Vocabulaire (Trimester 2) Flashcards
1
Q
het onthaal
A
l’accueil
2
Q
de app, de toepassing
A
l’application (v)
3
Q
de raad, het advies
A
le conseil
4
Q
de inhoud
A
le contenu
5
Q
de desinformatie, het fake news
A
la désinformation
6
Q
het pesten
A
le harcèlement
7
Q
de influencer
A
l’influenceur
8
Q
het trefwoord, het sleutelwoord
A
le mot-clé
9
Q
de buitenkans, gelegenheid
A
l’opportunité
10
Q
het percentage
A
le pourcentage
11
Q
de toelating
A
la permission
12
Q
het doelpubliek
A
le public-cible
13
Q
het netwerk
A
le réseau
14
Q
social media
A
les réseaux sociaux
15
Q
het risico
A
le risque
16
Q
de bron
A
la source
17
Q
de gebruiker
A
l’utilisateur
18
Q
betrouwbaar
A
fiable
19
Q
vaag, wazig
A
flou
20
Q
(on) wenselijk
A
(in)désirable
21
Q
dagelijks
A
quotidien
22
Q
voorzichtig
A
prudent(e)
23
Q
gelijkaardig (aan)
A
semblable (à)
24
Q
inloggen
A
se connecter