Verbes Irréguliers parti 1 (Trimester 2) Flashcards
aller
gaan
s’asseoir
zitten / plaats nemen
battre
slaan
boire
drinken
bouillir
koken
conclure
besluiten
exclure
uitsluiten
inclure
insluiten / opnemen
connaître
kennen
apparaître
verschijnen
disparaître
verdwijnen
reconnaître
herkennen
coudre
naaien
courir
rennen, lopen
croire
geloven
cueillir
plukken
accueillir
ontvangen
devoir
moeten
dire
zeggen
redire
herhalen, nazeggen
contredire
tegenspreken
interdire
verbieden, ontzeggen
médire
kwaadspreken
prédire
voorspellen
écrire
schrijven
décrire
beschrijven
s’inscrire
zich registreren
prescrire
voorschrijven
émouvoir
aangrijpen
envoyer
versturen
faire
doen, maken
refaire
overdoen
satisfaire
bevredigen
falloir
moeten
fuir
vluchten
s’enfuir
(ont)vluchten
lire
lezen
élire
verkiezen
relire
herlezen
gaan
aller
zitten / plaats nemen
s’asseoir
slaan
battre
drinken
boire
koken
bouillir
besluiten
conclure
uitsluiten
exclure
insluiten
inclure
kennen
connaître
verschijnen
apparaître
verdwijnen
disparaître
herkennen
reconnaître
naaien
coudre
rennen, lopen
courir
geloven
croire
plukken
cueillir
ontvangen
accueillir
moeten
devoir
zeggen
dire
herhalen, nazeggen
redire
tegenspreken
contredire
verbieden, ontzeggen
interdire
kwaadspreken
médire
voorspellen
prédire
schrijven
écrire
beschrijven
décrire
zich registreren
s’inscrire
voorschrijven
prescrire
aangrijpen
émouvoir
versturen
envoyer
doen / maken
faire
overdoen
refaire
bevredigen
satisfaire
moeten
falloir
vluchten
fuir
(ont)vluchten
s’enfuir
lezen
lire
verkiezen
élire
herlezen
relire