden osmotische waarde cellen
  2. Reguleren spiercontracties
  3. Verlagen bloeddruk
  4. Reguleren prikkelbaarheid zenuwstelsel
  5. Glycolyse en eiwitsynthese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ADH kalium

A

Nederland niet
Scandinavische aanbevelingen:
Mannen: 3500 mg
Vrouwen: 3100 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kalium zit in

A

Groenten, fruit, brood, granen, noten, zaden, peulvruchten, vlees, zuivel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Symptomen deficientie kalium

A
  • Hypertensie
  • Gevoeligheid zout
  • Nierstenen
  • Spierzwakte
  • Glucose intolerantie
  • Verstoorde hartfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Symptomen intoxicatie kalium

A
  • Nieren niet optimaal

- Hartstilstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar komt kalium voor in het lichaam

A
  • Urine bij verhoogde cel afbraak

- Buiten maar vooral binnen de cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Goede combi van mineralen voor goede bloeddruk

A

Veel kalium, weinig natrium (DASH-dieet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Terugresorptie en resorptie

A
Terugresorptie = terug naar bloed
Resorptie = opnemen in voorurine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Door welk hormoon wordt het zoutgehalte gereguleerd

A

Aldesteron –> uitwisselen natrium tegen kalium en bloeddrukregulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er bij een te hoge bloeddruk (teveel natrium en water)

A

Meer natrium en water naar voorurine, kalium terug naar bloed

17
Q

Wat gebeurt er bij een te lage bloeddruk (te weinig natrium en water)

A

Meer kalium naar voorurine, natrium en water terug naar bloed

18
Q

Zuur-base evenwicht

A

Natrium zuur en kalium basisch –> regelen ph van het lichaam
Meer natrium = ph daalt