Adjectif: twee vormen. (Trimester 1) Flashcards
Geef de verschillende betekenissen.
1. mon ancienne maison
2. une maison ancienne
- mijn ouderlijk huis
- een oud huis
Geef de verschillende betekenissen.
1. un homme d’un certain âge
2. j’en suis certain
- een man van een zekere leeftijd
- ik ben er zeker van
Geef de verschillende betekenissen.
1. cher ami
2. un livre cher
- lieve vriend
- een duur boek
Geef de verschillende betekenissen.
1. la dernière semaine
2. la semaine dernière
- de laatste week van de maand
- vorige week (laatst gepasseerd)
Geef de verschillende betekenissen.
1. une drôle d’histoire
2. une histoire drôle
- een raar verhaal
- een grappig verhaal
Geef de verschillende betekenissen.
1. un grand homme
2. un homme grand
- een belangrijke man (in de geschiedenis)
- een grote man
Geef de verschillende betekenissen.
1. le pauvre homme
2. un homme pauvre
- een meelijwekkende man
- een arme man
Geef de verschillende betekenissen.
1. la prochaine fois
2. la semaine prochaine
- de volgende (in de reeks van keuzes)
- de volgende week (nauwkeurig)
Geef de verschillende betekenissen.
1. ma propre chambre
2. ma chambre propre
- mijn eigen kamer
- mijn propere kamer
Geef de verschillende betekenissen.
1. une pure formalité
2. l’air pur
- een pure waarheid
- pure lucht (verse lucht)
Geef de verschillende betekenissen.
1. la seule fois
2. il est seul
- de enige keer
- hij is alleen
Geef de verschillende betekenissen.
1. c’est un vrai problème
2. c’est une histoire vraie
- het is een belangrijk probleem
- het is een waargebeurd verhaal